Groen licht voor beperkte CO2-opslag Barendrecht

Minister Jaqueline Cramer (Ruimte en Milieu) en Maria van der Hoeven (Economische Zaken) geven onder voorwaarden het groene licht voor beperkte CO2-opslag bij Barendrecht. Dat schrijven ze in een brief (doc, 116 KB) aan de Tweede Kamer.

De bewindslieden hebben besloten het project te faseren. In eerste instantie zal de opslag alleen plaatsvinden in het kleine veld onder Carnisselande, waar plaats is voor 0,8 megaton CO2. Na de opslag in dit kleine Barendrecht-veld vindt (na enkele jaren) een evaluatie plaats. Alleen indien zich geen problemen hebben voorgedaan, zal de vergunningverlening voor het tweede grotere veld bij Barendrecht-Ziedewij aan de orde zijn. Hier is ruimte voor ongeveer 9 megaton.

De ministers beargumenteren dat afvang en opslag van CO2 (Carbon Capture Storage of CCS) noodzakelijk is als overgangstechnologie om de schade voor het klimaat zoveel mogelijk te beperken. Doel is dat CCS fors bijdraagt aan de vermindering van CO2-uitstoot de komende decennia. Er is naar verwachting opslagruimte voor 800 megaton CO2 op zee en eveneens 800 megaton op land. Dit is goed voor de opslag van 40 megaton per jaar gedurende 40 jaar, wat overeenkomt met 20 procent van onze huidige jaarlijkse CO2 uitstoot.

Cramer en Van der Hoeven kondigen bovendien aan dat zij met een vorm van wettelijke verplichting zullen komen om te zeker te stellen dat CCS wordt toegepast. Voorjaar 2010 zullen zij de Tweede Kamer daarover nader informeren.

Ten aanzien van projecten voor opslag op zee geven de ministers aan dat vanuit het Rijk het E.ON /Elektrabel project financieel zal worden ondersteund. Dit project is geselecteerd door de Europese Commissie voor grootschalig afvang en opslag vanaf 2015 .

Ten aanzien van opslag op land benadrukken de ministers dat ze in samenwerking met private partijen een tweede, grootschalig opslagproject willen ontwikkelen, bij voorkeur in Noord Nederland. Ook dit zou in 2015 moeten starten.

Veilig

De ministers stellen vast dat overtuigend aangetoond is dat CO2-opslag in de lege gasvelden onder de wijken Carnisselande en Ziedewij veilig kan plaatsvinden.

Eerder verscheen een integrale veiligheidsanalyse van de Milieudienst Rijnmond (DCMR) en een aantal toezichthouders. Hoofdconclusie was dat wettelijke veiligheidsnormen nergens in de keten van het project overschreden worden. Dit bevestigde het eerdere beeld uit de milieu- effectrapportage (MER) en het oordeel van de onafhankelijke commissie MER.

Aanvullend onderzoek van TNO naar de locatiekeuze toonde aan dat Barendrecht geo-technisch het meest geschikte veld is voor dit project. Een alternatieve locatie was het veld P6-Zuid op de Noordzee, 45 kilometer uit de kust bij Alkmaar. De ministers zien deze optie niet als een realistisch alternatief. Het doel van de ter beschikking gestelde subsidie van 30 miljoen euro was primair versnelde invoering van CO2-opslag op het land. Op de Noordzee loopt reeds een succesvol kleinschalig project bij het boorplatform K12-B. Een nieuw project op zee zou hier weinig aan toevoegen. Ook zou dit alternatief jaren vertraging opleveren wat de zin van het project met het oog op de grote projecten van 2015 sterk zou verminderen. Daarnaast is onzeker of, wanneer en tegen welke kosten de vergunninghouder van het alternatief op zee zou willen participeren.

De ministers benadrukken dat ze de lokale opvattingen en gevoelens over het project in hun eindafweging hebben betrokken. Zij hechten grote waarde aan de gesprekken die zij het afgelopen jaar met bewoners en bestuurders van Barendrecht en Albrandswaard hebben gevoerd. Met de extra onderzoeken en aanvullende eisen is naar hun oordeel voldoende tegemoet gekomen aan de verzoeken vanuit de gemeenten om meer informatie en meer zekerheden. Ze zullen hun besluit binnenkort in een openbare raadsvergadering in Barendrecht toelichten. De ministers in hun Kamerbrief: "Het klimaatprobleem is groot en vraagt om krachtig beleid. Daarbij moeten nationale én lokale én persoonlijke belangen zorgvuldig worden gewogen. Wij willen gezamenlijk echt iets veranderen en de hier gepresenteerde acties zijn een belangrijke stap op weg naar het op korte termijn beperken van onze CO2 uitstoot."