Antwoorden op de vragen van de Kamerleden Sap, Gill’ard en Heerts, Van Miltenburg en Teeven en Koser Kaya over zwangerschap en overtijdbehandeling

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

PG-K-U-2959447

In deze brief beantwoordt staatssecretaris Bussemaker mede namens de Minister van Justitie, de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Sap (GroenLinks), Gill’ard en Heerts (beiden PvdA), Van Miltenburg en Teeven (beiden VVD) en Koser Kaya (D66) over zwangerschap en overtijdbehandeling.

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de kritiek van Women on Waves naar aanleiding van de beantwoording van Kamervragen over het Besluit afbreking zwangerschap en de vervolging van Women on Waves? *)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Wat is uw reactie op de kritiek van Women on Waves dat u de Wet afbreking zwangerschap verkeerd interpreteert en een misleidende uitleg geeft?

Antwoord 2
De vijf belangrijkste punten van kritiek die door Women on Waves worden geuit zal ik hierna behandelen, maar ik stel voorop dat ik deze kritiek in het geheel niet kan delen en het verwijt van misleiding van de hand wijs. Ik heb dit ook benadrukt in het rechtstreeks debat met Women on Waves dat ik op 21 september jl. op uitnodiging van Women Inc. met hen heb gevoerd.

1 Foute en misleidende uitleg van de huidige abortuswet
WoW wijst erop dat bij de wet waarmee de Waz werd vastgesteld ook het huidige artikel 296 in het Wetboek van Strafrecht (hierna Sr) werd opgenomen. WoW meent dat gelet hierop de definitie van een zwangerschap in beide wetten gelijk moet zijn. WoW betoogt dat omdat de Waz niet van toepassing is op de overtijdbehandeling, artikel 296 Sr ook niet van toepassing kan zijn op de overtijdbehandeling. In die redenering is artikel 296 Sr pas van toepassing vanaf 16 dagen overtijd.

Deze redenering is onjuist. Het wetsvoorstel waarmee de Waz in 1981 is vastgesteld bestond uit verschillende onderdelen. Met artikel I werd de Waz vastgesteld en met artikel II is het Wetboek van Strafrecht gewijzigd. Beide wetten bestaan naast elkaar en regelen de materie van zwangerschapsafbreking vanuit een verschillende achtergrond en invalshoek. In de Waz worden regels gesteld van medische en organisatorische aard, volgens welke afbreking van zwangerschap op verantwoorde wijze kan plaats vinden. In het Wetboek van Strafrecht is bepaald welke gedragingen strafwaardig zijn en de uitzonderingen daarop die tot straffeloosheid leiden. De wijziging van artikel 296 Sr is dus geen onderdeel van de Waz.
Omdat destijds niet in alle gevallen de zwangerschap met zekerheid kon worden vastgesteld volgt uit de ontstaansgeschiedenis en uit de jurisprudentie van de Hoge Raad, dat de Waz niet van toepassing is op de overtijdbehandeling. Artikel 296 Sr is wel van toepassing op de overtijdbehandeling, omdat dit artikel gericht is op het in behandeling nemen van een vrouw met het oog op afbreking van zwangerschap, terwijl de arts weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de vrouw zwanger is. Op welke wijze hij die wetenschap of dat vermoeden verkrijgt, is voor de strafbaarstelling niet essentieel. Aan die behandeling worden vervolgens die eisen gesteld die daaraan volgens de Waz worden gesteld met uitzondering van de vaste beraadtermijn, wil het beroep van de arts op straffeloosheid slagen. De medisch-technische ontwikkelingen maken het nu mogelijk dat de arts zich altijd vergewist van het bestaan van de zwangerschap bij de vrouw, voordat hij tot behandeling overgaat, maar dit brengt geen wijziging in de reikwijdte van de strafbepaling. Een wijziging in de feitelijk bestaande situatie is door de voorgestelde wijziging van het Baz niet beoogd. Artikel 296 Sr is van toepassing op zeer prille zwangerschappen, zodra deze door de arts zijn vastgesteld.

