Antwoorden op kamervragen van Kamerlid Van der Ham (D66) over de deelname aan het World Congress of Families

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

7 augustus 2009

Antwoorden van minister Rouvoet op kamervragen van het Kamerlid Van der Ham over de deelname aan het World Congress of Families (2009Z14545).

Vraag 1

Is de informatie waar dat de minister voor Jeugd en Gezin een toespraak houdt bij het aanstaande congres voor het 'Natuurlijke Gezin'? Bent u zich ervan bewust dat deze organisatie zich fel keert tegen alternatieve relatie en gezinsvormen, tegen voorbehoedsmiddelen, en tegen wetten rond zelfbeschikking rond zwangerschap en levenseinde?

Antwoord 1

Nee. Ik zal geen toespraak houden en ook niet deelnemen aan het ‘5e World Congress of Families’, dat van 10 tot 12 augustus in Amsterdam wordt gehouden. Overigens vermeldt de mij bekende informatie over dit congres een ander thema dan in de vraagstelling wordt verondersteld, te weten: ‘Gezin: meer dan de som der delen’. Het betreft hier een grote internationale bijeenkomst, waaraan veel organisaties en personen deelnemen met uitgesproken standpunten rond gezinsbeleid en andere onderwerpen, welke niet noodzakelijkerwijs aansluiten bij het Nederlandse gezinsbeleid.

Gezien het feit dat het een grote internationale bijeenkomst over het gezin is, zal ik wel de deelnemers door middel van een videoboodschap welkom heten. In het reeds toegezonden videofragment maak ik – in lijn met het beleidsprogramma ‘Alle kansen voor alle kinderen’ van juni 2007 - duidelijk dat ik mij als minister voor Jeugd en Gezin verantwoordelijk voel voor de veiligheid en ondersteuning van alle kinderen in alle gezinnen, onafhankelijk van de gezinsvorm. In mijn videoboodschap roep ik de aanwezigen op om bruggen te bouwen ten aanzien van de vraag hoe wij in een pluriforme maatschappij met verschillende opvattingen over gezinnen kunnen samenleven.

Uit het feit dat ik als Minister voor Jeugd en Gezin namens de regering de deelnemers aan een congres welkom heet, kan vanzelfsprekend geen inhoudelijk oordeel over de – overigens uiteenlopende – achtergronden en opvattingen van de vele deelnemende binnenlandse en buitenlandse organisaties en personen worden afgeleid.

Vraag 2

Zult u uitdrukkelijk het standpunt van de Nederlandse regering over het voetlicht brengen inzake deze kwesties? Bent u bereid op dit congres uitdrukkelijk te stellen dat gezinnen bestaande uit partners van het gelijke geslacht, of alleenstaande ouders, of co-ouderschap ook te waarderen gezinsvormen zijn, en dus afstand te nemen van de aannames van het 'Natuurlijke Gezin' dat deze vanwege religieuze redenen veroordeeld dienen te worden? Bent u bij monde van de minister voor Jeugd en Gezin ook bereid in zijn speech de genuanceerde argumenten uit te dragen rond seksuele voorlichting, en de medisch ethische thema's?

Antwoord 2

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 1.

Vraag 3

Deelt u de mening dat een vertegenwoordiger van de regering bij een congres waar standpunten worden uitgedragen die haaks staan op het regeringsbeleid een grote verantwoordelijkheid heeft om uitdrukkelijk de mening van de regering uit te dragen?

Antwoord 3

Het spreekt voor mij vanzelf dat een vertegenwoordiger van de regering het regeringsbeleid uitdraagt.

Vraag 4

Kunt u deze vragen vóór het uitspreken van de speech beantwoorden? Dus voor volgende week maandag?

Antwoord 4

Ja