Persconferentie na ministerraad van 25 september 2009

Viceminister-president Rouvoet ging na afloop van de ministerraad in op de G20-top, de VN-klimaatconferentie in New York en de missie in Afghanistan. Verder gaf hij een toelichting op de Kamerbrief over de werkgroepen voor heroverwegingen op twintig beleidsthema's.

Goedemiddag dames en heren. Het is een tijdje geleden dat we elkaar in deze setting mochten zien. Dat heeft er alles mee te maken dat ik natuurlijk alleen hier sta als de minister-president en de minister van Financiën, de eerste vice-premier niet in het land zijn. Dat is deze week het geval, zoals u weet, in ieder geval deze dagen, in verband met hun aanwezigheid bij de G20. Er waren meer collega's vanmorgen niet aanwezig en die werden dus vervangen door de staatssecretarissen. Ook de collega van Buitenlandse Zaken en de collega van Economische Zaken verblijven buiten ons land en ook in de Verenigde Staten.

Je zou zeggen: een kleine bezetting, maar door de vervanging door de staatssecretarissen een volwaardige bezetting. De G-20 is meteen het eerste waar ik iets over zou willen zeggen, in die zin dat, zoals u weet, dat nog in volle gang is. Ik meen lokale tijd om een uur of vier daar afgesloten, maar dan zijn we dus echt een eind verder in onze planning, ons dagritme, dus er valt over de uitkomst nog niet zo heel veel te zeggen.

Het is natuurlijk wel een hele belangrijke bijeenkomst, waar dan ook Nederland zeer aan hecht dat we daar opnieuw bij aanwezig kunnen zijn en gesprekspartner kunnen zijn in de internationale discussies over het bestrijden van de economische crisis en het verbeteren van het financiële systeem. Of het nou gaat om het toezicht of de bonussen: we zijn natuurlijk in gespannen afwachting, want zo'n bijeenkomst heeft ook altijd - zeker ook in internationaal verband -een hele eigen dynamiek, in afwachting van de uitkomsten van die G-20 die we nog later vandaag zullen horen.

Ook de Algemene Vergadering van de VN en alle bijeenkomsten daar omheen zijn nog steeds in volle gang. Die is door onze minister-president onderbroken voor zijn aanwezigheid in Pittsburgh, de G20, maar morgen zal hij de Algemene Vergadering toespreken en met name ook ingaan op de noodzaak van duurzaam economisch herstel.

Wat al wel afgesloten is, dat is de klimaatconferentie, de klimaatbijeenkomst in het kader van de AVVN in New York de afgelopen dagen. Daar was onze minister van VROM mevrouw Cramer bij aanwezig geweest. Zij heeft vanochtend in de raad daar haar impressies van gegeven en verslag van gedaan en ook wel aangegeven dat waar we toch nog wel met enige zorgen in de richting van de klimaatconferentie zijn afgereisd er mede vanwege de signalen die in die bijeenkomst zijn gekomen, met name ook van de kant van China en de Verenigde Staten er toch reden is voor meer optimisme waar het gaat om de kansen op een omvattend akkoord in Kopenhagen.

Nu heb je graden van optimisme, maar gelet op het belang van de bijeenkomst in Kopenhagen en gelet op het feit dat als je kijkt wat er deze dagen is gebeurd in New York op de klimaatconferentie, waarbij ook landen als China, maar ook India en Zuid-Afrika, vanuit de groep van ontwikkelingslanden nadrukkelijk in beeld zijn gekomen en zichzelf ook in beeld hebben gezet als trekkers van dat proces. De bijdrage van Japan en anderen en ook van de Verenigde Staten is er toch een groeiend besef dat het noodzakelijk is om van Kopenhagen toch een groot succes te maken.

Zoals de secretaris-generaal van de Verenigde Naties het ook heeft uitgedrukt deze week: er is geen plan B, er is alleen een plan A. En dat is van de top in Kopenhagen een succes maken. Dat is van belang en daarmee groeit ook het optimisme over de kansen daarop. Daar hebben we het uitvoerig over gehad in de rapportage van collega Cramer.

