Brief intensivering WBSO

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ’S-GRAVENHAGE

Ons kenmerk: DB/2009/215 M

Betreft: Vierde nota van wijziging inzake voorstel van wet Fiscaal stimuleringspakket en overige fiscale maatregelen; intensivering faciliteiten speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)

Geachte voorzitter,

Op vrijdag 3 april jl. is de vierde nota van wijziging inzake voorstel van wet Fiscaal stimuleringspakket en overige fiscale maatregelen aan uw Kamer aangeboden.[1] Inmiddels heb ik kennis kunnen nemen van het nader verslag van uw Kamer inzake deze nota van wijziging. Tevens heeft de Raad van State zijn advies kenbaar gemaakt. Ik streef ernaar uw Kamer zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor het einde van deze maand, het nader rapport en de nota naar aanleiding van het nader verslag te doen toekomen. In dat kader spreek ik de hoop uit dat uw Kamer gezien het spoedeisende karakter van dit pakket stimuleringsmaatregelen spoedig over zal gaan tot de plenaire behandeling van het wetsvoorstel. Vooruitlopend hierop vraag ik uw aandacht voor enkele aspecten met betrekking tot de uitvoering van één van de maatregelen in dit stimuleringspakket, namelijk de tijdelijke intensivering van de faciliteiten voor speur- en ontwikkelingswerk (hierna: S&O).

In het aanvullend beleidsakkoord is afgesproken dat het kabinet € 150 miljoen in 2009 en € 150 miljoen in 2010 beschikbaar stelt voor tijdelijke intensivering van de afdrachtvermindering S&O. De afdrachtvermindering S&O is een reeds bestaande maatregel in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen die breed bekend is en gewaardeerd wordt door het bedrijfsleven. De intensivering betekent dat een verruiming van de vermindering van de te betalen loonbelasting kan plaatsvinden voor bedrijven die personeel in dienst hebben die zich bezighouden met bepaalde S&O-projecten. Deze verruiming is als volgt in het fiscaal stimuleringspakket vormgegeven. Enerzijds wordt de loongrens verlengd waarvoor het hoogste afdrachtverminderingspercentage geldt en het maximale bedrag aan afdrachtvermindering (het plafond) verhoogd. Anderzijds worden de percentages afdrachtvermindering van de eerste en tweede schijf verhoogd. De eerste twee voorgestelde wettelijke maatregelen (de loongrens en het plafond) zijn opgenomen in het fiscale stimuleringspakket. De laatste twee wijzigingen vinden plaats bij ministeriële regeling. De vier maatregelen tezamen werken terug tot 1 januari 2009 en betekenen een belangrijke en evenwichtige impuls voor het speur- en ontwikkelingswerk, zowel voor het midden- en kleinbedrijf als voor grote ondernemingen.

In de toelichting op de vierde nota van wijziging is aangegeven dat de uitvoeringsorganisaties SenterNovem en de Belastingdienst vooruitlopend op voornoemde wijzigingen genoodzaakt zijn om tijdig aan de wijzigingen uitvoering te geven. Hierdoor worden de administratieve lasten voor de betrokken ondernemers en genoemde uitvoeringsorganisaties zoveel mogelijk beperkt. In de toelichting is tevens aangegeven dat de uitvoering uiterlijk in de maand mei ter hand zou moeten worden genomen. Bij uitvoering van de maatregel in mei vloeit uit de samenhang tussen de afgifte van S&O verklaringen – die SenterNovem afgeeft – en de loonaangifte voort, dat de verklaring uiterlijk 15 mei moet zijn ingediend bij de Belastingdienst. Alleen dan kan de inhoudingsplichtige bij de loonaangifte over de maand mei rekening houden met de aangepaste S&O-verklaring. Bij een latere verzending is het niet meer mogelijk om de verruiming in mei te verrekenen met de te betalen loonbelasting. Bovendien is effectuering van terugwerkende kracht alleen mogelijk door inhoudingsplichtigen correctieberichten te laten indienen voor de verstreken loonaangiftetijdvakken januari - april 2009. De toename van het aantal correctieberichten als gevolg van een latere verzending van de S&O-verklaringen zou onverantwoorde uitvoeringsrisico’s in de loonaangifteketen tot gevolg hebben.

Om de ondernemers in de gelegenheid te stellen tijdig van deze maatregelen gebruik te maken, moeten op 8 mei a.s. bijna 12 000 nieuwe – door SenterNovem aan de voorgestelde maatregelen aangepaste – S&O-verklaringen bij de inhoudingsplichtige liggen. De intensivering van de afdrachtvermindering S&O beoogt snel een liquiditeitsvoordeel aan het bedrijfsleven te geven. Het bedrijfsleven heeft de minister van Economische Zaken en mij daarbij verzocht om zo snel mogelijk helderheid te verschaffen. Gegeven de onverantwoorde uitvoeringsrisico’s bij het later verzenden van de S&O-verklaringen en mede in aanmerking genomen de uitkomsten van het Kamerdebat op 26 maart jl. over het aanvullend beleidsakkoord, waarin mij van de kant van Uw Kamer geen bezwaren zijn gebleken tegen de voorgenomen S&O-maatregelen, hebben de minister van Economische Zaken en ik aan SenterNovem en de Belastingdienst opdracht gegeven reeds voorbereidingen te treffen om uitvoering te geven aan de voorgenomen S&O-maatregelen. SenterNovem heeft de opdracht gekregen de S&O-verklaringen aan te passen op zodanige wijze dat rekening wordt gehouden met de voorgestelde maatregelen in het crisispakket en zal deze nieuwe S&O verklaringen vanaf 27 april afgeven. De Belastingdienst is daarbij in staat om vanaf mei de loonaangiften met de nieuwe S&O-bedragen en de correcties over de voorgaande loonaangiftetijdvakken te verwerken.

Hoogachtend,
De staatssecretaris van Financiën,
mede namens de minister van Economische Zaken,

mr. drs. J.C. de Jager

[1] Kamerstukken II 2008/09, 31 301, nr. 11.