Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Koser Kaya (D66) over de sluiting van Wyldemerk

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

10 augustus 2009

Antwoorden van minister Rouvoet op de vragen van het Kamerlid Koser Kaya (D66) over de sluiting van Wyldemerk (2009Z14153).

Vraag 1

Welke gevolgen heeft de sluiting van de campus Wyldemerk voor de jongeren die daar verblijven?

Antwoord 1

Uitgangspunt is dat de Stichting Wyldemerk primair de verantwoordelijkheid heeft om samen met relevante partners en achterban, toe te zien op een zorgvuldige afwikkeling, waaronder de nazorg ten aanzien van de leerlingen. De stichting dient ervoor zorg te dragen dat opvang en scholing voor hun leerlingen ook na beëindiging van de eigen activiteiten is gewaarborgd. De Stichting Wyldemerk heeft in recente gesprekken aangeven deze verantwoordelijkheid ook te zullen nemen.

Vraag 2

Hoe verhouden de sluiting van Wyldemerk, het faillissement van de Amsterdamse campus ISH en de financiële problemen bij de BOP-academie zich tot uw ambitie in 2011 een landelijk netwerk van campussen op te bouwen?

Antwoord 2

Mijn voornemen blijft alle 9 pilots te evalueren en deze evaluaties te betrekken in de eindrapportage medio 2010. Op basis van deze eindrapportage zal ik aan uw Kamer een kabinetsstandpunt over structurele inbedding na 2010 toekomen. De inzichten met betrekking tot (eventueel) eerder geëindigde projecten zullen uiteraard ook in de eindrapportage worden betrokken.

Vraag 3

Kunt u uiteenzetten welke aanpak van de verschillende proefprojecten uw voorkeur heeft en waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Het is nu te vroeg voor het doen van een uitspraak over de effectiviteit van de verschillende projecten. Zoals in het antwoord op vraag 2 aangegeven zal ik u medio 2010 het kabinetstandpunt, waaronder de conclusies met betrekking tot de uitgevoerde pilots, doen toekomen.

Vraag 4

Zijn andere scholen voldoende in staat om deze jongeren op te vangen en hen aan een diploma te helpen?

Antwoord 4

Zie mijn antwoord op vraag 1.

Vraag 5

Kunt u garanderen dat deze jongeren niet onnodig in een gesloten instelling terechtkomen?

Antwoord 5

Tot nu toe zijn er volgens de Stichting Wyldemerk geen jongeren via een strafrechtelijke titel in de Wyldemerk geplaatst. Enkele jongeren zijn via een machtiging gesloten jeugdzorg geplaatst. Het is aan de Stichting Wyldemerk om bij sluiting, in overleg met jongeren, ouders, jeugdzorg en andere betrokken organisaties, te bepalen welke route voor elk van de jongeren het best gevolgd kan worden.

Vraag 6

Speelt dezelfde problematiek ook bij andere campussen?

Antwoord 6

Eind 2008 heeft de Stichting “ISH” (met project Pilot Kansarme jongeren) moeten besluiten haar bedrijfsuitoefening te beëindigen in verband met de financiële situatie als gevolg van het beëindigen van de financiering door de gemeente Amsterdam. Van de overige pilots is mij tot op heden niets bekend over een soortgelijke financiële problematiek.

Vraag 7

Klopt het bericht dat de financiële middelen voor Wyldemerk op zich laten wachten omdat dit geld van verschillende ministeries moet komen?1) Zo ja, wat gaat u doen om dat probleem te verhelpen?

Antwoord 7

Nee, dit bericht klopt niet. Ik heb de Stichting Wyldemerk medio 2007 voor de uitvoering van de pilot een bedrag van maximaal euro2 mln. toegezegd. In augustus 2007 en december 2008 hebben, in overeenstemming met deze toezegging, vanuit het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin voorschotbetalingen plaatsgevonden tot een totaalbedrag van euro 1,7 mln. Over het restant van euro 300.000 vindt besluitvorming plaats op basis van de door de Stichting Wyldemerk in te dienen eindverantwoording. Vanaf het begin is duidelijk geweest dat het gaat om een bijdrage in de exploitatie. Deze is ook als zodanig opgenomen in de begroting van Wyldemerk. Voor een sluitende exploitatie is de Stichting Wyldemerk voorts aangewezen op de onderwijsbekostiging (regulier en in voorkomende gevallen de zogenaamde ‘cluster 4 bekostiging’) en op (eigenstandig te verwerven) aanvullende fondsen. Mij is bekend dat ook de provincie Friesland financieel heeft bijgedragen aan Wyldemerk.

Vraag 8

Bent u bereid de financiering van de campus Wyldemerk ten minste met een jaar te verlengen zodat de Kamer hierover met u kan debatteren?

Antwoord 8

Ik heb besloten het verzoek van de Stichting Wildemerk om aanvullende financiering voor het jaar 2009 niet te honoreren. Dit besluit heb ik aan de stichting doen toekomen. Vanaf het begin is de Stichting Wyldemerk op ondubbelzinnige wijze duidelijk gemaakt dat het ging om een maximale financiering van euro 2,0 miljoen, conform hun begroting voor de uitvoering van de pilot van 1 december 2007 tot en met november 2009. Het is primair aan het bestuur van de Stichting Wyldemerk om te besluiten over de voortzetting van de campus, bijvoorbeeld door middel van het werven van aanvullende fondsen. Sinds eind maart 2009 ben ik via een verzoek om aanvullende subsidie op de hoogte van de financiële problematiek. Vanaf dat moment heb ik mijn zorgen kenbaar gemaakt en aanvullende informatie verzameld. Zoals aangegeven kunt u het kabinetsstandpunt over structurele inbedding medio 2010 tegemoet zien.