Wet gelijke behandeling moet meer bekendheid krijgen

Staatssecretaris Bussemaker nam op 23 juni 2009 het rapport ‘Beperkingen, recht en gelijkheid’ in ontvangst van de directeur van het Verwey-Jonker Instituut. Dit rapport is mede basis voor de evaluatie van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz).

Dames en heren,

Dank voor dit rapport. De Wet gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte is nu ruim 5 jaar van kracht. Om inzicht te krijgen in de effecten van deze wet, heb ik een evaluatie laten maken. Die stuur ik vrijdag 26 juni naar de Tweede Kamer. Uw rapport ‘Beperkingen, recht en gelijkheid’ is een belangrijke pijler van deze evaluatie. Er is al eerder zo’n pijler geweest: eind vorig jaar bracht de Commissie Gelijke Behandeling haar eigen evaluatie uit.

De onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut hebben gekeken naar het effect van de Wgbh/cz op de participatie van mensen met een handicap. Dat was bij het ontwerp van de Wgbh/cz ook de intentie. De wet moet bevorderen dat mensen met een handicap gewoon mee kunnen doen. Uw conclusie is dat de Wgbh/cz slechts van beperkte invloed is op het meedoen van mensen in onze samenleving. Die conclusie onderschrijf ik. Maar dit is geen negatieve conclusie. De Wgbh/cz biedt namelijk de rechtsbescherming waar we naar streven. De individuele rechtspositie van mensen met een handicap hebben een betere individuele rechtspositie gekregen.
U deed uitvoerig onderzoek naar de bekendheid van de Wgbh/cz. Met de conclusie dat het noodzaak is aan de Wgbh/cz meer bekendheid te geven. Die signalen kreeg ik al eerder. Ook vanuit de Commissie Gelijke Behandeling. Daarom heb ik al verschillende acties ondernomen. De wet hoort bekend te zijn en mensen moeten de inhoud op hoofdlijnen kennen.

Daarom:
  • Verschijnt op 1 september de nieuwe brochure van Postbus 51 over de Wgbh/cz.

  • Is vorige week het tweede nummer van de ‘Nieuwsbrief Participatie’ verschenen. De informatie is gericht op professionals en geïnteresseerde burgers. Mijn oproep aan u is om anderen over deze nieuwsbrief te vertellen, zodat veel mensen zich abonneren.

  • Wordt er met Art.1, de CG-Raad en de Commissie Gelijke Behandeling periodiek voorlichtingsoverleg gestart om de bekendheid van de Wgbh/cz te vergroten.

Daarnaast doe ik een beroep op u om zoveel mogelijk gelegenheden aan te grijpen om uw achterban te vertellen over de inhoud van deze wet. Juist de organisaties in het maatschappelijk middenveld, weten de mensen om wie het gaat direct te bereiken met informatie over de Wgbh/cz. Veel directer nog dan dat de rijksoverheid dat kan. Dus moeten we dat samen doen.

Ik ben aan het verkennen of de Wgbh/cz kan worden uitgebreid naar aanbieden van goederen en diensten. Voordat deze mogelijke wetsuitbreiding er komt, wil ik kijken naar voorbeelden uit de praktijk die duidelijk maken wat mogelijk is bij gelijke behandeling, en wat niet. Eind 2009 ga ik een landelijk informatiepunt lanceren voor iedereen die hier meer over wil weten. Het informatiepunt wijst de weg in toegankelijk Nederland: caféhouders en cafégangers, verzekeraars en verzekerden, recreatieondernemers en vakantiegangers.

Ondernemersorganisaties en belangenorganisaties zijn bezig om het informatiepunt te realiseren. VWS coördineert dit proces onder de werktitel Praktijkspoor. Het kabinetsstandpunt dat ik naar de Tweede Kamer stuur, is positief van toonzetting. Dat is ook logisch, gezien de conclusies uit uw rapport. Nu is het belangrijk dat de werking van de Wgbh/cz wordt vergroot. Niet alleen in de breedte, maar ook in de toepassing. Eenvoudig gezegd: meer mensen moeten gaan klagen. Dat helpt uiteindelijk iedereen. Zo worden organisaties zich bewust van hun onbewuste discriminatie. Zo worden mensen met een handicap of chronische ziekte serieus genomen.

Ik dank u voor uw aandacht.