Regelling tot wijziging van de Algemene douaneregeling

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Douane en Verbruiksbelastingen

Besluit van 28 september 2009, nr. DV2009-190M, Staatscourant 2009, 15302

De Staatssecretaris van Financiën;


Gelet op de artikelen 2:1, aanhef en onder a, c en e, en artikel 6:1, eerste lid, van de Algemene douanewet, en de artikelen 3:3, aanhef en onder c, en 3:4, eerste lid, van het Algemeen douanebesluit;

Besluit:

Artikel I

De Algemene douaneregeling wordt als volgt gewijzigd:

A.

Artikel 1:1 komt te luiden:

Artikel 1:1

Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 1:3, eerste lid, onderdeel c, 1:19, tweede lid, 1:28, zesde lid, 1:35, 1:37, derde lid, 2:1, aanhef en onder a tot en met h, j, k en m, 6:1, eerste lid, 6:2, 6:3, 7:1, aanhef en onder b, 7:6, vierde lid, 7:9, aanhef en onder a tot en met c, 9:5, 10:11, 11:13, eerste lid, en artikel 11:14, eerste lid, van de Algemene douanewet, de artikelen 1:5, vijfde lid, 2:1, eerste lid, 2:2, eerste en tweede lid, 3:2, derde lid, 3:3, aanhef en onder c, 3:4, eerste lid, en 5:1, tweede en vierde lid, van het Algemeen douanebesluit, de artikelen 2, eerste lid, onderdeel i, 3, vierde lid, en artikel 5, tweede lid, van de Invorderingswet 1990, artikel 21 van de Wet op de omzetbelasting 1968, de artikelen 63, eerste lid, en 69 van de Wet op de accijns en aan de artikelen 27, eerste lid, en 31 van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten.

B. Artikel 1:2 wordt als volgt gewijzigd:
B.1. In de onderdelen c en d wordt “de artikelen 40 en 43 van het Communautair douanewetboek” vervangen door: artikel 40 van het Communautair douanewetboek.
B.2. Onderdeel j wordt vervangen door:
j. de Post: het postvervoersbedrijf dat belast is met de universele postdienst als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Postwet 2009;.
B.3. Onderdeel k wordt vervangen door:
k. brieven en postzendingen: brieven en poststukken als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen b en c, van de Postwet 2009, voor zover zij vallen onder de verplichting, bedoeld in artikel 18 van die wet;.
B.4. Onderdeel i wordt vervangen door:
i. verordening 612/2009: Verordening (EG) nr. 612/2009 van de Commissie van 7 juli 2009 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (PbEU L 186);.

C. Voor artikel 2:1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:0

1. Van binnenkomende schepen en binnenkomende luchtvaartuigen wordt, minimaal 2 uur voor de verwachte aankomsttijd bij de haven ressorterend onder het douanekantoor waar ze zullen worden aangebracht, het desbetreffende douanekantoor elektronisch kennis gegeven van de verwachte aankomsttijd.2. Bij luchtvaartuigen kan de inspecteur toestaan dat wordt afgeweken van het bepaalde in het eerste lid.

D. Artikel 2:2 wordt als volgt gewijzigd:
D.1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het aanbrengen, bedoeld in artikel 40 van het Communautair douanewetboek, vindt op elektronische wijze plaats.
D.2. Het derde lid vervalt.

E. Artikel 2:3 wordt als volgt gewijzigd:
E.1. Het tweede lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
b. voor het schip, het luchtvaartuig of voor de aan boord aanwezige goederen bij het in het vrije verkeer brengen rechten bij invoer, accijns of omzetbelasting is verschuldigd;.
E.2. Het tweede lid, onderdeel c, wordt vervangen door:
c. op het schip, het luchtvaartuig of op de aan boord aanwezige goederen verboden of beperkingen van toepassing zijn of zouden zijn als bedoeld in artikel 1:1, vijfde lid, van de wet;.

F. Artikel 2:5 komt te luiden:

Artikel 2:5

1. De summiere aangifte voor tijdelijke opslag, bedoeld in artikel 186 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek, wordt op elektronische wijze ingediend.
2. De summiere aangifte voor tijdelijke opslag wordt gesteld in de Nederlandse, Franse, Duitse of Engelse taal.
3. De summiere aangifte voor tijdelijke opslag bevat de in bijlage 30bis van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek genoemde vereiste gegevens.
4. In afwijking in zoverre van het derde lid wordt voor de in een schip aanwezige provisie de summiere aangifte voor tijdelijke opslag gedaan door inlevering van de scheepsvoorradenaangifte (IMO/FAL 3).
5. Indien de summier aangifte voor tijdelijke opslag betrekking heeft op een of meerdere goederen, genoemd in bijlage V, deel B, van richtlijn nr. 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PbEG L 1169), wordt dit, gelijktijdig met het indienen van de summiere aangifte voor tijdelijke opslag en door de indiener van die aangifte, expliciet medegedeeld aan de douane.

G. In artikel 3:17 wordt “de artikelen 15, 16ter, eerste lid, 52 eerste lid, van verordening 800/99” vervangen door: de artikelen 16, 19, eerste lid, en 49, eerste lid, van verordening 612/2009.

