Sociale verzekeringen per 1 juli 2009

Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2009 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. Het minimumloon stijgt van 1381,20 € naar 1398,60 € bruto per maand. De aanpassingen zijn nodig omdat ook de lonen en de prijzen de afgelopen tijd zijn gestegen.

AOW’ers zien hun netto uitkering bijvoorbeeld met tussen de 7 en de 12 € per maand stijgen. Hoe hoog het bedrag is, hangt af van de persoonlijke situatie. De netto-uitkering van een alleenstaande AOW’er gaat bijvoorbeeld met 9 € omhoog naar 941,84 € per maand. Echtparen waarvan beide partners 65 jaar of ouder zijn, krijgen in totaal netto ruim 11euro per maand erbij. Hun gezamenlijke netto-uitkering komt dan uit op 1232,26 € per maand. Dat is exclusief vakantietoeslag en de tegemoetkoming AOW. Deze tegemoetkoming wordt aan alle AOW-ers uitbetaald en het bruto bedrag bedraagt in 2008 36,45 € per maand.

Ook mensen met WW, WIA en WAO gaan er over het algemeen op vooruit. De uitkeringen worden verhoogd met 1.26%.
De absolute stijging is lastiger aan te geven omdat die nog meer dan bij de AOW afhangt van persoonlijke omstandigheden. Zo is bijvoorbeeld ook van belang hoe hoog hun inkomen was voordat zij een uitkering kregen. Voor de berekening van de uitkering geldt bovendien een maximum inkomen; verdient men meer dan telt het deel boven dat maximum niet mee bij het bepalen van de uitkering. Dit zogeheten maximumdagloon wordt per 1 juli 2009 vastgesteld op 185,46 € bruto per dag. Het maximum premieloon werknemersverzekeringen wordt gedurende het jaar niet aangepast en blijft derhalve 183,15 per dag bedragen.

AOW

AOW’ers die getrouwd zijn of samenwonen hebben elk een eigen recht op een AOW-pensioen. De hoogte daarvan is gelijk aan de helft van het netto minimumloon. De AOW voor een alleenstaande bedraagt 70 procent van het netto minimumloon en dat voor een eenoudergezin 90 procent. Bij die laatste groep gaat het om pensioengerechtigden die een kind verzorgen jonger dan achttien jaar voor wie zij kinderbijslag ontvangen.

Voor gehuwde AOW’ers van wie de partner jonger is dan 65, gelden afwijkende regels. Normaal gesproken is het pensioen gelijk aan 50 procent van het minimumloon (de uitkering voor een gehuwde). Daarbovenop komt een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag (bruto 694,19 €) (deze toeslag komt overigens te vervallen per 1 januari 2015). Echter, is het recht op pensioen al ingegaan voor 1 februari 1994 dan valt de AOW’er onder een overgangsregeling en is het pensioen 70 procent van het netto minimumloon. De toeslag is dan maximaal 30 procent.

De uitkeringsbedragen per 1 juli 2009. (In deze bedragen is nog geen rekening gehouden met de tegemoetkoming AOW van 36,45 € bruto per maand.) De vakantie uitkering wordt in de maand mei beschikbaar gesteld.

Bruto per maand

Bruto vakantie uitkering per maand

Gehuwden

euro 694,19

euro 40,50

Gehuwden met maximale toeslag

(partner jonger dan 65 jaar)

euro1388,38

euro 81,00

Maximale toeslag

euro 694,19

Ongehuwden

euro1011,64

euro 56,71

Ongehuwd met kind tot 18 jaar

euro1284,68

euro 72,92


AOW-pensioen ingegaan vóór 1-2-1994

Gehuwden zonder toeslag (partner jonger dan 65 jaar) euro1011,64 euro 56,71
Maximale toeslag euro 376,74
Gehuwden met maximale toeslag (partner jonger dan 65 jaar) euro1388,38 euro 81,00

De toeslag bedraagt maximaal 694,19 € bruto per maand. Hoe hoog de toeslag precies is, hangt af van het inkomen van de werkende jongere partner. Een deel van het inkomen wordt namelijk van de toeslag afgetrokken. Als het bruto-inkomen van de jongere partner uit arbeid hoger is dan 1245,89 € heeft de AOW’er helemaal geen recht op toeslag (bij een inkomen in verband met arbeid (bijvoorbeeld een sociale verzekeringsuitkering) vervalt de toeslag bij 694,19 € bruto per maand).

