NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de verkoop van de villa in Mozambique door de Prins van Oranje en de benoeming van Herman van Rompuy tot vaste voorzitter van de Europese Raad.

VAN DEN BRINK:
Was u verrast door de brief van prins Willem-Alexander en prinses Máxima?

BALKENENDE:
Nee. Ik had natuurlijk van te voren contact gehad met de prins en de prinses over het project, over hun huis, en zij hebben gezegd - en dat is eigenlijk het motief: er gebeurt toch nog zo veel gebeurt en er is zo veel aandacht voor dit project. En dan komen we bij de vraag: waarom hebben we dit huis eigenlijk gekocht? Nou, ze wilden een huis voor zichzelf hebben. Voor hun gezin. Tegelijkertijd had het te maken met de betrokkenheid met Afrika. U weet dat prins Claus zeer vele te maken had met Afrika en die liefde voor Afrika is ook bij de prins aanwezig. Dus dat waren de motieven. Maar nu merken zij dat vanwege die veelheid aan publiciteit de ontwikkeling ten goede voor de bevolking - scholen, gezondheidszorgvoorzieningen, waterputten - komt eigenlijk toch allemaal in een verdacht kader te staan. Dat is heel vervelend en toen hebben ze gezegd: nou, vanwege het feit dat die ontwikkelingen ten goede nu onvoldoende naar voren lijken te komen en misschien zelfs ook belemmering ervaren vanwege onze betrokkenheid en vanwege het feit dat dit ook heel veel tijd en energie kost, zeggen we: het is beter om te verkopen. Nou, dat respecteer ik zeer.

VAN DEN BRINK:
Ik vraag naar het moment dat u ervan wist, omdat u gisteren nog een brief heeft geschreven aan de Kamer waarin u het project verdedigt.

BALKENENDE:
Ik heb natuurlijk met de prins hierover gesproken.

VAN DEN BRINK:
U wist gisteren toen u die brief schreef al dat hij wilde stoppen?

BALKENENDE:
Ja. Niet de inhoud van de brief, maar wel dat…

VAN DEN BRINK:
Het besluit als zodanig?

BALKENENDE:
Ja. Toen hebben we ook tegen elkaar gezegd: eerst willen we de feiten op tafel. De feitelijkheid moet voorop staan. Waarom is dat nodig? Omdat er heel veel vragen zijn gesteld vanuit de Tweede Kamer. Die moest ik beantwoorden. Ik heb ook een begeleidende brief erbij gevoegd. Toen hebben we gezegd: de feiten op donderdag en dan was het daarna aan de prins om te zeggen wanneer hij zijn brief zou gaan versturen.

VAN DEN BRINK:
U had niet zoiets van: had ik het maar geweten, dan had ik die brief niet hoeven schrijven?

BALKENENDE:
Nee, omdat er een duidelijk verschil zit tussen mijn verantwoordelijkheid als premier, die de feiten naar voren moet brengen en die antwoord moet geven op Kamervragen, en het besluit van de prins, waarin hij samen met zijn echtgenote zegt: wij vinden het beter om het huis te gaan verkopen.

VAN DEN BRINK:
Het beeld is nu toch dat u het niet nodig vindt om er mee te stoppen. U heeft het gisteren nog verdedigd.

BALKENENDE:
Ik heb het project verdedigd en waarom? Omdat er natuurlijk tal van vragen zijn gekomen. Ik heb ook in het debat met de Kamer aangegeven dat we tal van zaken zijn nagegaan. We zijn niet over een nacht ijs gegaan en ik kan voor dit project mijn verantwoordelijkheid nemen.

VAN DEN BRINK:
Dus dan hoeft de prins niet te stoppen.

BALKENENDE:
Nee, de prins had voor het project zelf ook niet hoeven te stoppen. Het is ook niet dat hij het project niks vindt. Sterker nog, hij staat volledig achter het project. Hij gelooft in de motieven van het project. Hij wil dat het project ook bijdraagt aan de lokale bevolking.

VAN DEN BRINK:
Wat vindt u dan van het besluit van de prins?

