Bio-kunststoffen krijgen forse impuls

Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) stelt acht miljoen euro beschikbaar voor onderzoek en innovatie van bio-kunststoffen in Nederland. Zestig bedrijven en negen kennisinstellingen zullen in het programma 'Biobased Performance Materials' (BPM) samenwerken aan nieuwe bio-polymeren (grondstoffen voor bio-kunststoffen) en aan toepassingsgericht onderzoek om de eigenschappen van bio-kunststoffen te verbeteren. Het BPM-programma start eind dit jaar en loopt tot en met 2013. Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR) coördineert het programma.

Het gebruik van bio-kunststoffen is vooral bekend van bio-afbreekbare toepassingen voor afvalzakken en voor verpakkingen van groente en fruit. Voor andere toepassingen zoals huishoudelijke apparatuur, auto's en componenten in verven, coatings, vloerbedekking en plaatmaterialen, is een kwaliteitsverbetering nodig van de materialen. Het doel van het BPM-programma is daarom bio-kunststoffen te ontwikkelen, die wat betreft materiaaleigenschappen én prijs kunnen wedijveren met de gewone kunststoffen die momenteel worden gemaakt van aardolie.

Daarvoor zullen enerzijds de beschikbare biomaterialen sterk moeten worden verbeterd en anderzijds totaal nieuwe bio-polymeren (lange ketens van bijvoorbeeld eiwitten) ontwikkeld moeten worden. Ook het ontwikkelen van nieuwe additieven heeft binnen het BPM-programma een plaats. Daarnaast zullen - waar technisch en economisch mogelijk - ook nieuwe functionele materialen ontwikkeld worden door gebruik te maken van eigenschappen uit de natuur. Denk hierbij aan verminderde milieubelasting, antimicrobiële en zelf helende of schoonmakende eigenschappen.

Het programma heeft drie onderzoeksactiviteiten:

1) Het verbeteren van de eigenschappen van bio-kunststoffen zoals:

  • het verbeteren van de temperatuurresistentie van de biobased materialen;
  • het verbeteren van de mechanische eigenschappen (zoals buigbaarheid of slijtvastheid);
  • het verminderen van de gevoeligheid voor water;
  • het omlaag brengen van de kostprijs.

2) Het versterken van de samenwerking tussen bedrijven van eindschakel tot grondstofleverancier.

3) Het toetsen van nieuwe biokunststoffen op duurzaamheid.

Aan het programma nemen alle Nederlandse kennisinstellingen deel die zich met kunststof-onderzoek bezig houden. In het BPM-programma wordt nauw samengewerkt met het Polymeren Innovatie Programma (PIP), dat uitgevoerd wordt door het Dutch Polymer Institute (DPI) en het DPIValue Centre, met support van het ministerie van Economische Zaken. Vanuit het PIP wordt een vergelijkbaar bedrag beschikbaar gesteld voor onderzoek.