Extra inzet rijk en gemeenten tegen overlast en verloedering

De ministers Ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en Van der Laan (Wonen, Wijken en Integratie) en veertig gemeenten doen er nog een schep bovenop in hun aanpak van overlast en verloedering. Want hoewel er met aantoonbaar succes al veel wordt gedaan, ergeren veel mensen zich nog aan bijvoorbeeld vuil en alcoholgebruik op straat en hangjongeren die voor overlast zorgen.

In een aantal steden zorgt een deel van de Marokkaans-Nederlandse jongeren voor bovengemiddeld veel overlast op straat. Extra maatregelen zijn nodig om het doel te halen: 25 procent minder in 2010 ten opzichte van 2002. De ministers stellen daar de komende twee jaar ruim 150 miljoen euro voor beschikbaar. De 40 gemeenten doen ook mee aan de landelijke schoonmaakdag in het voorjaar van 2010 en 2011 en roepen de andere gemeenten op om hetzelfde te doen.

Dat staat in het manifest dat Ter Horst en Van der Laan en de 40 gemeenten vandaag hebben ondertekend tijdens een veiligheidscongres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Nederland wordt steeds veiliger, de criminaliteit neemt af. Mensen voelen zich ook veiliger als het gaat om criminaliteit. Ondanks veel inspanningen van rijk en gemeenten ergeren mensen zich nog steeds enorm aan overlast en verloedering. De gemeenten en het kabinet willen zich daar niet bij neerleggen. Om de doelstelling van 25% minder te halen, is dus een extra impuls nodig.

De veertig deelnemende gemeenten zullen allemaal minstens vijf specifieke maatregelen nemen tegen overlast en verloedering.

Voorbeelden hiervan zijn:

● Via veiligheidshuizen en straatcoaches pakken gemeenten, politie, justitie en jongerenwerk overlastgevende jeugdgroepen aan.
● Met gebiedsontzeggingen en extra toezicht wordt het overlastgevende gedrag in de openbare ruimte ontmoedigd.
● Mensen met alcohol-, drugs- of psychische problemen worden met meer drang gewezen op hulpverlening.
● Ook de burgers worden betrokken bij de aanpak van gemeenten. Zo worden er initiatieven ontwikkeld voor de inzet van buurtmentoren, worden er trainingen aan burgers gegeven en wordt in diverse gemeenten Burgernet ingevoerd.

De veertig deelnemende gemeenten: Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Alkmaar, Almelo, Amersfoort, Arnhem, Breda, Den Bosch, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Emmen, Enschede, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hengelo, Leeuwarden, Leiden, Lelystad, Maastricht, Nijmegen, Schiedam, Sittard-Geleen, Tilburg, Venlo, Zaanstad, Zwolle, Almere, Apeldoorn, Ede, Haarlemmermeer, Zoetermeer, Culemborg, Gouda, Veenendaal, Zeist.