Het berekenen van de hoogte van de toeslag gaat als volgt:

De eerste 209,79 € van het partnerinkomen is vrijgesteld. Ook een derde deel van het inkomen daarboven telt niet mee. Als de partner dus 1000 € bruto verdient, telt de eerste 209,79 € niet mee. Ook is een derde deel van (1000-209,79) 790,21 vrijgesteld, wat uitkomt op 263,40 €. In totaal is dan 473,19 € vrijgesteld. Van de toeslag wordt dus 1000-473,19= 526,81 € ingehouden.

Als het recht op toeslag voor 1 februari 1994 is ingegaan valt de rechthebbende onder een overgangsregeling en bedraagt de toeslag maximaal bruto 376,74 €. Als de partner meer verdient dan 774,90 € bruto vervalt de uitkering. Dat geldt ook als de partner een sociale verzekeringsuitkering krijgt die hoger is dan dat bedrag.

De bij deze bruto bedragen behorende netto-uitkeringen zijn in onderstaand overzicht weergegeven. Hierbij is uitgegaan van de situatie dat betrokkenen geen aanvullend pensioen hebben.

Netto AOW gehuwden (exclusief tegemoetkoming AOW). Als beide partners boven de 65 jaar zijn, krijgen zij dus allebei de uitkering.

1-7-2009 1-1-2009 verschil
per maand euro 646,30 euro 639,40 euro 6,90
vakantietoeslag euro 37,71 euro 37,58 euro 0,13
Totaal euro 684,01 euro 676,98 euro 7,03

Netto AOW alleenstaanden (exclusief tegemoetkoming AOW)

1-7-2009 1-1-2009 verschil
per maand euro 941,84 euro 932,81 euro 9,03
vakantietoeslag euro 52,80 euro 52,61 euro 0,19
Totaal euro 994,64 euro 985,42 euro 9,22

ANW

De Algemene nabestaandenwet (ANW) is een volksverzekering die recht geeft op een uitkering aan volwassenen van wie de partner is overleden. Het kan gaan om een huwelijkspartner of een partner met wie zij ongehuwd samenwoonden. De uitkering bedraagt maximaal 70 procent van het netto minimumloon. Nabestaanden die een kind verzorgen van 18 jaar of jonger waarvan een ouder is overleden, krijgen daarnaast een inkomensonafhankelijke uitkering van 20 procent van het netto minimumloon. Ook weeskinderen komen in aanmerking voor een uitkering.

De hoogte van de ANW-uitkering is afhankelijk van het inkomen van de nabestaande. Uitkeringen worden er geheel van afgetrokken. Van inkomen uit arbeid blijft een deel buiten beschouwing (50 procent van het minimumloon plus een derde deel van het meerdere).

Nabestaanden die voor juli 1996 al een AWW-uitkering (de voorganger van de ANW) ontvingen, krijgen in ieder geval een bodemuitkering van 30 procent van het bruto-minimumloon, ook als hun inkomen hoger uitvalt dan de bovengenoemde inkomensgrens.

In onderstaand overzicht zijn de bruto ANW bedragen opgenomen. De bedragen zijn weergegeven exclusief de tegemoetkoming ANW. Deze bedraagt bruto € 16,78 per maand.

Bruto per maand

Bruto vakantie uitkering per maand

Maximale nabestaandenuitkering

euro 1081,25

euro 68,48

Halfwezenuitkering

euro 246,45

euro 19,56

Wezenuitkering tot 10 jaar

euro 348,78

euro 24,46

Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar

euro 523,17

euro 36,69

Wezenuitkering van 16 tot 21/27 jaar

euro 697,55

euro 48,91


Wajong

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) biedt jonggehandicapten een uitkering op minimumniveau. De grondslag op basis waarvan de uitkering wordt berekend gaat per 1 juli 2009 omhoog. Ook de grondslagen voor Wajong-gerechtigden beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de minimumjeugdlonen, worden op die datum verhoogd.

