Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over de collectieve ontslagname van negen psychiaters bij GGZ

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ/CGG-2959697

2 oktober 2009
Betreft Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over de collectieve ontslagname van negen psychiaters bij GGZ Delfland (2009Z16658).

Hoogachtend,

de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink


Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Gerven over de collectieve ontslagname van negen psychiaters bij GGZ Delfland.
(2009Z16658)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat negen psychiaters collectief ontslag hebben genomen bij GGZ Delfland vanwege intimidatie en aanzet tot fraude van de Raad van Bestuur waardoor de kwaliteit van de patiëntenzorg in gevaar komt volgens deze psychiaters? Zijn deze in de pers gemelde zaken waar?

Vraag 2

Is de veiligheid van en de zorg voor patiënten in het geding en is continuïteit van zorg gewaarborgd?

Vraag 3

Wat is het oordeel van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over de ontstane situatie? Dient de IGZ niet in te grijpen?

Ik heb de IGZ gevraagd om een overzicht te geven van de situatie bij GGZ Delfland. Dit heeft geleid tot het volgende, door de IGZ aangereikte feitenrelaas. Dit feitenrelaas gaat in op de door u onder 1, 2 en 3 gestelde vragen. Overigens wil ik naar aanleiding van vraag 1 opmerken dat de negen psychiaters hun ontslag tot nu toe hebben aangekondigd. Eén van hen heeft een ontslagbrief ingediend.

Voorgeschiedenis
Met een brief gericht aan de Raad van Bestuur (RvB) en Raad van Toezicht (RvT) hebben 15 psychiaters van GGZ Delfland op 8 april jl. het vertrouwen in de RvB van GGZ Delfland opgezegd. De IGZ ontving een afschrift van deze brief.
Directe aanleiding voor het opzeggen van het vertrouwen was een conflict tussen de psychiaters en de RvB over de A-opleider psychiatrie. De RvB werd door de psychiaters beschuldigd van fraude, in casu het aanzetten tot valsheid in geschrifte. Deze fraude had enerzijds betrekking op het aanstellen van een A-opleider en anderzijds op vermeend vervalste suïciderapportages aan de IGZ.
Bij de psychiaters waren voorts zorgen over onderbezetting van psychiaters vanwege het vertrek van verschillende collega’s, onvoldoende voorwaarden voor supervisie en werkbegeleiding van arts-assistenten en een onveilige werksfeer.

Acties IGZ
Op 9 april heeft de IGZ de RvB gevraagd om een reactie op en opheldering over genoemde brief. Voorafgaand aan het op 15 april met hen geplande gesprek heeft de IGZ aan de RvB gevraagd om schriftelijk aan te geven welke eventueel noodzakelijke maatregelen men had genomen of zou nemen om de veiligheid, kwaliteit en continuïteit van de patiëntenzorg te waarborgen (risico-inschatting + maatregelen).

Tijdens het gesprek op 15 april gaf de RvB te kennen de achtergronden van het conflict anders te beleven. Op aangeven van de IGZ gaf zij tevens aan dat zij maatregelen zou nemen om uit de impasse te geraken.
Door de RvB is, zowel schriftelijk als mondeling, benadrukt dat er geen sprake van was dat de kwaliteit en continuïteit van zorg in gevaar was of op korte termijn in gevaar zou komen.

De IGZ had op dat moment ook geen andere redenen om aan te nemen dat de patiëntenzorg binnen GGZ Delfland gevaar liep; het afgelopen jaar waren diverse bezoeken gebracht aan de instelling (onder meer: doorlichting separeerbeleid, doorlichting schizofreniezorg, onderzoek diverse meldingen) waaruit geen aanwijzingen voor ondermaatse zorgverlening waren gebleken. Ook was geen sprake van een toename van calamiteitenmeldingen of een toename van signalen van derden over ondermaatse patiëntenzorg binnen GGZ Delfland.

Op 29 april zijn alle psychiaters die de brief hadden ondertekend door de IGZ uitgenodigd voor een hoorzitting, waarin hen is gevraagd de klachten toe te lichten en nader te onderbouwen. De IGZ heeft aangegeven een onderscheid te willen maken tussen klachten over de vermeende fraude enerzijds en klachten over een vermeend onverantwoorde zorgpraktijk anderzijds.
Een delegatie van 5 psychiaters heeft de klachten ten kantore van de IGZ toegelicht. De klachten hadden betrekking op het vertrek van diverse collega-psychiaters, gebrekkige communicatie tussen de RvB en professionals/psychiaters en dreigende tekortkomingen in de patiëntenzorg. Daadwerkelijke tekortkomingen in de patiëntenzorg kon men niet noemen of aantonen. De psychiaters zijn uitgenodigd om concrete aanwijzingen over tekortkomingen in de patiëntenzorg als calamiteit bij de IGZ te melden. (Dergelijke signalen hebben de IGZ overigens niet bereikt- met uitzondering van een zeer recente melding van een derde (niet zijnde een van de destijds betrokken psychiaters) die onderzocht wordt conform de Leidraad Meldingen van de IGZ).