H. Artikel 3:18 wordt als volgt gewijzigd:


H.1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt “artikel 7, vierde lid, 42, eerste lid, 49, eerste lid, onder b, van verordening 800/99” vervangen door: de artikelen 7, vierde lid, 39, eerste lid, en 46, eerste lid, onder b, van verordening 612/2009.
H.2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ”artikel 20, vierde lid, 25, eerste en tweede lid, van verordening 800/99” vervangen door: de artikelen 27, vierde lid, en 32, eerste en tweede lid, van verordening 612/2009.
H.3. Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.
H.4. In het derde lid (nieuw) wordt “verordening 800/99” vervangen door: verordening 612/2009.

I. Artikel 3:19 wordt als volgt gewijzigd:
I.1. In het eerste lid wordt “verordening 800/99” vervangen door: verordening 612/2009.
I.2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt “artikel 9, eerste lid, onder b, tweede gedachtestreepje van verordening 800/99” vervangen door: artikel 10, eerste lid, onder b, tweede gedachtestreepje, van verordening 612/2009.
I.3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt “artikel 20, eerste lid, derde alinea, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 27, eerste lid, derde alinea, van verordening 612/2009.
I.4. In het tweede lid, onderdeel c, wordt “artikel 21, eerste lid, vierde alinea, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 28, eerste lid, vierde alinea, van verordening 612/2009.
I.5. In het vierde lid wordt “artikel 51 van verordening 800/99” vervangen door: artikel 48 van verordening 612/2009.

J. In artikel 3:20 wordt “verordening 800/99” vervangen door: verordening 612/2009.

K. Artikel 3:21 wordt als volgt gewijzigd:
K.1. In het eerste lid wordt “artikel 17 van verordening 800/99” vervangen door: artikel 24 van verordening 612/2009.
K.2. In het tweede lid wordt “artikel 17, derde lid, verordening 800/99” vervangen door: artikel 24, derde lid, van verordening 612/2009.
K.3. In het derde lid wordt “artikel 17, vierde lid, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 24, vierde lid, van verordening 612/2009.

L. Artikel 3:22 wordt als volgt gewijzigd:
L.1. In het eerste lid wordt “artikel 16bis, eerste lid, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 18, eerste lid, van verordening 612/2009.
L.2. In het tweede lid wordt “artikel 16 ter, eerste lid, en 16quinquies, eerste en derde lid, van verordening 800/99” vervangen door: de artikelen 19, eerste lid, en 21, eerste en derde lid, van verordening 612/2009.

M. Artikel 3:23 wordt als volgt gewijzigd:
M.1. In het eerste lid wordt “artikel 37, eerste lid, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 34, eerste lid, van verordening 612/2009.
M.2. In het derde lid, onderdeel c, wordt “artikel 37, vierde lid, eerste en tweede alinea, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 34, vierde lid, eerste en tweede alinea, van verordening 612/2009.
M.3. In het vierde lid wordt “artikel 37 van verordening 800/99” vervangen door: artikel 34 van verordening 612/2009.

N. In het eerste lid van artikel 3:25 wordt “artikel 37, eerste lid, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 34, eerste lid, van verordening 612/2009.

O. Artikel 3:26 wordt als volgt gewijzigd:
O.1. In het eerste lid wordt “artikel 40, tweede lid, en artikel 43, tweede lid, tweede alinea van verordening 800/99” vervangen door: de artikelen 37, tweede lid, en 40, tweede lid, tweede alinea, van verordening 612/2009.
O.2. In het derde lid wordt “artikel 40, tweede lid, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 37, tweede lid, van verordening 612/2009.


P. In het eerste lid van artikel 3:27 wordt “artikel 40 van verordening 800/99” vervangen door: artikel 37 van verordening 612/2009.

Q. In artikel 3:28 wordt “artikel 44, eerste lid, onder a, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 41, eerste lid, onder a, van verordening 612/2009.

R. Artikel 3:29 wordt als volgt gewijzigd:
R.1. In het eerste lid wordt “artikel 43, eerste lid, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 40, eerste lid, van verordening 612/2009.
R.2. In het tweede lid wordt “artikel 43, tweede lid, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 40, tweede lid, van verordening 612/2009.

S. In het derde lid van artikel 3:30 wordt “artikel 44, tweede lid, onder b, tweede streepje, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 41, tweede lid, onder b, tweede streepje, van verordening 612/2009.

T. Artikel 3:31 wordt als volgt gewijzigd:
T.1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De bewijsstukken als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van verordening 612/2009 worden door de betrokken deelnemer in zijn administratie bewaard ten behoeve van de Algemene Inspectiedienst. Het bewijs als bedoeld in artikel 36, derde lid, eerste alinea, van verordening 612/2009 wordt ingediend bij de productschappen. Het bewijs als bedoeld in de artikelen 40, vierde en vijfde lid, en 42, tweede lid, van verordening 612/2009 wordt ingediend bij het Productschap Zuivel.
T.2. In het tweede lid wordt “artikel 41, tweede lid, eerste alinea, en artikel 43, derde lid, eerste alinea, van verordening 800/99” vervangen door: de artikelen 38, tweede lid, eerste alinea, en 40, derde lid, eerste alinea, van verordening 612/2009.
T.3. In het derde lid wordt “artikel 45, derde lid, onder a of b, tweede streepje, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 42, derde lid, onder a of b, tweede streepje, van verordening 612/2009.
T.4. In het vierde lid wordt “artikel 45, derde lid, onder b, tweede streepje, van verordening 800/99” vervangen door: artikel 42, derde lid, onder b, tweede streepje, van verordening 612/2009.