Per 1 juli 2009 zijn dit de bruto grondslagen (exclusief vakantietoeslag) per dag:

vanaf 23 jaar ten hoogste euro 64,30
22 jaar ten hoogste euro 54,66
21 jaar ten hoogste euro 46,62
20 jaar ten hoogste euro 39,55
19 jaar ten hoogste euro 33,76
18 jaar ten hoogste euro 29,26

Naast de Wajong-uitkering heeft elke Wajong-gerechtigde onder de 23 jaar recht op een tegemoetkoming. Deze compenseert (deels) de inkomensachteruitgang die de invoering van de Zorgverzekeringswet heeft veroorzaakt.
22 jaar euro 1,73 bruto per maand
21 jaar euro 4,19
20 jaar euro 8,52
19 jaar euro 14,21
18 jaar euro 14,83

Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)
Per 1 juli 2009 worden bestaande uitkeringen verhoogd met 1,26%. De hoogte van de WW, WIA en WAO-uitkering hangt mede af van de hoogte van het laatst verdiende loon en het zogenoemde maximumdagloon. Per 1 juli 2009 wordt het maximumdagloon verhoogd van 183,15 naar 185,46 € bruto.

Toeslagenwet
De Toeslagenwet zorgt voor een aanvulling op een aantal uitkeringen tot het sociaal minimum. Het gaat bijvoorbeeld om de WW, WIA, WAO en ZW-uitkering. Er ontstaat recht op een toeslag als uitkeringsgerechtigde een uitkering ontvangt die lager is dan het normbedrag. De toeslag vult de uitkering aan tot het normbedrag, maar het totaal van de uitkering en toeslag samen is niet meer dan het vroegere loon.
Een toeslag op de uitkering kan worden aangevraagd bij het UWV.


De hoogte van de normbedragen per 1 juli 2009 zijn als volgt vastgesteld:

ZW/WW/WAO/WIA/Wajong*

Gehuwden

euro 64,30 bruto per dag

Alleenstaande ouders

euro 61,14

Alleenstaanden:
vanaf 23 jaar

euro 48,95

22 jaar

euro 38,24

21 jaar

euro 32,18

20 jaar

euro 26,87

19 jaar

euro 22,54

18 jaar

euro 19,44

*exclusief vakantietoeslag

Premiepercentages 2009 (ongewijzigd per 1 juli 2009)

2008

2009

verschil

premiepercentages

AOW

17,90

17.90

0,00

ANW

1,10

1,10

0,00

AWBZ

12,15

12,15

0,00

a) WAO/WIA-basispremie (Aof)

5,65

5,70

0,05

a) Uniforme WAO-premie (Aok)

0,15

0,15

0,00

a) WGA-rekenpremie (Werkhervattingskas)

0,57

0,47

- 0,10

b) Awf werkgeverspremie

4,75

4,15

- 0,60

c) Awf werknemerspremie

3,50

0,00

- 3,50

d) ZVW-inkomensafhankelijke bijdrage werkgevers

7,20

6,90

- 0,30

UFO

0,78

0,78

0,00

UFO-ERD ZW

0,72

0,72

0,00

e) Sectorpremie gemiddeld

1,04

1,07

0,03

Verplichte werkgeversbijdrage kinderopvang

0,34

0,34

0,00

bedrag in euro's

Max. premieloon werknemersverzekeringen

177,03

183,15

6,12

Max. bijdrageloon ZVW per jaar

31.231,00

32.369,00

1.138,00

Franchise Awf-premie per dag

61,00

63,00

2,00

a)Het UWV heeft de WGA-rekenpremie lager vastgesteld dan in 2008. De effecten op de lasten voor werkgevers zijn neutraal door een hogere WAO/WIA-basispremie (Aof) en sectorpremie.

b)De AWf-premie wordt ten opzichte van 2008 met 0,60%-punt verlaagd naar 4,15%. Deze daling wordt veroorzaakt door de investering die het kabinet doet in verlaging van de lasten op arbeid.

c) De AWf-premie voor werknemers wordt verlaagd naar 0%. Hierdoor dalen de lasten op arbeid, wat een participatiebevorderend effect heeft.

d)De inkomensafhankelijke bijdrage in het kader van de Zvw daalt met 0,3%-punt van 7,2% naar 6,9%. Verzekerden zonder werkgeversvergoeding zijn een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd van 4,8%.

f) Het UWV heeft de gemiddelde sectorpremie 0,03% hoger vastgesteld dan in 2008. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door de sector uitzendbedrijven met een premiestijging van 5,05% naar 6,50%.