Ingezet handhavingsbeleid: geïntensiveerd toezicht
De IGZ constateert op basis van de gesprekken op 15 en 29 april dat er sprake is van een (hevig) vertrouwensconflict tussen de RvB en een deel van de professionals binnen GGZ Delfland. Zij constateert voorts dat er op dat moment geen concrete aanwijzingen zijn voor tekortschietende patiëntenzorg, maar dat het wel zaak is dat op zo kort mogelijke termijn de gerezen samenwerkingsproblemen worden geëlimineerd om te voorkómen dat de patiëntenzorg onder het conflict gaat leiden.
De IGZ heeft voorts contact gelegd met een afvaardiging van de RvT. Op basis hiervan constateert zij dat de RvT nadrukkelijk het vertrouwen in de koers van de RvB uitspreekt.

Kortom: de IGZ constateert forse bestuurlijke problemen, vooralsnog zonder aantoonbaar kwaliteitsverlies voor de zorg, terwijl het vertrouwen in het zelfoplossend vermogen van de RvB in kwestie – zij het nadrukkelijk met externe begeleiding, zie hierna - nog niet is verdwenen. In dergelijke situaties – vergelijk de cases elders in de curatieve zorg: Orbis, Vlietland ziekenhuis, IJsselmeerziekenhuizen – zet de IGZ in op geïntensiveerd toezicht. De IGZ zet deze vorm van geïntensifieerd toezicht in wanneer er sprake is van ernstige financiële, bestuurlijke of post-fusieproblematiek, waardoor de patiëntenzorg potentieel bedreigd wordt, vooral omdat de aandacht van de leiding afgeleid wordt van haar verantwoordelijkheid voor kwaliteit en veiligheid van zorg.
Dit houdt in dat aan de RvB de gelegenheid wordt gegeven om, met hulp van externen, orde op zaken te stellen. Gelijktijdig wordt de RvB gevraagd om een inschatting van de risico’s voor de patiëntenzorg aan de IGZ op te sturen. Op beide punten dient de RvB frequent, schriftelijk en mondeling, terug te koppelen aan de IGZ. Dit is de afgelopen periode tweewekelijks gebeurd. Enerzijds vond terugkoppeling plaats over de voortgang van het ingezette onderzoek/traject ter eliminatie van de problemen (zie hieronder), anderzijds vond terugkoppeling plaats over (het uitblijven van) risico’s voor de patiëntenpopulatie.
Het traject van geïntensiveerd toezicht kent twee mogelijke uitkomsten: oplossing van de problemen en opheffing van het geïntensiveerd toezicht of, bij aanhoudende problemen, overgang in verscherpt toezicht.

Acties binnen GGZ Delfland ihkv geïntensiveerd toezicht
In april heeft de IGZ de RvB verzocht om op zo kort mogelijke termijn diverse deelonderzoeken in gang te zetten ter eliminatie van de gerezen problemen. Hierbij heeft de IGZ gevergd dat onafhankelijke, externe begeleiding ingeroepen zou worden bij de uitvoering van dit onderzoek en ter beslechting van het conflict.

Begin mei stelt een onafhankelijk psychiater in dit verband een onderzoek in naar de beschuldigingen, geuit door 4 psychiaters over het vervalsen van suïciderapportages aan de IGZ. De geanonimiseerde rapportages over de periode 2007 t/m mei 2009 werden beoordeeld. Het onderzoek gaf geen aanwijzingen dat er sprake zou zijn van vervalsing of onjuiste informatie in de suïciderapportage. Geconstateerd werd dat er “nauwlettend op toegezien werd dat er, zowel in de definitieve rapportages aan de inspectie, als ook in de eigen interne onderzoeken zo concreet mogelijk is weergegeven wat de werkelijke feiten en omstandigheden waren rond de patiënt en in de relatie tussen patiënt en (de medewerkers van) GGZ Delfland, en dat er niet is geschroomd om (soms pijnlijke) knelpunten en eventuele verbeteracties aan te geven.” Deze conclusie is gerapporteerd aan de IGZ. De conclusie kwam overeen met de eerdere indruk van de IGZ zelf omtrent het aanleveren van suïciderapportages.

Eveneens in mei verstrekt de RvT van GGZ Delfland in verband met de gestelde eis tot het verrichten van onafhankelijk onderzoek de opdracht aan Pricewaterhouse & Coopers (PwC) om onderzoek te doen inzake de vermeende fraude tav de A-opleider te doen. De voorlopige rapportage van PwC, gepresenteerd op 27 mei 2009 aan de RvT gaf volgens de RvT onvoldoende antwoord op de feiten waar de RvB van werd beschuldigd. Psychiaters gaven aan IGZ aan zij PwC als niet onafhankelijk beschouwden, omdat ze eerder in opdracht van GGZ Delfland onderzoek/advieswerk uitvoerden.
Hierop gaf de RvT een nieuwe opdracht voor extern onderzoek aan Boer en Croon. Dit onderzoek richtte zich op de vermeende fraude en -mede op aangeven van de IGZ- op de gerezen samenwerkingsproblemen. Op 13 juli is het rapport gepresenteerd door Boer en Croon aan de RvB en RvT. De IGZ heeft inzage gekregen in deze rapportage. Er zijn geen aanwijzing gevonden voor fraude. De medewerkers zijn per brief door de RvT geïnformeerd over de conclusies.

