Voorjaarsnota 2009: EMU-saldo, stimuleringsmaatregelen en tekortreductie

De Voorjaarsnota bevat de reguliere informatie over de uitvoering van de begroting van 2009. Daarnaast zijn het stimuleringspakket (2009 en 2010) en de invulling van de tekortreductie van 1,8 mld voor 2011 uit het aanvullend beleidsakkoord in deze Voorjaarsnota uitgewerkt.

In de Voorjaarsnota geeft het kabinet een overzicht van de wijzigingen voor het begrotingsjaar 2009 ten opzichte van de Miljoenennota 2009. De bijstellingen zijn gebaseerd op inzichten in de begrotingsuitvoering en macro-economische ramingen van het CPB waarin de verwachting van de economische groei in 2009 wordt bijgesteld van +1,25 procent naar -3,5 procent.

De voorbereiding voor deze Voorjaarsnota was anders dan in andere jaren. Door de recessie als gevolg van de kredietcrisis zijn de overheidsfinanciën bijzonder snel verslechterd. In het Aanvullend Beleidsakkoord heeft het kabinet afgesproken om de economie op korte termijn te stimuleren en te werken aan herstel van de overheidsfinanciën op de middellange termijn en de houdbaarheid van de collectieve voorzieningen op de lange termijn. De begrotingsdiscipline wordt gehandhaafd en uitvoeringsproblematiek wordt opgelost.

Hoofdlijnen besluitvorming 2009

Ook in 2009 is het kabinet geconfronteerd met reguliere uitvoeringsproblematiek, mee- en tegenvallers. De meest in het oog springende veranderingen binnen de begroting zijn de politie-CAO, het onderwijs, de wijkaanpak, de sociale zekerheid, gezondheidszorg en de kinderregelingen.

  • Om het onderwijsbeleid goed uit te kunnen voeren, worden de beschikbare middelen aangepast aan een nieuwe raming van leerlingen- en studentaantallen. Hiervoor worden meevallers op het gebied van studiefinanciering en middelen die in 2008 niet meer besteed konden worden (de eindejaarsmarge) ingezet. Ook zullen de middelen die bedoeld waren voor de tegemoetkoming in de reiskosten van 16- en 17-jarige MBO-ers anders worden aangewend binnen de begroting van het ministerie van OCW, met name vanwege uitvoeringsproblemen.
  • Een aantal CAO’s in de publieke sector, onder andere politie, onderwijs en het Rijk, blijkt achteraf te duur. De bekostiging is gekoppeld aan de loonontwikkeling in de markt. Deze is gedaald ten opzichte van de ramingen. De CAO’s worden niet opengebroken. Dekking voor de CAO-problematiek wordt op verschillende manieren gevonden. Bij de politie bijvoorbeeld door bekostiging uit het eigen vermogen van de korpsen en het verminderen van de instroom van aspiranten.
  • Geld voor de bewonersbudgetten en de wijkaanpak wordt overgeheveld van de begroting van het ministerie van WWI naar het gemeentefonds. De bewonersbudgetten zullen via een vouchersysteem beschikbaar worden gesteld om de leefbaarheid en sociale samenhang te bevorderen.
  • De uitgaven aan de WAO stijgen doordat de uitstroomkansen lager blijken te zijn dan eerder geraamd. Dit wordt opgevangen door gebruik te maken van een deel van de eindejaarsmarge en een risicovoorziening.
  • De uitgaven aan de gezondheidszorg zijn sterker gegroeid dan eerder gedacht. Onder andere door een onbedoelde stijging aan uitgaven aan medisch specialisten. Dit hangt deels samen met de nieuwe tariefstructuur. Daarnaast is er een sterke stijging in het aantal behandelingen in de tweedelijns geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Er wordt gewerkt aan maatregelen om deze uitgavenstijgingen op te lossen. In 2009 kan dit grotendeels met meevallers elders worden opgelost. Vanaf 2010 zal voor de medisch specialisten binnen het dossier zelf in een oplossing moeten worden voorzien.
  • De jeugdzorgketen heeft op verschillende terreinen te maken met volumegroei. Ook zijn er meer uitgaven voor het kindgebonden budget. De kinderregelingen zullen aangepast worden om deze bij een groter gebruik betaalbaar te houden.
  • Er wordt extra geld uitgegeven aan de opvang van asielzoekers. Deze extra uitgaven komen doordat de instroom van asielzoekers hoger is dan verwacht.
  • Doordat er meer gebruik wordt gemaakt van generieke (patentloze) geneesmiddelen in plaats van duurdere geneesmiddelen met dezelfde werking wordt er geld bespaard.
  • Het totale bedrag wat uitgegeven wordt aan ontwikkelingssamenwerking blijft 0,8 procent BBP, maar is in absolute zin minder dan geraamd op basis van eerdere BBP cijfers.

