Persconferentie na ministerraad van 19 juni 2009

Vice-minister-president Bos gaat in de wekelijkse persconferentie na de ministerraad in op de economische ontwikkeling naar aanleiding van de voorlopige cijfers van het CPB. Ook noemde hij drie stimuleringsmaatregelen van het kabinet: investering in de schuldhulpverlening, verhoging van de NHG en een impuls voor onderhoud en bouw in de zorg.

Viceminister-president Bos:

Dames en heren, goedemiddag. We hadden een redelijk volle agenda vandaag, maar we zijn er toch redelijk snel doorheen gekomen. Dat komt waarschijnlijk ook doordat een redelijk aantal collega's afwezig waren en alle anderen snel het terras op wilden. Maar dat neemt niet weg dat er ondertussen wel een aantal belangrijke onderwerpen aan de orde kwamen. Het gros daarvan heeft u al via persberichten en commentaren van mijn collega's kennis van genomen.

Misschien is het goed als ik zelf nog even stil sta bij een paar punten die met name ook aan de economische situatie gerelateerd zijn. Ook omdat we daar uiteraard ook met elkaar over gepraat hebben. Dat is vooral gebeurd aan de hand van de cijfers die afgelopen dinsdag door het CPB bekend gemaakt werden.

Ik denk dat het goed is voor ons allemaal om te beseffen dat dat voorlopige cijfers zijn. Definitieve cijfers komen pas in augustus aan de orde als ook de definitieve beslissingen over de begroting genomen worden. Er worden dus op dit moment ook verder geen beleidsmatige relevante conclusies getrokken uit deze cijfers. Dat zal eventueel pas gebeuren in augustus.

Misschien is een tweede observatie over die cijfers ook van belang en dat is dat de verslechtering die in deze cijfers zichtbaar is ten opzichte van de voorspellingen die het CPB eerder dit jaar gaf niet zozeer te maken hebben met een grotere somberheid over de toekomst maar vooral te maken hebben met de verwerking van de hele slechte realisatiecijfers van het eerste kwartaal. En puur door die slechte cijfers van het eerste kwartaal te verwerken, die slechter waren dan steeds gedacht is, gaan alle cijfers omlaag en dat is dus misschien toch wel goed om te realiseren iets heel anders dan dat de somberheid over de toekomst zou zijn toegenomen.

Ondertussen is het natuurlijk wel zo dat wat ook de precieze methodologie is achter deze cijfers, met name de cijfers op het gebied van de werkloosheid, allemaal wel veel indruk maken. We constateren dat deze week realisatiecijfers van de werkloosheid naar buiten zijn gekomen die gematigder lijken dan wat ons tot nu toe is meegegeven vanuit het Centraal Planbureau als waar we op aan zouden kunnen koersen dit jaar en volgend jaar.

Niettemin rekenen we ons niet rijk omdat we eigenlijk er allemaal al enige tijd rekening mee houden dat pas in de tweede helft van dit jaar echt de stijging van de werkloosheid met grote stappen plaats zal gaan vinden en het dus nog wel degelijk mogelijk is dat de sombere getallen die het Centraal Planbureau heeft aangegeven voor 2009 en 2010 dan gehaald gaan worden. We hopen uiteraard dat dat niet zo is. We doen er ook veel aan om dat niet zo te laten zijn, maar dat is niet uitgesloten.

Ondertussen is het voor ons natuurlijk wel prettig dat ook het Centraal Planbureau heeft aangegeven dat in de cijfers die gepresenteerd zijn zij nu al ook een positief effect kunnen constateren van de maatregelen die het kabinet genomen heeft. Ten eerste het feit dat de zogeheten automatische stabilisatoren werken, dat we het tekort laten oplopen en niet over zijn gegaan tot extra bezuinigingen. Daarvan heeft het Centraal Planbureau gezegd: de economie zou er echt een stuk slechter aan toe zijn geweest als het kabinet dat niet had gedaan. Ten tweede zijn natuurlijk ook de eerste stimuleringsmaatregelen, investeringen en dergelijke in de modellen verwerkt.

Op een drietal concrete stimuleringspunten zijn we vandaag ook met elkaar in de Ministerraad ingegaan, hebben we besluiten genomen. Ten eerste is een bedrag van 130 miljoen euro voor de jaren 2009, 2010 en 2011 vrijgemaakt om mensen die door de crisis in ernstige problemen komen, tegen grote schulden aanlopen en schuldhulpverlening nodig hebben, om daar ook meer mogelijkheden te bieden. Dus 130 miljoen extra voor de schuldhulpverlening.

Tweede waar we toe besloten hebben en dat zal de komende weken in een brief aan de Kamer in meer detail worden uitgewerkt, is dat we om met name de bouwmarkt te stimuleren, omdat we daar in termen van werkgelegenheid denken toch nog wel een aantal minder prettige zaken te kunnen verwachten, met name ook in de tweede helft van het jaar, om de bouwmarkt te stimuleren is een bedrag van 320 miljoen euro vrijgemaakt om te doen aan onderhoud en nieuwbouw in de wereld van de zorg. Met name in de sfeer van verpleeghuizen en ouderenhuizen zal het met name gaan om onderhoud en in de sfeer van de ziekenhuizen met name om nieuwbouw voor ongeveer 160 miljoen euro elk.

En tenslotte de derde maatregel, lang verwacht en eindelijk ook toe besloten, is dat de grens van de nationale hypotheekgarantie omhoog is gegaan van - en dat zeg ik even uit mijn hoofd - 265.000 naar ik dacht 350.000 euro. Een tijdelijke maatregel die in zal gaan zo snel mogelijk en dan zal duren tot eind volgend jaar.

We hebben er even over gedaan om dit besluit te nemen omdat we zeker wilden zijn dat we daar niet onverantwoorde risico's mee zouden lopen. Daar is goed aan gerekend en de risico's die eraan verbonden zijn die kunnen op de begroting zo nodig worden opgevangen en daarmee is het een maatregel geworden waar we geen grote risico's mee lopen die wellicht de huizenmarkt in beweging kan houden dan wel in beweging kan brengen en die daarom ook genomen is en uiteraard speelt daar ook een rol bij dat zo ongeveer de voltallige Kamer ons daarom gevraagd heeft en ook vanuit het land velen ons toe aangemoedigd hebben om dat besluit te nemen. Dat is dan ook vandaag gedaan. Daar wilde ik het qua inleiding bij laten.