BALKENENDE:
Dat respecteer ik, omdat hij heeft aangegeven van: we hadden zo graag het huis gehad voor ons gezin, maar ik constateer ook dat vanwege alle discussie en alle rumoer twee dingen nu een rol gaan spelen. Het kost heel veel tijd om je hier steeds mee bezig te houden, dat is de ene kant. En natuurlijk: wat betekent al die aandacht voor die lokale bevolking? Toen heeft hij gezegd: ik hak een knoop door en ik ga verkopen. En dat respecteer ik zeer.

VAN DEN BRINK:
U respecteert het, maar van u had het niet gehoeven.

BALKENENDE:
Hij had de ruimte om door te gaan.

VAN DEN BRINK:
U heeft hem niet geadviseerd om dit te doen?

BALKENENDE:
Ik heb met hem gesproken, maar het is natuurlijk zijn besluit.

VAN DEN BRINK:
U heeft hem niet geadviseerd om dit te doen?

BALKENENDE:
Ik vertel niets over de contacten met de prins. Ik heb gezegd dat ik met hem gesproken heb. Het is het besluit van de prins en de prinses.

VAN DEN BRINK:
De koningin heeft onlangs gezegd dat de berichtgeving over dit project nogal gekleurd was. De prins verwijst zelf ook naar de berichtgeving over het project. Wat is volgens u de rol van de pers bij het mislukken van dit project?

BALKENENDE:
Af en toe is er sprake van publiciteit en als je naderhand eens even goed de zaken laat uitzoeken. Is het nu zo van die schietpartij? Dan blijkt er op dat verhaal heel wat af te dingen te zijn. Het verhaal over corruptie, dat blijkt ook echt anders te liggen. Er zijn wel beelden neergezet van het project die niet kloppen.

VAN DEN BRINK:
Dus het is dankzij de pers mislukt?

BALKENENDE:
Nee, er zijn ook goede stukken verschenen over het project, waarin gewoon werd gezegd wat het in positieve zin betekent voor de bevolking. Kijk, als er kritiek geleverd moet worden, dan heeft de pers uiteraard het recht om dat te doen. Dat kan. Alleen er was wel af en toe een beeld ontstaan dat er niets van het project zou deugen. Nou, daar is heel veel op af te dingen. Ik heb uiteraard die zaken ook laten nagaan en dat is ook de reden waarmee ik de brief kon schrijven, donderdag, zoals ik hem heb geschreven.

VAN DEN BRINK:
U zegt: het is niet de schuld van de pers?

BALKENENDE:
Nou ja, sommigen hebben wel een beeld neergezet, ja, waarvan je zegt: doet dat recht aan het project? Er zijn af en toe dingen beweerd waar veel op af te dingen is. Dat is ook zo.

VAN DEN BRINK:
Voelt het voor uzelf ook als een nederlaag? U heeft het project verdedigd en geprobeerd draagvlak te scheppen. Dat is kennelijk niet gelukt.

BALKENENDE:
Ik begrijp uw vraag niet hoor.

VAN DEN BRINK:
Is die zo ingewikkeld?

BALKENENDE:
Ja.

VAN DEN BRINK:
De prins wil iets. U zegt: ik kijk ernaar, het kan, ik ga het verdedigen. En vervolgens komt er zoveel protest en kritiek dat de prins uiteindelijk zegt: ik doe het niet.

BALKENENDE:
Kijk, het is mijn verantwoordelijkheid om te kijken hoe het project in elkaar zit. Waar zitten de kwetsbare elementen? Ik heb bijvoorbeeld ook tegen de prins gezegd: het is beter dat je niet zelf te maken hebt met de zakelijke beslissingen. Zet daar nu een onafhankelijke stichting op. Dat is ook gebeurd. Ook in overleg met de prins. Dat heeft ook te maken met… Wat ook met bewindslieden gebeurd hè. Als iemand bewindspersoon wordt, dan mag je niet meer over je eigen vermogen gaan beschikken. Nou, dat is een goede regeling. Nou, zo'n soort constructie is toen ook gehanteerd met die onafhankelijke stichting. Dat is wat ik met hem heb besproken en vervolgens is het zo dat ik zelf vind: dat is ook voor mij te dragen. Kan ik daar de verantwoordelijkheid voor nemen?

VAN DEN BRINK:
Is het ook uw taak om draagvlak te creëren?

