Een mooier landschap, maak het mee

"We willen laten zien wat mensen in Nederland allemaal kunnen doen in en rond het landschap. Er gaan luchtballonnen opstijgen. Er komen advertenties. We zijn aanwezig bij evenementen", aldus minister Verburg bij het startschot van de publiekcampagne voor het landschap.

Toespraak door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), mevrouw G. Verburg, bij de aftrap van de campagne 'een mooier landschap, maak het mee' op 23 juni 2009 in De Bilt.

Dames en heren,
Het Nederlands landschap heeft duizend gezichten. Het levende landschap, het poëtische landschap, het kwetsbare landschap. Het mistige landschap, het gecultiveerde landschap, het landschap waar het maar een paar keer per jaar echt windstil wil zijn. Lucht boven de polder. Klaphekje. Of misschien wel de vrijheid. Naast de vele gezichten, zijn er constanten. Nederlands landschap is door de jaren heen herkenbaar gebleven. De dichter Marsman - u kent hem van brede rivieren die traag door oneindig laagland gaan - heeft daar onsterfelijke woorden aan gegeven. En dat is nog niet alles. Landschap ontstijgt de tijd en staat daarmee los van de crisis. Simpelweg omdat een mens niet zonder kan. Zonder landschap kan een mens niet weten wie hij is.

Deze campagne gaat daarover. Hij omvat in essentie de mens en het landschap. Alle landschap. Het kabinet wil, samen met andere organisaties in Nederland, voor de burger en zijn groene omgeving een open klimaat scheppen. Een klimaat waarin 16 miljoen Nederlanders ruimte krijgen om zich er persoonlijk mee te verbinden. En het mee vorm te geven. Of dat nu als consument, recreant, toerist, ondernemer of automobilist is. Deze campagne is daartoe een eerste stap.

Ik heb burgers vooraf naar hun waardering van het landschap gevraagd. En ik heb ze gevraagd of ze bekend zijn met de mogelijkheden in het landschap. De enquête is uitgevoerd in mei. Op dit moment kan 49 procent van de Nederlanders spontaan een activiteit noemen waarmee ze zelf bijdragen aan het landschap. Maar het wordt een meerjarige campagne. In 2011 willen we dat 65 procent van de Nederlanders zegt: 'ja, we kunnen met de buurt en de gemeente een houtwal aanleggen.' Of: 'ja, ik kan meehelpen om hoogstamfruitbomen te onderhouden.' We willen ook dat mensen, naarmate de campagne langer loopt, meer verschillende activiteiten noemen.

Landschap scoort hoog: een 7.3. Burgers geven ook blijk van grote betrokkenheid. Negen van de tien mensen vinden een aantrekkelijk landschap belangrijk. Ze komen er graag. Mensen willen zich desgevraagd best meer voor het landschap inzetten, al weet de helft niet zo duidelijk hoe. Ze stellen het op prijs om bij veranderingen in het landschap te worden betrokken en er invloed op te hebben. Overigens begrijpt driekwart van de Nederlanders dat die veranderingen er moeten zijn. Daar hebben ze natuurlijk groot gelijk in. Een mooi landschap ontstaat niet vanzelf; je moet iets doen om het unieke karakter te behouden. Je moet er van kunnen blijven genieten, maar je moet er evengoed in kunnen wonen en werken. In de stad, rond de stad, en op het platteland. Dan moet er inderdaad wel eens in gebouwd of verbouwd worden. Maar áls dat dan moet, dan graag zo, dat het passend is. Aldus de burger.

Het kabinet wil burgers graag maximaal in staat stellen hun band met het landschap vorm te geven. We willen dat in 2020 de helft van de Nederlanders actief is in en rond het landschap. Nu is dat een kwart. Dat is een grote ambitie, maar uit de enquête komt naar voren dat hij ook in een behoefte voorziet. En hoe meer mensen meedoen, hoe groter de betrokkenheid, hoe sterker de band.

Wij zijn als kabinet niet de enige met de ambitie meer mensen te betrekken. Vorig jaar september - velen van u waren erbij - tekenden we het Akkoord van Apeldoorn. Veertig organisaties stonden en staan voor de kwaliteit van het landschap. We vonden en vinden dat het landschap van ons allemaal is. Daarom verdient de burger een bijzondere rol. We spraken toen af ons daar hard voor te maken.

