Toespraak staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de opening van het Werkplein en de start van de uitvoering van het actieplan jeugdwerkloosheid op 21 september in Venlo

Dames en heren,

Vandaag is het een heugelijke dag voor Noord-Limburg. Hier wordt werk van werk gemaakt zoals je zelden tegen komt in het land. Het Werkplein Venlo wordt geopend, het actieplan tegen jeugdwerkloosheid gaat in uitvoering en later vanmiddag is er een regionale werktop. Daarop maken we een doorkijkje naar de tijd ná de economische crisis. Het is immers belangrijk dat we ons nu al afvragen hoe we toekomstige knelpunten op de arbeidsmarkt kunnen oplossen. Als we daarover nú nadenken, missen we stráks geen kansen als de economie weer aantrekt.

Venlo timmert volop aan de weg. Zie ik in dit alles de hand van burgemeester Bruls die in zijn vorige leven als Kamerlid onder meer het arbeidsmarktbeleid in zijn portefeuille had? Ik vermoed het, maar natuurlijk zijn er ook veel andere enthousiaste mensen die er hier de schouders onder zetten.

Eerst het Werkplein. Regionale samenwerking op de arbeidsmarkt is belangrijk. Zeker als het allemaal niet zo soepeltjes loopt met de economie. Zoals nu. De spelers op de arbeidsmarkt moeten elkaar persoonlijk kennen, elkaar weten te vinden als het gaat om de vervulling van vacatures of het herplaatsen van overtollig personeel. Dat kunnen we niet vanuit Den Haag. Daar hebben we u, gemeenten, UWV, werkgevers en scholen hard voor nodig. U kent uw pappenheimers. U weet wie er in de kaartenbakken zitten. U weet waar de vacatures zijn.

Vacatures zijn er ook tijdens deze dikke dip op de arbeidsmarkt nog wel degelijk. Landelijk zo’n 120.000. Een deel daarvan zit hier in de regio. Die vacatures komen vast en zeker aan bod op de landelijke banenmarkt die 1 oktober wordt gehouden. Ook hier in Venlo. Daarvoor wil ik hier wel even reclame maken. Zeker omdat u mijn hart heeft gestolen door die banenmarkt te promoten met mijn lievelingsvervoermiddel: de fiets. Een bakfiets wel te verstaan. Maar dat is ook een fiets. Een fiets die vroeger vaak voor het werk werd gebruikt. Een mooi symbool dus.

Samenwerking in de regio kan het beste vorm krijgen op een Werkplein. Daar zijn alle partijen vertegenwoordigd die actief zijn op de arbeidsmarkt. Mensen zonder werk kunnen er op zoek naar een baan of scholing. Werkgevers kunnen er terecht voor personeel. Het is goed dat er in rap tempo Werkpleinen bij komen. Gelukkig beginnen de activiteiten op dit Werkplein niet pas vandaag. U kon niet wachten en bent al vóór de officiële opening aan de slag gegaan. Met veel succes, als ik goed ben geïnformeerd. Dat is prachtig want in deze crisis kunnen we geen tijd verliezen. Snelheid is geboden!

Dat geldt ook bij de aanpak van de jeugdwerkloosheid. De regio Venlo laat daar gelukkig geen gras over groeien. Nog maar twaalf dagen geleden tekende ik met deze regio (de heer Litjens) een convenant over de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Er tekenden ook 23 andere gemeenten. Aanstaande woensdag volgen er nog zes. Dan zijn we dus in dertig regio’s aan de slag met de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Dat is hard nodig want de voortekenen zijn niet gunstig.

Jongeren lopen altijd de hardste klappen op bij een recessie. Dat is nu niet anders. Zij hebben immers nauwelijks of geen werkervaring. Dat maakt het er voor hen niet makkelijker op. Toch wil ik geen verloren generatie laten ontstaan. Dat is begin jaren tachtig wel gebeurd en die geschiedenis mag zich niet herhalen. We moeten zorgen dat jongeren langer op school blijven of een baan vinden. Het eerste, langer op school blijven, lukt al. Nu moeten we die andere jongeren nog aan het werk helpen.

Ook in deze regio ziet het er niet goed uit voor jongeren die aan de slag willen. Als er niks gebeurt verdubbelt de jeugdwerkloosheid van zo’n 1600 nu naar ruim 3200 in 2010. Maar gelukkig gebeurt er wél wat. Heel veel zelfs. En dat alles onder de veelbelovende titel ‘Onderweg naar morgen’.

U gaat er in deze regio samen de schouders onder zetten om die verdubbeling niet te laten plaatsvinden. Dat gaat u niet laten gebeuren. U gaat op allerlei manieren de arbeidsfitness van jongeren verhogen. Dat spreekt me aan. U wilt de groei van de werkloosheid halveren. Dat spreekt me nog veel meer aan.

Essentieel bij de aanpak van de jeugdwerkloosheid is dat jongeren zelf meewerken. Dat zij gaan voor hun eigen toekomst en dat zij zich láten helpen. We kunnen Werkpleinen en jongerenloketten maken. We kunnen actieplannen schrijven. Maar alles staat of valt met de jongeren zelf. Als zij zich niet melden, kunnen we ook niets voor hen doen. Daarom roep ik alle ouders op om hun kinderen die niet naar school gaan en zelf geen werk kunnen vinden naar het Werkplein te sturen. Voor eerste hulp bij werkloosheid. Om mijn oproep kracht bij te zetten komt er begin oktober een landelijke voorlichtingscampagne om al die vaders en moeders te mobiliseren. We gaan door het hele land flyeren. En er worden posters opgehangen. Vandaag gebeurt dat hier in Venlo al. Het campagnemateriaal komt beschikbaar voor alle dertig regio’s. De officiële campagne gaat binnenkort van start, maar ik heb de posters en flyers voor Venlo alvast meegebracht (hier kunt u exemplaren tonen).

Dames en heren, ik ga afsluiten. Vanaf vandaag beschikt Venlo – officieel – over een prachtig Werkplein. In een mooi pand op een uitstekende locatie. Midden in de stad, midden tussen de mensen en bedrijven. Zo hoort het. Met alle partijen onder één dak. En Venlo bindt vanaf vandaag de strijd aan tegen de jeugdwerkloosheid. Ik feliciteer u met het nieuwe gebouw. En ik wens u veel succes bij de uitvoering van het actieplan tegen de jeugdwerkloosheid. Ik ben benieuwd naar de resultaten en zal daarom zeker de vinger aan de pols houden. Ik heb er overigens vertrouwen in dat u samen een heel eind komt. Want de samenwerking is hier in Venlo zo nauw, dat menig huwelijk er jaloers op zal zijn.

Dank u wel.