Een ander onderwerp wat ook op het buitenland betrekking heeft, is Afghanistan. Ook dat zal u niet ontgaan zijn dat dat een onderwerp is dat op de agenda terug is gekomen. We hebben in de ministerraad nog maar eens gekeken naar de lijn die we eerder hebben vastgelegd en herbevestigd de lijn die eigenlijk al gegeven was in de artikel 100-brief die in feite heel eenduidig is en die we met elkaar hebben herbevestigd, namelijk dat Nederland een hele duidelijke afspraak heeft gemaakt en aan het parlement heeft gecommuniceerd dat wij de lead nation-functie die wij nu vervullen dat wij die tot 1 augustus 2010 zullen vervullen en daarna niet meer.

Dat heeft dus betrekking op de Taskforce Uruzgan. En dat over alles wat na die datum van 1 augustus 2010 gezegd zou kunnen worden dat daar geen besluiten over genomen zijn. Dat daar, mochten daar verzoeken komen, dat die gewogen zullen worden, maar dat er geen besluiten genomen zijn, dat er geen overleg over loopt en dat er geen besluiten genomen zullen worden buiten de Tweede Kamer om. En dat is het hele verhaal rondom de vastgelegde en herbevestigde lijn. En dat kan eigenlijk voor niemand een verrassing zijn. En al het overige is wat dat betreft speculatief.

Een laatste onderwerp waar ik bij wijze van intro iets over zou willen zeggen zijn de heroverwegingen. Ook omdat het vorige week natuurlijk een belangrijk onderdeel is geweest van de Algemene Politieke Beschouwingen. Dat zal ongetwijfeld een vervolg krijgen in de komende weken als de Algemene Financiële Beschouwingen in de Tweede Kamer zullen zijn. Ik meen dat dat op dinsdag en woensdag het geval zal zijn.

Zoals u weet hebben wij in het kader van de Algemene Beschouwingen ook aangekondigd dat wij de werkgroepen taakopdrachten zouden meegeven en de Kamer is beloofd dat wij die taakopdrachten na vaststelling aan de Kamer zouden sturen. Die hebben wij hedenochtend laten uitgaan naar de Kamer. Daarin staat de taakopdracht per werkgroep die ingesteld is, maar ook de budgettaire afbakening. Om welke regelingen en welke stromen geld gaat het nu precies? Ook in financiële en budgettaire zin dus de afbakening en de samenstelling en de voorzitterschappen van de verschillende werkgroepen zijn hedenochtend aan de Kamer bekend gemaakt en als het goed is ook in uw bezit.

Die heroverwegingen zijn voor het kabinet buitengewoon belangrijk waar het gaat om het traject in de richting van het herstel van de overheidsfinanciën, wat wij - zo de economie dat toestaat - met kracht zullen moeten inzetten vanaf 2011. U kent de afspraken daarover in het Aanvullend Beleidskader. En daar maken deze heroverwegingen een belangrijk onderdeel van uit, omdat daarmee echt in beeld komt hoe wij op krachtige wijze dat gat in het huishoudboekje van de staat kunnen dichten in de richting van de middellange termijn, 2015 en volgende.

De weg naar het herstel van de overheidsfinanciën moeten wij met elkaar inslaan. Daar is een grondige en zorgvuldige voorbereiding van de manieren waarop dat kan is noodzakelijk en met deze operatie gegeven. Het is goed om er nog eens op te wijzen dat die werkgroepen niet zijn gebonden aan bestaande wetgeving, of aan een coalitieakkoord, niet aan kabinetsafspraken, niet aan departementale begrotingen, niet aan ministeriele wensen of ministerieel beleid.

Het is wel de bedoeling - en dat is eerder vorige week naar buiten gekomen - dat zij in ieder geval, dus dat is ze ook allemaal meegegeven, dat ze in ieder geval minstens één variant ontwikkelen waarbij een besparing van 20% op dat beleidsterrein, dat themagebied, wordt gerealiseerd. Het is de bedoeling dat die rapporten, zoals bekend, in het voorjaar worden opgeleverd en dan wel op een zodanig tijdstip - ik meen dat in het debat vorige week eind maart, begin april daarvoor is genoemd ook, maar op een zodanig tijdstip dat ook betrokken kan worden bij het debat en de besluitvorming over de Voorjaarsnota en het verder opstellen van de Rijksbegroting voor het jaar 2011.

Tot slot de mededeling dat aanstaande maandag die werkgroepen ook daadwerkelijk van start gaan in de aanwezigheid van de drie bewindslieden: de premier en de vice-premiers, die ook de politieke regie over het hele traject met elkaar zullen voeren. Dat bij wijze van inleiding van mijn kant.