Verlenging WBO-vergunning NELSON

Erasmus MC
T.a.v. Dr. R.J. van Klaveren (kamer GS-15)
Postbus 5201
3008 AE Rotterdam

16 juli 2009

Geachte heer Van Klaveren,

Op 6 maart 2001 is een voorwaardelijke vergunning verleend aan het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam voor de uitvoering van een proefbevolkingsonderzoek naar longkanker met behulp van CT-screening, de zogenaamde NELSON-studie. Dit gebeurde op advies van de Gezondheidsraad van 22 november 2000, kenmerk 2000/04WBO. De vergunning is verlengd op 19 december 2003. Het project heeft als doelgroep (ex)rokers tussen 50 en 75 jaar.

Op 3 juli 2009 verzocht u om verlenging van de toestemming voor het proefbevolkingsonderzoek voor een vierde screeningsronde met aanvullende onderzoeksvragen. Ik verleen het Erasmus MC bij deze toestemming het bevolkingsonderzoek te continueren en in aanvulling op de WBO-vergunning van 19 december 2003 toestemming voor aanvullend onderzoek. Het betreft de vierde ronde screening en aanvullend onderzoek naar het optimale aantal screeningsrondes en de optimale screeningsinterval.
Dit heeft gevolgen voor de duur waarvoor de vergunning is verleend. Deze wordt tot 1 juli 2012 verlengd. Deze verlenging werkt terug tot en met 1 januari 2007.

Een belanghebbende kan tegen een besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag.
De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit is gedagtekend.

Het toezicht op de naleving van de voorschriften berust conform artikel 10 van de Wet op het bevolkingsonderzoek bij het Staatstoezicht op de Volksgezondheid.
Afschrift van de vergunning zend ik aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Gezondheidsraad

Met vriendelijke groet,
de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, namens deze,
de directeur Publieke Gezondheid,

dr. D. Ruwaard