Actuele ontwikkeling
Voordat de bovengenoemde maatregelen zijn afgekondigd en uitgerold, hebben zeer recent 9 psychiaters opnieuw, via berichtgeving aan ook de media, het vertrouwen in de RvB opgezegd en hun ontslag aangekondigd. Tot op heden heeft één van deze psychiaters een ontslagbrief ingediend.

Stellingname IGZ
In vergelijking met vorige jaren en in vergelijking met andere instellingen, zijn er geen veranderingen opgetreden in het aantal meldingen (suïcides of anderszins) die de inspectie van of over GGZ Delfland ontvangt. Bij recent onderzoek naar meldingen heeft de IGZ geen situaties aangetroffen die wijzen op structurele tekortkomingen en/of onverantwoorde zorg.
Desondanks stelt de IGZ zich op het standpunt dat de patiëntenzorg bij GGZ Delfland gevaar dreigt te lopen: de continuïteit van zorg kan ernstig in gevaar komen zodra de 9 psychiaters hun dreigement daadwerkelijk uitvoeren en vertrekken. Daarbij constateert de IGZ dat de bestuurlijke problemen bij GGZ Delfland kennelijk aanhouden. Voortslepende bestuurlijke problemen krijgen wel degelijk hun weerslag op de kwaliteit van zorg.

Vervolgactie RvT en vervolgactie IGZ
Naar aanleiding van de recente berichtgeving in de media, heeft de IGZ zich wederom in verbinding gesteld met de RvT. De volgende kernpunten zijn in dit contact aan de orde geweest. De RvT bestempelt de hernieuwde ontslagdreiging van de 9 psychiaters als ernstig, maar zij ziet geen aanleiding om te veronderstellen dat zij de kwaliteit en continuïteit van zorg niet kan waarborgen. Dit hangt direct samen met het pakket van maatregelen dat de RvT heeft uitgewerkt. Eén van de maatregelen betreft een wijziging in de RvB. Een ander maatregel betreft het op dezelfde termijn aanstellen van een interim-bestuurder. De overige maatregelen hebben betrekking op het realiseren van structurele oplossingen voor de situatie waarin GGZ Delfland zich bevindt, met inachtneming van de nieuwe, naar de opvatting van de RvT toekomstbestendige koers die is uitgezet.

De IGZ zal zich op korte termijn vergewissen van de vraag of de door de RvT ingezette maatregelen inderdaad garanderen dat de kwaliteit en continuïteit van de patiëntenzorg gewaarborgd blijft en daadwerkelijk tot structurele oplossing van dit slepend conflict leiden. Op 29 september en 1 oktober is een uitgebreide doorlichting gepland. Op basis van de uitkomsten van dit bezoek wordt (zo nodig tussentijds) besloten tot het nemen van directe maatregelen en/of het instellen van verscherpt toezicht.

Vraag 4

Kunt u en wilt u het rapport van de IGZ openbaar maken? Zo nee, waarom niet?

Uit het bovenstaande feitenrelaas blijkt dat er nog geen IGZ-rapportage is. Indien wordt overgegaan tot het instellen van verscherpt toezicht, is per definitie sprake van openbare gegevens omtrent de instellingsgrond en de vervolgrapportages.


Vraag 5

Wat vindt u van de handelwijze van de Raad van Bestuur als het klopt dat zij intimiderend tewerk gaat en heeft aangezet tot fraude? Tot welke consequenties zou dit moeten leiden voor de Raad van Bestuur?

Als dit zo zou zijn, is dat een zeer ernstige zaak en moet dit uiteraard consequenties hebben. Van fraude is op basis van de externe onderzoeken echter niet gebleken. Desondanks heeft de RvT een pakket van maatregelen uitgewerkt dat deels betrekking heeft op wijzigingen in de RvB.

Vraag 6

Speelt de zorgverzekeraar nog een rol in deze kwestie? Zo ja, welke rol heeft de zorgverzekeraar/zorgkantoor hierin gespeeld en hoe beoordeelt u deze? Zo nee, wat is uw mening daarover?

Ik heb geen signalen dat er een zorgverzekeraar direct betrokken is bij deze situatie. Vanwege de zorgplicht hebben de zorgverzekeraars wel een relatie met het conflict. Zij zullen sturen op het leveren van voldoende zorg tegen een afgesproken kwaliteit. Dit gebeurt in het inkoopproces en, in uitzonderings¬gevallen, ook als tijdens het jaar blijkt dat een zorgverlener niet kan voldoen aan de gemaakte afspraken. Omdat op dit moment de inkoop voor 2010 plaatsvindt zal de situatie waarschijnlijk onderwerp van gesprek zijn. Ik vertrouw erop dat de verzekeraars hun rol zodanig invullen dat de zorgplicht niet in het gedrang komt.

1) NRC Handelsblad, 15 september 2009: “Psychiaters GGZ Delfland boos weg na conflict”