U. In artikel 4:18 wordt “(IMO/FAL 1)” vervangen door: (IMO/FAL 1 bij vertrek).

V. Voor artikel 6:2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6:1a

1. Het aanbrengen bij het douanekantoor van uitgang, bedoeld in artikel 793, eerste lid, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek, vindt op elektronische wijze plaats met een aankomstmelding. In de aankomstmelding worden de gegevens opgenomen volgens de in bijlage IXa opgenomen specificaties.
2. De inspecteur kan toestaan dat wordt afgeweken van het bepaalde in het eerste lid.

W. Artikel 6:2 wordt als volgt gewijzigd:


W.1. Het tweede lid komt te luiden:
2. De in het eerste lid bedoelde aangifte ten uitklaring wordt van de goederen, die het douanegebied van de Gemeenschap zullen verlaten, gedaan door elektronische verzending aan het kantoor van uitgang van het bericht van lading. In het bericht van lading worden de gegevens van alle goederen, die geladen worden, opgenomen, volgens de in bijlage IXa opgenomen specificaties, alsmede de generale verklaring (IMO/FAL 1 bij vertrek), respectievelijk de generale verklaring luchtvaart, zoals is voorzien bij het op 7 ecember 1944 te Chicago tot stand gekomen verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Stb. 1947, 165).
W.2. Het derde lid vervalt.

X. Het tweede lid van artikel 7:2 komt te luiden:
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de goederen in het vrije verkeer worden gebracht door een openbare instelling of een instelling of organisatie, genoemd in artikel 7:4 of in de bijlagen X tot en met XVI.

Y. Na artikel 7:2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7:2a

1. Een instelling of organisatie kan op aanvraag worden aangewezen als instelling of organisatie die een beroep mag doen op een vrijstelling, genoemd in deze afdeling.
2. De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij de inspecteur. Op voordracht van de inspecteur kan de instelling of organisatie worden opgenomen in een van de bijlagen bij deze regeling.

Z. Aan artikel 7:29 wordt een lid toegevoegd, luidende:


3. De plaatsen waar sorteerplaatsen en bergplaatsen voor binnengebrachte postzendingen zijn gelegen, worden door de Minister van Financiën in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken vastgesteld.

AA. Artikel 7:30

komt te luiden:
Indien goederen als postzending als bedoeld in artikel 237, eerste lid, onderdeel B, van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek het douanegebied van de Gemeenschap zullen verlaten, vindt de aftekening van de van toepassing zijnde aangifte plaats door de Post op plaatsen die door de Minister van Financiën in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken zijn vastgesteld.

BB. Bijlage VI, Titel II, wordt als volgt gewijzigd:


BB.1. Deel A wordt als volgt gewijzigd:
- in vak 2: Afzender/exporteur, komt de eerste alinea te luiden:
Het in artikel 1, punt 16, bedoelde EORI-nummer vermelden. Indien de afzender/exporteur niet over een EORI-nummer beschikt, kan de douane hem voor de betrokken aangifte een ad-hocnummer toekennen.;
- in vak 8: Geadresseerde, komt de tweede alinea te luiden:
Wanneer een identificatienummer vereist is, het in artikel 1, punt 16, bedoelde EORI-nummer invullen. Indien aan de geadresseerde geen EORI-nummer is toegekend, het nummer invullen dat de wetgeving van de betrokken lidstaat voorschrijft.;
- in vak 14: Aangever/vertegenwoordiger, komt de eerste alinea te luiden:
Het in artikel 1, punt 16, bedoelde EORI-nummer vermelden. Indien de aangever/vertegenwoordiger niet over een EORI-nummer beschikt, kan de douane hem voor de betrokken aangifte een ad-hocnummer toekennen.;
- in vak 31: Colli en omschrijving van de goederen; merken en nummers – containernummer(s) – aantal en soort, wordt in punt 4 “Verordening (EG) 800/1999 houdende gemeenschappelijke bepalingen van het stelsel van restitutie bij uitvoer van landbouwproducten (Pb EG L 102 van 17 maart 1999)” vervangen door: Verordening (EG) nr. 612/2009 van de Commissie van 7 juli 2009 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (PbEU L 186);
- in vak 50: Aangever, komt de eerste zin te luiden:
Naam en voornaam of firmanaam en adres van de aangever, alsmede het in artikel 1, punt 16, bedoelde EORI-nummer vermelden. Wanneer het EORI-nummer is opgegeven, kunnen de lidstaten de aangever ontheffen van de verplichting om naam en voornaam of firmanaam en adres te vermelden.
BB.2. Deel C wordt als volgt gewijzigd:
- in vak 2: Afzender/exporteur, komt de derde alinea te luiden:
Wanneer een identificatienummer vereist is, het in artikel 1, punt 16, bedoelde EORI-nummer vermelden. Indien aan de afzender/exporteur geen EORI-nummer is toegekend, het nummer invullen dat de wetgeving van de betrokken lidstaat voorschrijft.;
- in vak 8: Geadresseerde, komt de eerste alinea te luiden:
Het in artikel 1, punt 16, bedoelde EORI-nummer vermelden. Indien de geadresseerde niet over een EORI-nummer beschikt, kan de douane hem voor de betrokken aangifte een ad-hocnummer toekennen.;
- in vak 14: Aangever/vertegenwoordiger, komt de eerste alinea te luiden:
Het in artikel 1, punt 16, bedoelde EORI-nummer vermelden. Indien de aangever/vertegenwoordiger niet over een EORI-nummer beschikt, kan de douane hem voor de betrokken aangifte een ad-hocnummer toekennen.;
- in vak 44, onderdeel 1. Bijzondere vermeldingen, wordt een nieuw onderdeel d. toegevoegd, luidende:
d. In geval van aangifte ten invoer voor het vrije verkeer en tot verbruik waarbij gebruik wordt gemaakt van de verleggingsregeling omzetbelasting als bedoeld in artikel 23 van de Wet op de omzetbelasting 1968, vermelden: "art. 23 Wet OB", alsmede de desbetreffende nationale code voor bijzondere vermeldingen gevolgd door het desbetreffende omzetbelastingnummer.
BB.3. In deel D, onder III wordt “Vo 800/1999” vervangen door: Vo 612/2009.