BALKENENDE:
Het is mijn taak om aan te geven hoe het project in elkaar zit. Dat heb ik ook steeds gedaan. Ik heb ook altijd het project verdedigd. Als er kritische vragen kwamen, heb ik die ook beantwoord. En er waren meer Kamervragen. Die heb ik dus opnieuw beantwoord. Dat is die feitelijkheid die moest worden geschetst. En uiteindelijk is het ook aan de prins zelf om te zeggen: wat vind ik van het project en wat levert het nu op aan discussie en ook aan gedoe?

VAN DEN BRINK:
Andere vraag: hoe hebben uw collega's gereageerd op het nieuws dat u in Nederland blijft?

BALKENENDE:
Niet in de ministerraad. Ik dacht dat ze via de media hebben aangegeven dat zij blij zijn dat ik mijn werk gewoon doe.

VAN DEN BRINK:
Ze hebben tegen u niks gezegd? Fijn dat je er nog bent.

BALKENENDE:
Een enkeling. Maar we zijn weer heel snel aan het werk gegaan vanochtend. We hadden eerst de Rijksministerraad en toen ministerraad.

VAN DEN BRINK:
Wanneer was voor u duidelijk dat u niet gevraagd zou worden?

BALKENENDE:
Het is eerlijk gezegd nooit aan de orde geweest dat ik gevraagd zou worden…

VAN DEN BRINK:
Nou ja, er waren premiers die u wilden.

BALKENENDE:
Dat is iets anders dan vragen. Kijk, in de zomertijd zijn er allemaal namen genoemd. Tony Blair, Juncker, Gonzalez. Afijn, u kunt een hele waslijst verder… Toen heb ik steeds gezegd: het is niet aan de orde. En waarom niet? Omdat toen nog niet duidelijk was of die functie er zou komen. U weet: dat hing samen met het referendum in Ierland.

VAN DEN BRINK:
Maar u heeft er rekening mee gehouden dat u gevraagd zou kunnen worden.

BALKENENDE:
Nee, nou…

VAN DEN BRINK:
Dat heeft u een keer gezegd: als ik gevraagd wordt ga ik er over nadenken. Dus dan hou je er rekening mee!

BALKENENDE:
Ik heb twee dingen gezegd. Één: ik ben geen kandidaat. Twee: ik ben niet gevraagd. Het is zo dat er natuurlijk allerlei speculaties zijn geweest, maar die hebben vooral te maken met de media moet ik dan ook eerlijk zeggen.

VAN DEN BRINK:
Weer.

BALKENENDE:
Tja, ik kan het ook niet helpen. Kijk, ik heb het bijvoorbeeld vandaag ook genoemd in de persconferentie. Ik was in Japan en Singapore. Zeven dagen keihard werken. Zeven dagen, drie nachtvluchten. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat was ik bezig met economische contacten en met innovatie. En ik zat in het vliegtuig en ik denk: morgen zijn we weer in Nederland, dan gaan we daar weer aan het werk. En ik kom in Nederland aan en het leek of echt iedereen dacht: hij gaat naar Brussel. Discussie in de Kamer. Ik hoor van iedereen: de premier moet blijven. Een warm bad natuurlijk. Maar ik wist van niks.

VAN DEN BRINK:
Is er een fase geweest dat u dacht: ze gaan me vragen.

BALKENENDE:
Nee.

VAN DEN BRINK:
Gene moment is het aan de orde geweest?

BALKENENDE:
Nee. Mijn naam was wel genoemd. Dat kan ik zelf niet helpen. Dat is vooral ook iets in de media geweest. Daarom vond ik de publiciteit in Nederland in de laatste paar weken ook zo gek.

VAN DEN BRINK:
Maar u vertelde net ook tijdens de persconferentie dat het ineens beslist was toen u gisterenavond zei: Van Rompuy moet het worden.

BALKENENDE:
Dat zal ik zo even uitleggen, maar eerst even wat er de afgelopen weken gebeurde. Wie een beetje had opgelet bij de laatste Europese Raad, een paar weken geleden, die wist al dat Herman van Rompuy waarschijnlijk de nieuwe voorzitter zou worden.

VAN DEN BRINK:
Dat zeiden de media. Althans, dat hebben wij ook gezegd.

