Heroverweging passend onderwijs

Staatssecretaris Dijksma van Onderwijs heroverweegt het proces van de invoering van Passend onderwijs.

De invoering in 2011 van de wetgeving rondom de regionale netwerken wordt heroverwogen en in overleg met de sectororganisaties aangepast. Aanleiding zijn de kanttekeningen die de Evaluatie- en adviescommissie passend onderwijs (ecpo) en de Inspectie van het Onderwijs hierbij plaatsen. Dat schrijft Dijksma aan de Tweede Kamer in een reactie op het advies van de epco.

De kwaliteit van het onderwijs aan leerlingen met een beperking is nu te vaak niet in orde en er zijn te veel kinderen die op een wachtlijst staan of thuiszitten. Het is geen optie om de huidige situatie te handhaven. De Evaluatie- en adviescommissie passend onderwijs, die op verzoek van staatssecretaris Dijksma de invoering van Passend onderwijs onderzoekt, geeft dit ook aan. Zij concludeert in haar advies echter ook dat het niet verstandig is om in 2011 te starten met wetgeving rondom de regionale netwerken. Niet alleen de ecpo, maar ook de Inspectie van het Onderwijs heeft in het Onderwijsverslag kanttekeningen geplaatst.

Het advies van de ecpo en het Onderwijsverslag zijn aanleiding voor een heroverweging van het proces Passend onderwijs zoals dat in gang is gezet. Dijksma: "door de aandacht voor de wetgeving lijkt het nu vooral te gaan het bestuurlijke proces te gaan terwijl iedereen bezig moet zijn met de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en het voorkomen van wachtlijsten en thuiszitters." De heroverweging vindt plaats in overleg met de sectororganisaties. De resultaten worden in september verwacht.

Passend onderwijs
Passend onderwijs betekent dat elk kind naar die vorm van onderwijs gaat die het best bij zijn of haar talenten en beperkingen past. Het betekent niet dat veel meer kinderen in de klas extra ondersteuning nodig hebben, maar dat het onderwijs kwalitatief goed is en dat alle kinderen een plek krijgen. Leraren en ouders spelen hierin een belangrijke rol