2 De bewindslieden gaan voorbij aan de Hoge Raad en Raad van State
Ook dit is niet juist. Uit de uitspraak van de Hoge Raad uit 1995 blijkt dat de overtijdbehandeling niet onder de Waz valt. De Hoge Raad heeft zich met de uitspraak slechts uitgesproken over de reikwijdte van de Waz en niet over de reikwijdte van het Wetboek van Strafrecht.
De Raad van State heeft zijn laatste uitspraak gedaan in verband met de vergunningverlening aan WoW op grond van de Waz en heeft geoordeeld dat op grond van de Waz geen vergunning nodig is voor een overtijdbehandeling. De Raad van State heeft in deze uitspraak niet het oog gehad op het Wetboek van Strafrecht, dat bepaalt dat de arts straffeloos is als hij de behandeling uitvoert in een ziekenhuis of een kliniek die daarin volgens de Waz mag worden verricht. Die behandeling heeft ook betrekking op de overtijdbehandeling. 3 De bewindslieden weigeren een juridische definitie van zwangerschap
Op zich is het juist dat de Waz geen definitie bevat van een zwangerschap en dat niet het voornemen bestaat een dergelijke definitie in de Waz op te nemen. Het is niet wenselijk een dergelijke definitie in de Waz op te nemen, omdat voldoende is te bepalen dat een zwangerschap naar de daarvoor geldende regels der geneeskunst en stand der wetenschap wordt vastgesteld door een arts.

4 De bewindslieden geven onjuiste informatie over de wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap
De conclusie dat door de wijziging van de Baz de overtijdbehandeling onder artikel 296 Sr is komen te vallen en dat dit voorheen niet het geval was, mist grondslag. Deze situatie bestaat al sinds de inwerkingtreding van de Waz en is in de Kamer bevestigd hetgeen blijkt uit Kamerstuk II 1990/91, 18 386, nr. 38 p. 2. Feitelijk wordt door de wijziging van de Baz de huidige stand van zaken bevestigd dat de overtijdbehandeling formeel-juridisch niet onder de Waz valt, maar dat daarvoor op basis van artikel 296 van het Wetboek van Strafrecht materieel (met uitzondering van de vaste beraadtermijn) wel de zorgvuldigheidseisen van de Waz gelden.

5 Women on Waves kan geen overtijdbehandelingen meer uitvoeren
Aan Wow is een vergunning verstrekt op grond van artikel 6 Waz. Nu WoW over de benodigde vergunning beschikt mag zij dus overtijdbehandelingen verrichten, mits zij de voorzieningen die zich bevinden in de mobiele behandelkliniek bij zich heeft. [Een rechtspersoon kan als kliniek worden aangemerkt als wordt voldaan aan de in de Wet afbreking zwangerschap en het Besluit afbreking zwangerschap gestelde eisen. De organisatie, werkwijze, personeel, huisvesting en uitrusting moeten kunnen waarborgen dat de behandeling voldoet aan de eisen die daaraan uit medisch en verpleegkundig oogpunt behoren te worden gesteld, alsmede omtrent de samenstelling van het bestuur (artikel 6 Waz). Als aan deze eisen is voldaan, volgt er een inspectie door de IGZ en bij positief advies wordt een vergunning verleend. Op dat moment is er sprake van een kliniek en kunnen er op legale wijze overtijdbehandelingen en abortussen worden uitgevoerd. Daarnaast kan WoW met de huidige vergunning ook een extra vergunning aanvragen voor een tijdelijk te treffen voorziening. Hiermee is tegemoetgekomen aan de wens van WoW om in verre landen niet gebonden te zijn aan de mobiele behandelkliniek. WoW kan dus legaal overtijdbehandelingen uitvoeren, waar ook ter wereld, mits voldaan wordt aan de eisen die in de vergunning worden gesteld.

Vraag 3
Kunt u uitleggen waarom de overtijdbehandeling niet onder artikel I van de Wet afbreking zwangerschap valt, maar wel onder artikel II van deze wet? Wat is uw reactie op de kritiek van Women on Waves dat dit onjuist en juridisch onmogelijk is?

Antwoord 3
De wet van 1 mei 1981 waarmee de Wet afbreking zwangerschap werd vastgesteld, bevatte een aantal afzonderlijke artikelen waarmee onder andere het Wetboek van Strafrecht werd gewijzigd. Tegelijkertijd met het vaststellen van de Waz is artikel 296 nagenoeg in de huidige vorm aan het Wetboek van Strafrecht toegevoegd. Opgemerkt zij hierbij dat de Waz en het Wetboek van Strafrecht daarmee twee afzonderlijke wetten blijven met hun eigen regime en hun eigen toepassingsbereik. Dat maakt het mogelijk dat de overtijdbehandeling niet valt onder de Waz doch wel onder artikel 296 van het wetboek van Strafrecht.
Ik verwijs voorts naar mijn antwoord onder 2.1.

Vraag 4
Bent u bereid te omschrijven wat de definitie van zwangerschap is, en wanneer wat u betreft sprake is van een zwangerschap? Zo ja, bent u bereid hierover ook in de Wet afbreking zwangerschap helderheid te verschaffen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4
Nee. Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 2.3.

*) Women on Waves: “Staatssecretaris Bussemaker en Minister Hirsch Ballin lichten Tweede Kamerleden verkeerd voor” http://www.womenonwaves.org/article-2112-en.html