BALKENENDE:
Nee, maar dat was gewoon bekend. Die informatie was er. Sindsdien heb ik het ene Kamerdebat na het andere. Ik heb het ontzettend druk gehad en ik ben eigenlijk ook niet met andere dingen bezig geweest. Dus het verbaasde mij ook dat de zaak zo werd opgeblazen. Zo van: Balkenende zus en zo. Want je wist: hij kan thuisblijven.

VAN DEN BRINK:
Maar waarom was het debat dan gisterenavond afgelopen toen u zei: Van Rompuy moet het worden.

BALKENENDE:
Ik merkte in de discussie - er werd gesproken over de procedure en dat soort dingen - toen heb ik op enig moment gezegd, ik denk dat ik de zesde of zevende spreker was: vandaag merk ik dat al wordt gesproken over dat we doorgaan tot het ontbijt morgenochtend. Toen heb ik aangegeven: dat is niet de goede weg. Het gaat nu om de eenheid van Europa. Het gaat om het besluit dat wij moeten nemen. Ik ken Herman van Rompuy meer dan twintig jaar. Ik steun hem volledig.

VAN DEN BRINK:
En toen was het afgelopen! Kennelijk dachten ze dat het een probleem zou zijn voor u.

BALKENENDE:
Nee, helemaal niet. Ik was iemand die toevallig die… iemand anders had het ook kunnen zijn. Maar ik heb wel gewoon gezegd: ik wil gewoon dat de zaak nu snel ten einde komt, omdat ik ervan overtuigd ben dat het in belang van Europa is dat je snel helderheid hebt over én de voorzitter van de Europese Raad en de hoge vertegenwoordiger.

VAN DEN BRINK:
Staatssecretaris De Vries zei gisterenavond: jBalkenende heeft op te veel tenen gestaan, daarom hebben ze hem niet gevraagd. Klopt die analyse?

BALKENENDE:
Nou ja, het is wel zo dat als je langere tijd ergens zit natuurlijk wel eens tegen anderen in moet gaan. Het is bekend dat ik een stevige onderhandelaar ben. U weet dat ik dat miljard heb binnengehaald voor Nederland. Wanneer we het over het stabiliteits- en groeipact, de financiële zorgvuldigheid, dan ben ik een strikt iemand. Wanneer we het hebben over de uitbreiding van de EU, dan sta ik ook wel op mijn strepen wat betreft het handhaven van de criteria. Dat is ook zo ja.

VAN DEN BRINK:
En dat is de reden geweest dat u niet gevraagd bent?

BALKENENDE:
Dat weten we niet.

VAN DEN BRINK:
Dat zei meneer De Vries en het kabinet spreekt altijd met één mond.

BALKENENDE:
Het is zo dat als je langere tijd zit ze ook op een gegeven moment weten hoe je in elkaar zit. Uiteindelijk is de heer Van Rompuy het geworden en ik vind het een voortreffelijke man. Ik ken hem goed en ik zie uit naar een goede samenwerking met hem.

VAN DEN BRINK:
En u gaat vol door voor Nederland? Ook na de volgende verkiezingen?

BALKENENDE:
Dat zal moeten blijken. Dat is een zaak van de partij…

VAN DEN BRINK:
U bent beschikbaar?

BALKENENDE:
…en wij zijn zeer gemotiveerd om het werk te doen. Dat komt omdat we een moeilijke tijd hebben in Nederland. Het is heel wat om Nederland door zo'n fase van financieel-economische crisis heen te leiden. De werkloosheid neemt toe…

VAN DEN BRINK:
Ja ja, maar bent u beschikbaar om het karwei af te maken?

BALKENENDE:
Ik maak mijn karwei af als premier en ik heb al gezegd: mijn agenda reikt verder dan 2011. Wat er dan verder gebeurd met de partij dat is een zaak van de partij. Daar sta ik nu eventjes buiten.

VAN DEN BRINK:
Maar mijn vraag was: bent u beschikbaar na de volgende verkiezingen?

BALKENENDE:
Ik zeg: dat is een zaak van de partij. Wat ik nu wil is: geen speculaties. Gisteren begon een van mijn collega's in Brussel er ook over. Het gaat mij erom en het is mijn verantwoordelijkheid als premier, samen met de anderen, om Nederland door een hele moeilijke fase heen te leiden. Ik ben nooit zo bezig met mezelf. Het gaat nu om de zaak zelf.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, IW)