Positief advies commissie m.e.r. A4 Delft-Schiedam

De Trajectnota/MER van de A4 Delft-Schiedam levert voldoende informatie op om een keuze tussen de onderzochte alternatieven te kunnen maken. Dit stelt het ministerie van Verkeer en Waterstaat in reactie op het advies van de Commissie voor de Milieueffectrapportage op de Trajectnota/MER deel 1 en 2 dat de Commissie vandaag heeft uitgebracht.

Deze studie is uitgebracht met als doel de bereikbaarheid te verbeteren tussen Den Haag en Rotterdam. Hierdoor worden de jarenlange verkeersproblemen op de A13 tussen Rotterdam en Den Haag aangepakt.

Na de zomer nemen de ministers van Verkeer en Waterstaat en VROM een standpunt in over welk alternatief verder wordt uitgewerkt tot een Ontwerp-Tracébesluit (OTB). Het gaat dan om de keuze tussen de aanleg van een nieuw stuk snelweg van de A4 tussen Delft en Schiedam of de verbreding van de A13 in Rotterdam in combinatie met een nieuwe snelweg die de A13 bij Rotterdam Airport verbindt met de A16 bij het knooppunt Terbregseplein. In 2010 stelt de minister van Verkeer en Waterstaat het Tracébesluit vast. De nieuwe weg is in 2015 open voor het verkeer.

Hoofdconclusie is dat de Commissie oordeelt dat in het MER de essentiële informatie voor besluitvorming aanwezig is. De trajectnota/MER waarin onder meer per alternatief de gevolgen voor het verkeer en het milieu worden beschreven bestaat uit twee stappen. De Commissie van de Milieurapportage spreekt in haar advies waardering uit voor de zeer goede toegankelijkheid en volledigheid van de verstrekte informatie in beide MER rapporten, de bijlagen en het gezondheidsonderzoek. De Commissie oordeelt dat in het MER stap 1 de essentiële informatie voor besluitvorming aanwezig is. De keuze om het derde alternatief, de A54, in stap 2 niet verder te onderzoeken, is voldoende onderbouwd. Het MER stap 2 biedt volgens de Commissie voldoende informatie om een keuze te maken tussen de alternatieven A4 Delft-Schiedam en A13+A13/A16.

De ministers van Verkeer en Waterstaat en VROM nemen het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage en de reacties van belanghebbenden op de Trajectnota/MER mee in de besluitvorming na de zomer over het standpunt welk alternatief in een (Ontwerp-)Tracébesluit verder wordt uitgewerkt. Ook de regionale partners van het Integrale Ontwikkelingsplan Delft-Schiedam (IODS) zullen de minister hierover adviseren. Met het standpunt wordt er weer een belangrijke stap vooruit gezet in de jarenlang durende discussie over de aanpak van de verkeersproblemen tussen Den Haag en Rotterdam.