Internationaal Belastingrecht. Onderlinge overlegprocedures

Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken
Directie Internationale Fiscale Zaken

Besluit van 29 september 2008, nr. IFZ2008/ 248M, Stcrt. nr. 188

De staatssecretaris van Financiën heeft besloten tot een nadere beschrijving en invulling van de onderlinge overlegprocedure op grond van een bilateraal belastingverdrag of het EU-arbitrageverdrag.

Inhoudsopgave

Internationaal Belastingrecht. Onderlinge overlegprocedures 3
1. Intentie en hoofdlijnen 3
1.1. Achtergrond van de onderlinge overlegprocedure 3
1.2. Intentie van de Nederlandse bevoegde autoriteit 4
1.2.1. Start bilateraal overleg 5
1.2.1.1. Onderlinge overlegprocedure na correctie door Nederland 5
1.2.1.2. Onderlinge overlegprocedure na correctie door buitenland 6
1.2.1.3. Andere vormen van bilateraal overleg 6
1.2.2. Arbitragebepaling (resultaatverplichting) in belastingverdragen 7
1.3. Typische gevallen waarin onderling overleg uitkomst zou kunnen bieden 7
1.4. Vorm overleg 8
1.5. Overleg in situaties die nog niet specifiek in het verdrag zijn geadresseerd 8
2. Het verzoek van belastingplichtige om een onderlinge overlegprocedure op te starten 9
2.1. Vanaf welk moment kan een verzoek worden ingediend? 9
2.2. Op welk tijdstip moet het verzoek uiterlijk zijn ingediend? 9
2.3. Situaties waarin meer dan een verdrag van toepassing is 10
2.4. Bij wie dient het verzoek te worden ingediend? 11
2.4.1. Verrekenprijskwesties; corresponderende correctie buiten de onderlinge overlegprocedure 11
2.5. Waar dient een verzoek aan te voldoen? 12
3. Het tijdstip waarop een onderlinge overlegprocedure door de Nederlandse bevoegde autoriteit wordt opgestart 13
3.1. Regulier overleg versus vervroegd overleg 13
3.1.1. Reguliere onderlinge overlegprocedure 13
3.1.2. Vervroegde onderlinge overlegprocedure 14
3.1.2.1. Vervroegde onderlinge overlegprocedure: voorwaarden 14
3.1.2.2. Vervroegde onderlinge overlegprocedure: vaststellingsovereenkomst 14
3.1.2.3. Vervroegd overleg: andere betrokken bevoegde autoriteit is niet bereid mee te werken 15
3.1.3. Specifieke uitzonderingsgevallen 15
4. De beoordeling van het verzoek 16
4.1. Inzet Nederland 16
4.2. Het beoordelen of een verzoek in behandeling wordt genomen 17
4.2.1. Verzoek niet gegrond: redenen die ten grondslag kunnen liggen aan het (nog) niet opstarten van een onderlinge overlegprocedure door de bevoegde autoriteit. 18
4.2.2. Verzoek wordt niet in behandeling genomen of geschorst: redenen die hieraan ten grondslag kunnen liggen 18
5. De loop van de onderlinge overlegprocedure 19
5.1. Termijn waarbinnen een onderlinge overlegprocedure wordt afgewikkeld 19
5.2. De door de Nederlandse bevoegde autoriteiten te volgen procedure binnen de twee jaarstermijn 20
5.3. indicatief verloop van de onderlinge overlegprocedure 21
5.4. Toezenden standpuntnota door Nederlandse bevoegde autoriteit 21
5.5. Antwoord andere bevoegde autoriteit: instemming of antwoord standpuntnota 22
5.6. Indicatief verloop van de onderlinge overlegprocedure ingeval andere verdragsluitende Staat correctie heeft aangebracht 22
5.7. Indien de bevoegde autoriteiten van mening (blijven) verschillen: nieuwe schriftelijke rondes, en eventueel bijeenkomst van bevoegde autoriteiten 23
5.8. Rol belastingplichtige 23
6. Uitkomst en implementatie van de onderlinge overlegprocedure 23
6.1. Implementatie uitkomst; ambtshalve vermindering 24
7. Indien geen overeenstemming, wat dan? 24
7.1. Arbitrage onder bilaterale belastingverdragen 25
7.2. Arbitrage onder het EU-arbitrageverdrag 25
8. Verdere gevolgen van in behandeling nemen van een verzoek tot het opstarten van een onderlinge overlegprocedure 26
8.1. Uitstel van betaling van belasting 26
8.2. Heffings- en invorderingsrente; Boetes 26
8.3. Uitwisseling en vertrouwelijkheid van gegevens 27
8.4. Rechtsgevolgen en precedentwerking 27
9. Relatie met andere procedures (unilaterale danwel multilaterale APA, corresponderende correctie buiten MAP om) 28
10. Inwerkingtreding 29
11. Intrekking oude besluiten 29

Het gehele besluit vindt u onder "meer informatie" in het PDF document.