Onthulling Erasmusbeeld Toespraak door staatssecretaris Albayrak van Justitie bij de onthulling van het Erasmusbeeld te Gouda op 27 oktober 2009.

Toespraak door staatssecretaris Albayrak van Justitie bij de onthulling van het Erasmusbeeld te Gouda op 27 oktober 2009.

Dames en heren,

Mij is gevraagd om vandaag te spreken over Erasmus en vrede. Dit mede in het kader van de week van de nationale geschiedenis.

In de tijd van Erasmus was er weinig vrede. Er was veel oorlog, en veel onrust in Europa, de bekende wereld van toen. Het was een tijd van grote ontwikkelingen, de overgang van de middeleeuwen naar de renaissance. De boekdrukkunst werd uitgevonden, de christelijke kerk werd uiteengescheurd door de reformatie. Velen zeiden dat Erasmus hier schuld aan had, omdat hij, onder andere in zijn ‘Lof der zotheid’, misstanden in de kerk aan de kaak stelde. Zelf vond hij dat "In een vrije staat ook de tongen vrij moeten zijn."

Erasmus had een vooruitziende blik. Hij was een raswetenschapper, een humanist, iemand die uitging van de rede en niet van dogma’s. Hij dreef de spot met maatschappelijk onrecht en domheden.

En hij had een sterke afkeer van oorlog, getuige ook zijn uitspraak: “Wat is er zotter dan om welke redenen ook een strijd aan te gaan waar beide partijen meer nadeel dan voordeel van ondervinden?”

In een aantal brieven en geschriften heeft Erasmus de kern van zijn gedachten over oorlog en vrede geformuleerd. Hij vertelt over de ellendige gevolgen van alles wat met oorlogshandelingen te maken heeft. Alle geschillen kunnen volgens hem vreedzaam worden opgelost, van privé-veten tot en met oorlogen tussen vorsten. Vrede bevordert bovendien welzijn en welvaart. Maar om de vrede te bevorderen kon Erasmus weinig meer doen dan herhaaldelijk oproepen tot eensgezindheid van de machthebbers en hun krijgszucht aan de kaak stellen. In zijn tijd bestond er nog geen democratische rechtsstaat. Die hebben we vandaag de dag gelukkig wel: wij zijn niet afhankelijk van de grillen van een heerser of een partijdige rechter.

We leven in een tijd van grote technische vooruitgang, in een globaliserende wereld die veel mogelijkheden biedt. Niettemin zijn de middelen ongelijk verdeeld en is er nog steeds veel oorlog en onrust in de wereld. We spannen ons als kabinet in om dit tegen te gaan. In Nederland, in Europa en in de wereld.

Ook Gouda, uw stad is de laatste jaren vaak in het nieuws geweest, vanwege overlast en criminaliteit door allochtone jongeren. Mensen uit verschillende culturen en godsdiensten vinden het moeilijk om met elkaar samen te leven. De gemeente werkt hier hard aan, met steun van het Rijk. Het is goed dat u deze bijeenkomst heeft georganiseerd, en dat wij ons vandaag afvragen: hoe gaat dat eigelijk, in vrede samenleven?

Daar is helaas geen kant en klare formule voor. Maar er zijn wel een aantal randvoorwaarden nodig.

Zoals een democratisch bestel, waar de volksvertegenwoordiging wordt gekozen door de meerderheid. Een overheid, die orde handhaaft, conflicten beslecht, zorgt voor gelijke kansen en de zwakkeren beschermt. En een rechtsstaat die de overheid en de burger aan regels bindt.

De basis van deze regels staat in onze Grondwet en in internationale verdragen. Daarin zijn ook de mensenrechten opgenomen. Deze vormen wat mij betreft de essentiële weerslag van wat nodig is om in vrede samen te leven.

Zij bieden de garantie dat ieder mens gelijk wordt behandeld, ondanks geloof, achtergrond, sekse of etniciteit. Zij garanderen de vrijheden van godsdienst en meningsuiting, de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, het recht op privacy, rechtsbescherming en het recht op betoging. En zo zijn er meer basale rechten die we nationaal en internationaal hebben erkend.

We moeten ons altijd blijven realiseren dat de mensenrechten niet iets vanzelfsprekends zijn, maar het resultaat van eeuwen strijd en emancipatie.

Een vreedzame samenleving is alleen mogelijk wanneer begrippen als gerechtigheid, gelijkwaardigheid, humaniteit, respect en solidariteit centraal staan. Een samenleving die deze kernwaarden verdedigt zal stabieler zijn, en dus veiliger. Een stabiele en vreedzame samenleving zorgt op zijn beurt weer voor economische en sociale vooruitgang. Deze gedachte heeft kort na de Tweede Wereldoorlog geleid tot de totstandkoming van het Europese mensenrechtensysteem, en het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en fundamentele vrijheden.

In mijn ogen zijn mensenrechten zijn het noodzakelijke cement van een bouwwerk waarin we al meer dan 60 jaar vrede hebben. We hebben ons met ons volle besef aan die mensenrechtelijke verplichtingen gecommitteerd.

En het is onze taak als gemeenschap, en voor mij als bewindspersoon, om pal achter die mensenrechten te staan. Ook in een tijd waarin mensenrechten door sommigen worden gezien als een hinderlijk obstakel om bepaalde maatschappelijke problemen ‘nou eens écht aan te pakken’.

Het is mijn overtuiging dat we de maatschappelijke problemen die er zijn wel degelijk effectief kunnen aanpakken zónder dat we daarbij de kernwaarden van onze samenleving opzij hoeven te zetten. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat mensenrechten geen onderwerp van discussie mogen zijn. Juist wel, want mensenrechten zijn dynamisch en niet statisch.

Maar om samen een stabiel huis te bouwen, is meer nodig dan cement. Om in vrede te leven, vraagt meer dan alleen mensenrechten en kernwaarden. De overheid heeft de verplichting om orde te handhaven en criminaliteit en overlast tegen te gaan. Daarnaast eist het van ons allemaal de juiste instelling. Zoals Erasmus zei: "Een groot deel van de vrede bestaat erin de vrede van harte te willen."

Gelukkig toont de dagelijkse realiteit ons dat samenleven in vrede geen utopie is, geen ongrijpbaar doel. In verreweg het grootste deel van ons land leven mensen met vele verschillende achtergronden met elkaar samen, zonder oorlog, zonder geweld, zonder onderdrukking. Ook hier in Gouda zijn er mensen met verschillende achtergronden, en verschillende culturen, die toch in vrede samenleven. Daarmee mogen we ons gelukkig prijzen.

Moge het beeld dat ik vandaag heb onthuld dan ook het bewijs zijn van onze verworvenheden: de democratische rechtsstaat waar we trots op moeten zijn, en de mensenrechten die het cement vormen van onze pluriforme, multi-etnische en veelzijdige samenleving.

En moge dit beeld, van de denker Erasmus, voor alle mensen in Gouda een voortdurende aanmoediging zijn: om elkaar recht in de ogen kijken, de handen ineen te slaan en samen te werken aan vrede.

Dank u wel.