CC. Na bijlage IX wordt een bijlage ingevoegd, luidende:

Bijlage IXa

Titel I. Aankomstmelding

Lijst van functionele gegevenselementen die opgenomen moeten worden in het elektronische bericht om goederen, die geplaatst zijn onder de douaneregeling uitvoer, aan te brengen op het kantoor van uitgang. De “Aankomstmelding” zoals bedoeld in artikel 6:1a, eerste lid, van de regeling en artikel 796 quater van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

Nummer

Naam gegevenselement

Toelichting

1

MRN

Movement Reference Number (MRN), wordt gebruikt om elke individuele zending te identificeren

2

Douanekantoor van uitgang

Kantoor van uitgang waar de goederen het douanegebied verlaten, hebben verlaten of vermoedelijk gaan verlaten in de vastgestelde code (zie codeboek Sagitta, onderdeel ECS Uitgaan, tabel S20)

3

Datum/tijd aankomst

Datum en tijdstip van aankomst op de door de Douane aangewezen of goedgekeurde opslaglocatie

4

Naam van de locatie

Naam van de exacte locatie van door de Douane aangewezen of goedgekeurde opslaglocatie

5

Aanbrenglocatie

Door de Douane aangewezen of goedgekeurde aanbrenglocatie in de vastgestelde code (postcode, huisnummer)

6

EORI-nummer

Identificatie van degene die de goederen aanbrengt door middel van het door de Douane afgegeven EORI-nummer

Titel II. Bericht van lading

Lijst van functionele gegevens die opgenomen moeten worden in het elektronische bericht “Bericht van lading” (“Douanemanifest bij uitgang”) zoals bedoeld in artikel 6:2, tweede lid, van de regeling.

Nummer

Gegevenselement

Toelichting

1

Soort document

Soort document in de vastgestelde code (zie codeboek Sagitta, onderdeel algemeen, tabel A28)

2

Documentnummer

Het nummer van het handels- of administratief bescheid zoals een nummer van een manifest

3

Bezoeknummer

Uniek nummer die een vaar- of vliegtuig die een specifieke aankomst en / of een specifiek vertrek identificeert op dezelfde (lucht)haven

4

Douanekantoor van uitgang

Kantoor van uitgang waar de goederen het douanegebied van de Gemeenschap verlaten, hebben verlaten of vermoedelijk gaan verlaten in de vastgestelde code (zie codeboek Sagitta, onderdeel ECS Uitgaan, tabel S20)

5

EORI-nummer vervoerder

Identificatie – door middel van het door de Douane afgegeven EORI-nummer – van degene die de goederen buiten het douanegebied brengt, heeft gebracht of gaat brengen

6†

NAW gegevens vervoerder (carrier)

7‡

Contactgegevens vervoerder (carrier)

8

EORI-nummer agent

Identificatie – door middel van het door de Douane afgegeven EORI-nummer – van degene die het bericht van lading indient als dit een ander is dan onder 5

9‡

Contactgegevens agent

10

Reiscode

Identificatie van de vervoersbeweging, bijvoorbeeld reis- of vluchtnummer

11

Wijze van vervoer

Volgens de vastgestelde code de wijze van vervoer vermelden die overeenstemt met het actieve vervoermiddel waarop of waarin de goederen het douanegebied van de Gemeenschap verlaten, hebben verlaten of gaan verlaten (zie codeboek Sagitta, onderdeel algemeen, tabel A27)

12

Registratienummer vervoermiddel

Identificatie van het uitgaande vervoermiddel waarop de goederen het douanegebied van de Gemeenschap verlaten, hebben verlaten of gaan verlaten. Bij vervoer over zee het IMO-identificatienummer of het ENI-identificatienummer vermelden. Bij vervoer door de lucht hoeft dit gegeven niet ingevuld te worden