Stimuleringspakket (2009 en 2010)

In het aanvullend beleidsakkoord is besloten de economie een extra impuls te geven. Daarnaast heeft het kabinet ook in november en januari besloten tot aanvullend beleid. Alle stimuleringsmaatregelen zijn meegenomen in de Voorjaarsnota. Inmiddels is circa 6 mld aan stimuleringsmaatregelen voor de arbeidsmarkt, onderwijs en kennis, duurzame economie, infrastructuur en (woning)bouw en liquiditeitsverruiming voor het bedrijfsleven belegd.

EMU-saldo

Het EMU-saldo 2009 verslechtert van een overschot van 1,2 procent BBP in de Miljoenennota 2009 tot een tekort van 3,8 procent in de Voorjaarsnota. Deze verslechtering wordt met name veroorzaakt door tegenvallende belastinginkomsten. Daarnaast zijn aardgasbaten naar beneden bijgesteld omdat de olieprijs lager is. Ook de medeoverheden dragen bij aan de verslechtering van het saldo. Dit komt omdat medeoverheden dit jaar het saldo extra mogen belasten (tot maximaal -0,6 procent) om de economie te stimuleren.

Tabel 1: EMU-saldo sinds Miljoenennota 2009 (% BBP)

2009
EMU-saldo MN 2009 1,2%
Inkomsten -3,0%
Aardgasbaten (transactiebasis) -1,1%
EMU-saldo lokale overheden -0,6%
Rente -0,2%
Opbrengsten ingrepen financiële sector 0,2%
Stimuleringspakket -0,5%
Overig (o.a. kasschuif) 0,2%
EMU-saldo Voorjaarsnota 2009 -3,8%

Invulling tekortreductie

Het kabinet heeft in het aanvullend beleidsakkoord afgesproken dat indien de economie zich in voldoende mate zal herstellen ze een begin zal maken met het herstel van gezonde overheidsfinanciën en het terugdringen van het tekort. Het terugdringen van het tekort wordt onder andere bereikt door een taakstellende bezuiniging in 2011 van 1,8 miljard euro. Deze taakstelling wordt in deze voorjaarsnota ingevuld (zie tabel 2). Indien de groei tussen de -0,5 procent en +0,5 procent is, dan wordt de 1,8 miljard euro ter stimulering teruggesluisd in terug de economie. Indien de economie in 2011 een krimp vertoont van -0,5 procent of meer dan zal het kabinet het stimuleringspakket van 3 miljard euro van 2009 en 2010 doortrekken naar 2011.

Tabel 2: Overzicht maatregelen tekortreductie (in mld)

Maatregel 2011
Organisatie openbaar bestuur
Aanvullende bestuurlijke afspraken overheden d.d. 15 april 2009 0,65
Aanvullende afspraken tussen Rijk en provincies 0,30
Organisatie Rijksdienst
Arbeidsproductiviteitkorting (excl. HCvS, krijgsmacht, onderwijs, politie en zorg) 0,07
Versobering bedrijfsvoering 0,07
Overig
Doelmatiger en rationeler waterbeheer 0,10
Herprioritering diverse begrotingen 0,51
Korting prijsbijstelling tranche 2011 (excl. Ju, BZK, OCW en IF) 0,10
Totaal 1,80