Antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het CAK

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U- 2943979

5 augustus 2009

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het CAK.

Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker


Vraag 1
Is het waar dat het Centraal Administratie Kantoor (CAK) voor mensen die nog thuiswonen maar wel een zorgzwaartepakket (ZZP)-indicatie hebben toch een eigen bijdrage voor verblijf heft? Zo nee, wat is uw reactie op een klacht daarover? (*1) Zo ja, hoe gaat u dit oplossen?

Antwoord 1
Mensen die thuis wonen en AWBZ-zorg thuis krijgen, krijgen deze zorg in het algemeen in de vorm van functies en klassen en niet in de vorm van een zorgzwaartepakket (ZZP), ook niet als zij een ZZP-indicatie hebben. Deze mensen betalen de extramurale eigen bijdrage voor zover zij persoonlijke verzorging of verpleging krijgen.
Voor mensen die het volledig pakket thuis krijgen, geldt de eigen bijdrage die geregeld is in artikel 14 van het Bijdragebesluit zorg, ook wel genoemd de lage intramurale eigen bijdrage. Dat is dezelfde bijdrage als bijvoorbeeld geldt voor mensen die in een instelling verblijven en een thuiswonende partner hebben. Met de hoogte van deze bijdrage is rekening gehouden met het feit dat er nog kosten voor wonen en overig levensonderhoud gemaakt moeten worden.

Van het CAK heb ik vernomen dat de klacht die mij onderhands is verstrekt, inmiddels is opgelost. Bij het CAK was onterecht gemeld dat de desbetreffende persoon was opgenomen. Het CAK heeft de broninhouding tijdig tegen kunnen houden.

Vraag 2
Is het waar dat mensen die thuiswonen en dus zelf woonlasten betalen met de invoering van de ZZP’s minder goed te onderscheiden zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoeveel mensen betreft dit?

Antwoord 2
Met de invoering van de zorgzwaartebekostiging zijn mensen die thuis wonen net zo goed te onderscheiden als voor die tijd. Mensen met een verblijfsindicatie kunnen er – net zoals voorheen het geval was – voor kiezen om met een verblijfsindicatie thuis (of in een serviceflat) de zorg te krijgen en zelf de woonlasten te betalen. De zorg wordt in dat geval niet bekostigd met toepassing van de intramurale bekostigingsregels, maar met toepassing van de extramurale bekostigingsregels of met toepassing van de bekostigingsregels van het volledig pakket thuis. Het antwoord op de vraag welke eigen bijdrage verschuldigd is, is niet veranderd door de invoering van de ZZP’s. Welke eigen bijdrage iemand verschuldigd is, hangt af van de soort zorg die een iemand ten laste van de AWBZ krijgt, te weten zorg met verblijf in een instelling, extramurale persoonlijke verzorging of verpleging of het volledig pakket thuis.

Vraag 3
Bent u van mening dat voor mensen die een bezwaar hebben ingediend over de hoogte van hun eigen bijdrage geen broninhouding mag plaatsvinden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer is dit geregeld?

Antwoord 3
Nee, dat zou betekenen dat het instellen van bezwaar schorsende werking zou hebben ten aanzien van het bestreden besluit. Ingevolge artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft het instellen van bezwaar dat echter niet. Een nadeel van schorsende werking zou kunnen zijn dat mensen na de beslissing op bezwaar alsnog een groot bedrag moeten betalen. Dat speelt niet in de onderhavige kwestie. Zoals uit antwoord 1 blijkt, heeft broninhouding niet plaatsgevonden.
Indien betrokkene schorsende werking wenst, zal betrokkene gebruik moeten maken van de in artikel 8:81 van de Awb geregelde mogelijkheid om hangende de bezwaarprocedure de voorzieningenrechter van de rechtbank te verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Aan zo’n verzoek kan slechts gehoor gegeven worden indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

(*1) Klacht, onderhands aan bewindspersoon verstrekt