13

Naam vervoermiddel

Identificatie van het actieve vervoermiddel waarop de goederen het douanegebied van de Gemeenschap verlaten, hebben verlaten of gaan verlaten. Vermeld de naam van het vervoermiddel bij een vaartuig, vermeld de callsign bij een luchtvaartuig

14

Loshaven

Naam van de (lucht)haven of vrachtoverslagplaats of elke andere plaats waar de goederen gelost worden van het vervoermiddel

15

Verwachte vertrekdatum en tijdstip

(Verwachte) vertrekdatum en tijdstip van het actieve vervoermiddel waarop de goederen het douanegebied gaan verlaten of hebben verlaten

16

Soort document

Soort document op grond waarvan de goederen de EU gaan verlaten (bijvoorbeeld aangifte ten uitvoer of administratief geleiddocument), volgens de vastgestelde code (zie codeboek Sagitta, onderdeel ECS Uitgaan, tabel A28)

17

Nummer document

Nummer van het onder 16 vermeldde document

18

Volgnummer

Opvolgend nummer die elk apart artikel in een document of aangifte identificeert

19

Indicatie deelzending

Volgens de vastgestelde code vermelden of het een deelzending betreft (zie codeboek Sagitta, onder ECS Uitgaan, tabel N10

20

Bruto gewicht

Brutogewicht van alle goederen vermeld in het onder 16 en 17 genoemde document inclusief verpakking maar exclusief het materiaal van de degene die de goederen buiten het douanegebied van de Gemeenschap brengt, heeft gebracht of gaat brengen

21

Artikel/zendingnummer

Bij toepassing van artikel 841 bis van de Toepassingsverordening communautair douanewetboek (“transhipmnent”) wordt verwezen naar het artikel/zendingnummer van de Summiere Aangifte tijdelijke opslag zoals bedoeld in artikel 2:5

† Deze gegevens hoeven niet te worden vermeld als bij gegevenselement 5 een EORI-nummer is vermeld

‡ Deze gegevenselementen zijn optioneel

Titel III. Generale verklaring

Lijst van functionele gegevenselementen die opgenomen moeten worden in het elektronische bericht om van uitgaande vaartuig het uitgaan aan te kondigen (“vooraanmelding vertrek vervoermiddel”) door middel van een Generale verklaring (IMO/FAL 1 bij vertrek) zoals bedoeld in artikel 6:2, tweede lid, van de regeling

Nummer

Naam gegevenselement

Toelichting

1

Bezoeknummer

Uniek nummer die een vaar- of vliegtuig die een specifieke aankomst en / of een specifiek vertrek identificeert op dezelfde (lucht)haven

2

Aankomst/vertrek indicator

Met dit gegeven wordt aangegeven of het bericht wordt gebruikt voor een aankomst of voor een vertrek

3

Summiere omschrijving van de lading

Een beschrijving aan de hand waarvan de goederen te identificeren zijn

4

Aantal bemanningsleden

5

Aantal passagiers

6

Verwachte/werkelijke locatie

Locatie waar het vaartuig zich bevindt in de vastgestelde code (zie codeboek Sagitta, onderdeel ECS Uitgaan, tabel N24)

7

EORI-nummer vervoerder (carrier)

Identificatie – door middel van het door de Douane afgegeven EORI-nummer – van degene die de goederen buiten het douanegebied brengt, heeft gebracht of gaat brengen

8†

NAW gegevens vervoerder (carrier)

Naam van de marktdeelnemer die het bericht van lading indient

9‡

Contactgegevens vervoerder (carrier)

Contactpersoon van degene die de goederen buiten het douanegebied van de Gemeenschap brengt, heeft gebracht of gaat brengen

10

EORI-nummer agent

Identificatie – door middel van het door de Douane afgegeven EORI-nummer – van degene die het bericht vooraanmelding vertrek vervoermiddel indient als dit een ander is dan onder 7

11‡

Contactgegevens agent

Contactpersoon van degene die het bericht vooraanmelding vertrek vervoermiddel indient, als dit een ander is dan onder 9

12

Reiscode

Identificatie van de vervoersbeweging, bijvoorbeeld reis- of vluchtnummer

13

Wijze van vervoer

Volgens de desbetreffende vastgestelde code de wijze van vervoer vermelden die overeenstemt met het actieve vervoermiddel waarop of waarin de goederen het douanegebied van de Gemeenschap naar verwachting zullen verlaten (zie codeboek Sagitta, onderdeel ECS Uitgaan, tabel A27).

14

Type vervoer

Identification of description of the type of the means of transport being utilized, (zie codeboek Sagitta, onderdeel ECS Uitgaan, tabel N20)

15

Registratienummer vervoermiddel

Identificatie van het uitgaande vervoermiddel waarop de goederen het douanegebied van de Gemeenschap verlaten, hebben verlaten of gaan verlaten. Bij vervoer over zee het IMO-identificatienummer of het ENI-identificatienummer vermelden. Bij vervoer door de lucht hoeft dit gegeven niet ingevuld te worden

16

Naam

vervoermiddel

17

Nationaliteit vervoermiddel

Nationaliteit van het actieve vervoermiddel dat de Gemeenschap gaat verlaten volgens de vastgestelde code, (zie codeboek Sagitta, onderdeel ECS Uitgaan, tabel S01

18

Verwachte vertrekdatum/tijd

Volgens de vastgestelde code (zie codeboek Sagitta, onderdeel ECS Uitgaan, tabel N19).