Dat Akkoord kwam niet uit de lucht vallen. Het broeide daarvóór al. In de boezem van het Landschapsmanifest bijvoorbeeld, waar partijen als Natuurmonumenten, Bouwend Nederland, de ANWB, de LTO elkaar op dit thema hebben gevonden. Het allereerste idee voor een gezamenlijke campagne over landschap, voor de burger, is daar ontstaan. Een goed idee heeft vele vaders. Toen minister Cramer en ik bezig waren de Agenda Landschap uit te werken, dachten wij: zou het niet geweldig zijn als wij overheden, maatschappelijke organisaties, ondernemers en burgers rond het Nederlandse landschap samen brachten? Om de burger in staat te stellen zijn steentje bij te dragen? Eén plus één bleek zelfs drie, want ook de provincies sloten zich bij de campagnegedachte aan. Vanuit hun regieverantwoordelijkheid voor de inrichting van het landelijk gebied, en natuurlijk omdat zij het landschapsbeleid uitvoeren. Er blijft dus bijna niemand meer over door wie de campagne die vandaag start niet wordt gedragen!

We hebben gekozen voor een zogenaamde draaggolfcampagne, die we uiteraard samen uitvoeren. 'Een mooier landschap, maak het mee', dat is de slogan. We willen laten zien wat mensen in Nederland allemaal kunnen doen in en rond het landschap. Er gaan luchtballonnen opstijgen. Er komen advertenties. We zijn aanwezig bij evenementen. Het zal u niet verbazen dat het breed gaat. Breder dan wandelen, fietsen, vlinders tellen of het bezoekerscentrum aan doen. Centraal in de campagne staat namelijk een website die de weg wijst naar de mogelijkheden:

  • Waar kunnen burgers als vrijwilliger heggen snoeien, wilgen knotten of fruitbomen onderhouden?
  • Waar kunnen ze interessante excursies in het landschap bijwonen?
  • Waar kunnen ze hun mening geven op landschapsplannen van de gemeente of provincie?
  • Welke landschapsorganisatie kunnen ze steunen, en vooral:
  • Waar kun je allemaal genieten van het landschap, en hoe kun je dat doen?

Volgend jaar bouwen we verder uit en laten we bijvoorbeeld zien:

  • Hoe bedrijven kunnen zorgen dat hun gebouwen in het landschap passen;
  • Hoe boeren het land kunnen beheren in overeenstemming met het landschap, dus koeien in de wei laten grazen, akkerranden weer laten bloeien.

Wat u en ik er nog meer van gaan merken, mag ik nog niet verklappen. U ziet dat straks in het filmpje.

Dames en heren,
Wij nemen straks afstand van het landschap. Door op te stijgen in één van de luchtballonnen. Ik verheug mij daar op. Ik heb de fabriek waar ze gemaakt worden zelf bezocht, in Tsjechië. Ik kan u verzekeren: het is veilig! Voor u en mij, èn voor het landschap. De boeren in deze omgeving kunnen dus opgelucht omhoog kijken. En wij kunnen, heel even, met de onbevangen blik van de buitenstaander naar het landschap kijken. In die blik zullen zich rijm, ritme en de nodige geometrische vlakken voegen. In die blik ziet ook u uzelf weerspiegeld. Zo heeft ook de schrijver Abdelkader Benali gekeken. Als ingewijde en buitenstaander. Van binnenuit en met afstand. Ik besluit met zijn ode aan het Hollandse licht. Ik citeer:

...wat voor mij uniek is in dat Hollands landschap is de wisseling van het licht over deze aarde. In de herfst en winter is het kort en meedogenloos. Het komt op, maar pas nadat jij uit bed bent gestapt. En het gaat vroeg naar bed. Je [...] leest, ontwikkelt ideeën in het donker. Maar daar liggen ze dan, te wachten totdat de zon terug komt. En dan komt met de lente heel gestaag dat licht weer terug, als een grote fles dure wijn die beetje bij beetje wordt uitgeschonken. Verbijsterend is het hoe dit licht in Nederland ineens opkomt, steeds langer met je blijft, je steeds meer kans geeft om buiten te blijven. En dan de zomer met die eindeloze dagen waarin het lijkt alsof je het halve leven dat je in de winter achterliet, nu twee keer krijgt uitbetaald. Mensen fietsen, fietsen over de paden, langs de rivier. Vrijen of zonnen in het gras. Iedereen lijkt zijn weg ernaar te vinden. Het landschap herbergt onze dromen en het licht is de slagroom op de taart.

Dank u wel.