OCW: kwaliteit van onderwijs voorop

Onze kinderen verdienen het beste onderwijs. Juist nu is een goede opleiding van cruciaal belang – zowel voor de leerling, de student, als voor de samenleving in zijn geheel. Ook al ontkomt de OCW-begroting niet aan aanpassingen onder invloed van de economische crisis, er worden geen concessies gedaan aan de kwaliteit van het onderwijs. Dus blijven minister Plasterk en de staatssecretarissen Van Bijsterveldt en Dijksma investeren in taal en rekenen, in leerkrachten en in het terugdringen van schooluitval.

Leraren

De begroting voor 2010 laat zien dat er meer geld naar OCW gaat (ongeveer 200 miljoen), vooral naar het onderwijs en vooral ter bestrijding van de gevolgen van de crisis. Het Actieplan Leerkracht, waar uiteindelijk 1 miljard per jaar naartoe gaat, blijft volledig intact. De investeringen om het dreigende lerarentekort het hoofd te bieden (betere beloning, meer scholingsmogelijkheden en meer zeggenschap) gaan dus gewoon door. Zo wordt de kwaliteit van de lerarenopleidingen in het hoger beroepsonderwijs verder verbeterd en begint de educatieve minor, die jonge academische studenten al vroeg moet interesseren voor het leraarschap. Ook komt in de loop van het schooljaar 2010/2011 Wikiwijs beschikbaar voor het hele onderwijs. Wikiwijs is een wikipedia-achtige online-toepassing waarmee docenten hun eigen gratis lesmateriaal kunnen ontwikkelen en verbeteren.

Naar een hoger niveau

Goed onderwijs betekent het beste uit leerlingen halen, ook al hebben zij om wat voor reden dan ook een achterstand opgelopen. In dit kader starten nieuwe experimenten met extra onderwijstijd voor kinderen met een achterstand. Hiervoor is voor de periode 2010-2013 57 miljoen euro uitgetrokken. Verder is er vanaf 2010 jaarlijks 50 miljoen euro extra beschikbaar om het taal- en rekenniveau van studenten in het middelbaar beroepsonderwijs te verhogen. Er komen referentieniveaus voor taal en rekenen en mbo-studenten (niveau 4) krijgen een centrale examinering voor taal en rekenen. Het toezicht op zwakke en zeer zwakke scholen wordt strenger. De aanpak van schooluitval gaat onverminderd door, waarvoor komend jaar 81 miljoen beschikbaar is.

Excellentie

Bijzondere prestaties in het onderwijs moeten ruim baan krijgen; niemand is gebaat bij een zesjescultuur. Baanbrekend onderzoek mag worden beloond. Daarom krijgt de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) met ingang van 2010 in het kader van de Vernieuwingsimpuls 150 miljoen per jaar, dat verdeeld moet worden op basis van kwaliteit. Promovendi krijgen meer vrijheid om hun onderwerp en hun promotor te kiezen en er is een proef gestart met zogeheten graduate schools.

Verder gaan er voor hoogbegaafde kinderen pilots van start met aangepast onderwijs, en stimuleert het ministerie van OCW wetenschapsknooppunten waar leerlingen, hun docenten en wetenschap bij elkaar worden gebracht.

Impuls

In het kader van de crisisaanpak geven de bewindspersonen van OCW een stevige impuls aan onderwijs en economie: voor 2010 staat hier 484,9 miljoen voor ingeboekt. Met dit geld kunnen onder meer schoolgebouwen worden opgeknapt, kunnen meer jongeren in het mbo langer op school blijven en worden kenniswerkers die door het bedrijfsleven niet meer kunnen worden betaald, tijdelijk ingezet bij kennisinstellingen. Verder wordt 44 miljoen geïnvesteerd in de monumentenzorg. Dit geeft een impuls aan de herstructurering van aandachtswijken en de kwaliteit van de omgeving.

Bijstellingen

Iedereen moet dezer dagen zijn steentje bijdragen, de bewindslieden van OCW niet uitgezonderd. Zij hebben er nadrukkelijk voor gekozen geen concessies te doen aan de kwaliteit van het onderwijs. De marktwerking in de volwasseneneducatie wordt met drie jaar uitgesteld. Het middelbaar beroepsonderwijs krijgt te maken met scherper toezicht op de bedrijfsvoering. Voordat besloten wordt om musea voor kinderen tot 12 jaar gratis toegankelijk te maken, wordt eerst met kleinschalige experimenten onderzocht wat de effecten daarvan zijn.

Een verdere tegemoetkoming in de reiskosten voor 16- en 17-jarigen gaat niet door. Net zoals de kinderbijslag wordt tijdelijk geen indexatie van de normen voor de studiefinanciering toegepast en valt de aanvullende beurs na de eerste vijf maanden onder het regime van de prestatiebeurs. De publieke omroep krijgt minder extra geld dan aanvankelijk was gepland en de middelen voor de professionalisering van bestuur en management in het basisonderwijs worden beperkt tot kleine scholen. In totaal gaat het om 141,9 miljoen aan noodzakelijke ingrepen.