19

Haven van volgende bestemming

Vermeld de roepnaam van het vaartuig

20

Roepnaam

21

Haven van vertrek

Volgens de vastgestelde code, codeboek Sagitta, onderdeel ECS Uitgaan algemeen, tabel N21

22

Andere havens

Vermeld de havens op de route volgens de vastgestelde code, codeboek Sagitta, onderdeel ECS Uitgaan, tabel N19

23

Certificaat van registratie

Vermeld het type van het certificaat waaronder het vaartuig geregistreerd is

24

Certificaatnummer

Vermeld het nummer van het bij 23 gevraagde certificaat

25

Certificaat registratiedatum

Vermeld de datum van afgifte van het onder 23 gevraagde certificaat

26

Plaats van registratie

Vermeld de plaats van afgifte van het onder 23 gevraagde certificaat volgens de vastgestelde code, (zie codeboek Sagitta, onderdeel ECS Uitgaan, Tabel N19)

27

Bruto tonnage vervoermiddel

Vermeld de brutotonnage van het vaartuig in ton / 1.000 kg

28

Netto tonnage vervoermiddel

Vermeld de nettotonnage van het vaartuig in ton / 1.000 kg

† Deze gegevens hoeven niet te worden vermeld als bij gegevenselement 7 een EORI-nummer is vermeld

‡ Deze gegevenselementen zijn optioneel

DD. In bijlage X worden in alfabetische rangschikking ingevoegd:

- Gemeente Delft, Erfgoed Delft eo, Delft

- Technische Universiteit Delft, Afdeling Bibliotheek, Delft

- Universiteit Leiden, Instituut voor prehistorie, Leiden

- Universiteit Leiden Departement culturele antropologie en ontwikkelingssocïologie, Leiden

- Universiteit Leiden bibliotheek, Leiden

- Universiteit Leiden Faculteit Letteren, Leiden

- Vereniging voor Christelijk wetenschappelijk onderwijs t.b.v. VU bibliotheek, Amsterdam

- Vereniging Koninklijk instituut voor de tropen, information and library services, Amsterdam

- Stichting Afrika studiecentrum, Leiden

- Stichting Nuffic, Den Haag

- Anne Frank Stichting, Amsterdam

- Nederlandse Stichting voor Leprabestrijding, Amsterdam

- Universiteitsbibliotheek Universiteit van Amsterdam, Amsterdam

- Stichting tot Exploitatie van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag

- Koninklijke Bibliotheek, Den Haag

- Stichting Rijksmuseum voor volkenkunde, Leiden

- Stichting Nationaal natuurhistorischmuseum Naturalis, Leiden

- Stichting Rijksmuseum van oudheden, Leiden

- Stichting Gemeentemuseum Den Haag, Den Haag

- Stichting museon (museum voor het onderwijs), Den Haag

EE. In bijlage XI worden in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

- Nationaal Herbarium Nederland Universiteit Leiden Vestiging, Leiden

- Universiteit Leiden Faculteit Der Geneeskunde, Leiden

FF. In bijlage XV wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

- Stichting Koninklijk Nederlands Geleidehondenfonds, Amstelveen

Artikel II

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdelen B, eerste lid, en BB, in werking met ingang van de dag na de datum van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 juli 2009.

3. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdelen B, tweede en derde lid, Z en AA in werking met ingang van de dag na de datum van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 april 2009.

4. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdelen C, D, F, V en W, in werking met ingang van 31 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. J.C. de Jager

Toelichting

Algemeen

Europese regelgeving
In 2005 en 2006 hebben de lidstaten van de Europese Unie, het Europees Parlement en de Europese Commissie de zogenoemde "veiligheidswijziging" van het Communautaire douanerecht vastgesteld met de adoptie van de Verordeningen 648/2005 1) en 1875/2006 2). Vervolgens zijn nog enkele verordeningen aangenomen die gevolgen hebben voor de inhoud en de toepassing van de veiligheidswijzing, met name Verordening 1192/2008 3), Verordening 312/2009 4) en Verordening 414/2009 5).
.....
1) Verordening (EG) Nr. 648/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek.
2) Verordening (EG) Nr. 1875/2006 van de Commissie van 18 december 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek.
3) Verordening (EG) nr. 1192/2008 van de Commissie van 17 november 2008 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek.
4) Verordening (EG) nr. 312/2009 van de Commissie van 16 april 2009 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek.
5) Verordening (EG) nr. 414/2009 van de Commissie van 30 april 2009 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (Voor de EER relevante tekst).

