Uitvoering van de gewijzigde motie Jansen

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE

Ons kenmerk: DGB2009/2506U

Uw brief (kenmerk): 28982-71/2009D20444

Betreft: Uitvoering van de gewijzigde motie Jansen

Geachte voorzitter,

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft mij verzocht om het antwoord op de gewijzigde motie Jansen van 7 april 2009 aan te vullen met een fictief rekenvoorbeeld. Hieronder is een fictief rekenvoorbeeld opgenomen.

Stel een bedrijf wordt overgenomen voor € 1 miljard. Deze overnamesom wordt voor 75% gefinancierd met een lening en deze lening wordt geheel gefinancierd van een derde (bijvoorbeeld van een bank). De overige 25% wordt gefinancierd met eigen vermogen. Ingeval de rente 5% bedraagt, dan zal de jaarlijkse rentelast € 37,5 miljoen bedragen. Als de winst voldoende hoog is om de rentelast volledig in Nederland in aftrek te brengen, dan kan deze rentelast worden afgezet tegen de in Nederland belastbare winst. Bij het vennootschapsbelastingtarief van 25,5% zal in dit voorbeeld als gevolg van de renteaftrek jaarlijks circa € 10 miljoen (25,5% van € 37,5 miljoen) minder belasting betaald worden. Indien de derde, bijvoorbeeld een bank, in Nederland is gevestigd wordt uiteraard de ontvangen rente in de Nederlandse belastbare winst van deze derde begrepen.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. J.C. de Jager