Op 1 januari 2008 zijn sommige bepalingen van de veiligheidswijziging van toepassing geworden. Te noemen is de regelgeving met betrekking tot de Geautoriseerde Marktdeelnemer of AEO (Authorised Economic Operator). Andere bepalingen zijn per 1 juli 2009 van toepassing. Het betreft onder meer de verplichting dat voor alle goederen die het douanegebied van de Europese Gemeenschap binnenkomen elektronisch een summiere aangifte bij binnenkomst wordt ingediend, de verplichting dat in de uitvoeraangifte bepaalde gegevens worden opgenomen, de verplichting dat voor goederen die in een haven worden gelost, een summiere aangifte voor tijdelijke opslag wordt ingediend en de verplichting dat in voorkomende gevallen een summiere aangifte bij uitgang wordt ingediend. Daarnaast dienen de douaneautoriteiten risicoanalyses voor veiligheidsdoeleinden uit te voeren op basis van de gegevens die in de (summiere) invoer- en uitvoeraangiftes zijn opgenomen en de resultaten van deze risicoanalyses met elkaar uit te wisselen.
De genoemde verordeningen noodzaken tot het regelen van enkele onderwerpen in nationale regelgeving, in het bijzonder in de Algemene douaneregeling. De onderwerpen die op 1 januari 2008 van toepassing zijn geworden noodzaakten niet tot aanpassing van Nederlandse regelgeving. De onderwerpen die per 1 juli 2009 van toepassing zijn, noodzaken wel tot aanpassing van Nederlandse regelgeving. Door middel van de onderhavige wijziging van de Algemene douaneregeling wordt in deze aanpassing voorzien.
De aanpassing heeft betrekking op de wijze waarop binnenkomende schepen en binnenkomende luchtvaartuigen en uitgaande goederen worden aangebracht en de vorm waarin een summiere aangifte voor tijdelijke opslag en een aangifte tot uitklaring van goederen moeten worden ingediend.

Naast de hiervoor besproken wijzigingen in Europese regelgeving is verordening 800/99 1) vervangen door verordening 612/2009 2). De voor de onderhavige regeling belangrijkste wijziging is de herschikking van de artikelen. Dit heeft tot gevolg dat diverse verwijzingen in artikel 1:2 en in Hoofdstuk 3 van de Algemene douaneregeling moeten worden aangepast. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd.
.....
1) Verordening (EG) nr. 800/99 van de Commissie van 15 april 1999 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (PbEU 1999, L 102).
2) Verordening (EG) nr. 612/2009 van de Commissie van 7 juli 2009 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (PbEU 2009, L 186).

Postwet 2009
De postmarkt is met ingang van 1 april 2009 geliberaliseerd. De Algemene douaneregeling verwijst in een aantal bepalingen naar de oude Postwet. Om ervoor te zorgen dat de Algemene douaneregeling waar nodig blijft aansluiten bij de wetgeving en de praktijk wordt de Algemene douaneregeling op een aantal punten gewijzigd.

Voorts worden de lijsten met instellingen, die gebruik kunnen maken van bepaalde vrijstellingen, bijgewerkt. Tot slot worden er enige technische wijzigingen aangebracht.

Administratieve lasten en budgettaire effecten
Bedrijfseffecten
Het belangrijkste deel van de wijzigingen past in de lijn om te komen tot automatisering van alle douaneprocedures. Met de onderhavige wijzigingen wordt aansluiting verkregen bij de Europese automatiseringssystemen binnen het zogenoemde e-Customs project. Over de wijze van invoering is, zowel op Europees niveau als op nationaal niveau, uitvoerig overgelegd geweest met het bedrijfsleven.

Door verdere automatisering zullen de administratieve lasten afnemen. Op het gebied van uitvoer en uitgaan van goederen worden procedures meer gestroomlijnd waardoor minder handelingen nodig zijn. Daar waar nu pas op automatisering wordt aangesloten zullen incidenteel de administratieve lasten hoger zijn.

Er zijn geen budgettaire gevolgen aan deze wijzigingen verbonden.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A (artikel 1:1)
Artikel 1:1 wordt aangevuld met artikelen die per abuis niet eerder waren genoemd in het artikel, maar waar de regeling wel uitvoering aan geeft.

Onderdeel B (artikel 1:2)
In het onderhavige artikel worden drie definities aangepast aan de wijzigingen in het Communautair douanewetboek en aan de liberalisering van de postmarkt.

Onderdelen C en D (artikelen 2:0 en 2:2)
De wijzigingen in de onderhavige artikelen komen er op neer dat binnenkomende schepen en luchtvaartuigen op twee momenten een elektronische melding aan de douane moeten doen.

De eerste melding moet worden gedaan minimaal 2 uur vóór aankomst in de haven en heeft de vorm van de generale verklaring IMO/FAL 1 als het om schepen gaat en de generale verklaring luchtvaart, zoals is voorzien bij het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Stb. 1947, 165) als het om luchtvaartuigen gaat. Daarnaast wordt ook de verwachte aankomsttijd (Estimated Time of Arrival – ETA) vermeld.

De tweede melding wordt gedaan op het moment van aankomst en aanbrengen en heeft dezelfde vorm als de eerste melding, met dien verstande dat de tweede melding de werkelijke aankomsttijd (Actual Time of Arrival – ATA) vermeldt. De tweede melding op het moment van aankomst dient, voor zover het de eerste binnenkomst van het vervoermiddel in de Gemeenschap betreft, tevens als bericht van aankomst in de zin van artikel 184 octies van de toepassingsverordening Communautair Douanewetboek.

Hiertoe wordt een nieuw artikel 2:0 ingevoegd, wordt het eerste lid van artikel 2:2 gewijzigd en vervalt het derde lid van artikel 2:2.

Onderdeel F (artikel 2:5)
Vanaf 1 juli 2009 is voor goederen die gelost worden op grond van artikel 186 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek een summiere aangifte voor tijdelijke opslag verplicht. Deze kan gedaan worden door verwijzing naar de eerder ingediende summiere aangifte bij binnenkomst, alleen in de eerste zee- of luchthaven van de Gemeenschap, of door het indienen van een nieuwe summiere aangifte voor de te lossen goederen. Omdat de toepassingsverordening Communautair douanewetboek geen eisen aan de indiening van de aangifte stelt, is in artikel 2:5 opgenomen dat de aangifte verplicht elektronisch moet en de gegevens van bijlage 30bis van de TCDW moet bevatten.

Onderdelen G tot en met T (artikelen 3:17 tot en met 3:23 en 3:25 tot en met 3:31)
In de onderdelen G tot en met T wordt de herschikking van artikelen, die het gevolg is van de vervanging van verordening 800/99 door verordening, 612/2009 verwerkt in de Algemene douaneregeling. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd.

Onderdeel U (artikel 4:18)
Ter verduidelijking is aan de term IMO/FAL 1 "bij vertrek" toegevoegd. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd.


Onderdeel V (artikel 6:1a)

Het nieuwe artikel 6:1a eerste lid is de uitwerking van artikel 796 quater van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek. Volgens deze bepaling kunnen de lidstaten eisen dat de aankomst op het kantoor van uitgang elektronisch wordt gemeld.
Bij het tweede lid van 6:1a gaat het bijvoorbeeld om proviandgoederen.

Onderdeel W (artikel 6:2)
De douane ontvangt vóór het laden van het vervoermiddel een bericht van alle goederen die in de betreffende zee- of luchthaven geladen gaan worden. De specificaties van de gegevens die in het bericht moeten staan zijn opgenomen in bijlage IXa.

Daarnaast moet een bericht worden gestuurd over het vervoermiddel; bij zee de IMO FAL 1 bij vertrek en bij lucht de Generale verklaring luchtvaart.

Onderdelen X en Y (artikelen 7:2 en 7:2a)
In artikel 7:2 wordt een wijziging aangebracht die er toe leidt, dat de groep van instellingen en organisaties die goederen in het vrije verkeer willen brengen met vrijstelling van rechten bij invoer, wordt uitgebreid.
Na artikel 7:2 wordt een nieuw artikel ingevoegd dat de procedure beschrijft voor instellingen en organisaties die opgenomen willen worden in een bijlage bij de regeling.

Onderdelen Z en AA (artikelen 7:29 en 7:30)
In de onderhavige artikelen worden wijzigingen aangebracht die zijn ingegeven door de liberalisering van de postmarkt. Om te verzekeren dat het douanetoezicht ook in een vrije postmarkt kan worden uitgeoefend worden de voorschriften omtrent plaatsen waar internationaal postverkeer wordt afgehandeld aangepast.

Onderdeel BB (bijlage VI)
Naar aanleiding van de wijzigingen in de communautaire wetgeving met ingang van 1 juli 2009 zijn ook onderdelen van de toelichting op het Enig document gewijzigd. Bijlage VI wordt daaraan aangepast.

Onderdeel CC (bijlage IXa)
Op basis van deze regeling wordt een aantal elektronische berichten verplicht gesteld. In de Titels I tot en met III zijn de functionele gegevens van deze berichten opgenomen. Een aantal van deze gegevens is conditioneel (ze hoeven alleen in bepaalde gevallen te worden opgenomen) en een aantal van de gevraagde gegevens is optioneel (het staat de indiener van het bericht vrij om ze aan te leveren).
De technische specificaties zijn raadpleegbaar in de Message Implementation Guide (MIG). Op www.douane.nl is te lezen hoe de MIG te raadplegen is.

Onderdelen DD, EE en FF (bijlage X, XI en XV)

Aan de lijsten met instellingen, die op grond van de wetgeving beroep kunnen doen op een bepaalde vrijstelling, wordt een aantal instellingen toegevoegd.

Artikel II


De onderdelen uit artikel I van de wijzigingsregeling die betrekking hebben op de liberalisering van de postmarkt treden in werking met terugwerkende kracht tot en met 1 april 2009. Op die datum is de nieuwe Postwet 2009 en de bijbehorende lagere regelgeving in werking getreden.

De onderdelen uit artikel I die betrekking hebben op de gewijzigde communautaire wetgeving met ingang van 1 juli 2009 werken terug tot en met die datum.

De onderdelen waarbij bepaalde elektronische berichten verplicht worden gesteld treden in werking met ingang van 31 januari 2010. Vanaf die datum zullen de noodzakelijke systemen gereed zijn.

De overige artikelen treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager