jaarcongres Maatschappij voor de Nijverheid en Handel

Spreekpunten mw. M.J.A. van der Hoeven, minister van Economische Zaken, ter gelegenheid van het jaarcongres van de Maatschappij voor de Nijverheid en Handel (NMNH), Arnhem/ 18 juni 2009

Dames en heren,

  • Wat mooi om vandaag te gast te zijn op uw jaarcongres!
  • U heeft een uitstekende locatie uitgekozen om te spreken over de toekomst van onze energievoorziening. Arnhem is een energiestad bij uitstek. Grote bedrijven, maar ook kleine creatievelingen, aangemoedigd door gedreven stadsbestuurders.
  • Wat een kennis en kunde op energiegebied heeft zich hier de afgelopen jaren al niet verzameld! Dat zal ons vanmiddag zeker weten te inspireren!
  • "Energie voor de toekomst": u heeft gekozen voor een wijds thema dat raakt aan ons dagelijks leven en ons dagelijks werk. Een thema dat raakt aan onze materiële en immateriële welvaart.
  • Om met het materiële te beginnen: duurzame energie is business, big business. Er valt geld te verdienen aan de verduurzaming van ons energieverbruik. Maar om kansen te grijpen zullen we ook beyond business moeten gaan.
  • Ondernemen op het terrein van duurzame energie daagt ons uit eens goed te kijken naar onszelf. Hoe willen we die duurzame toekomst precies gaan vormgeven? Wat valt er te verduurzamen in onze productieprocessen? Wat moeten we veranderen aan onze manier van samenwerken om optimaal te presteren? Wat vergt dit van ons?
  • Laten we onszelf eens kritisch bezien!

Vooraanstaande rol Nederland

  • Eergisteren was ik in Groningen voor de viering van 50 jaar Slochteren. Een halve eeuw geleden stond mijn voorganger als minister van Economische Zaken voor een grote uitdaging. Hoe zorg ik ervoor dat de samenleving maximaal kan profiteren van de gasvondst?
  • Als antwoord op deze vraag ontwierp hij het zogenoemde 'gasgebouw'. Een prachtige constructie waarin publiek-private bedrijven optimaal samenwerken bij het produceren, transporteren en verkopen van gas. Daarbij horen ook hoogwaardige kennis- en onderzoeksinstellingen. Die hebben er mede voor gezorgd dat Nederland op het gebied van gas een vooraanstaande rol speelt en zal blijven spelen.
  • 'Slochteren' heeft de overheid en het bedrijfsleven destijds gedwongen zichzelf kritisch te bekijken. Als partners met nieuwe verantwoordelijkheden. Als spelers in een nieuwe markt.
  • Door Slochteren hebben we onszelf in zekere zin opnieuw uitgevonden. Nieuwe samenwerkingsverbanden, nieuwe onderzoeksinitiatieven, nieuwe toekomstperspectieven. Kortom: hervonden zelfvertrouwen. Dat is óók winst!

Kansen duurzame energie

  • Ik wil op eenzelfde manier kijken naar onze mogelijkheden, ja onze kansen op het gebied van duurzame energie.
  • Op dit moment staan we voor de uitdaging werk te maken van de meest ingrijpende energietransitie ooit. Schoon, betaalbaar, betrouwbaar: zo moet de energievoorziening van de toekomst eruit komen te zien. Duurzame energie is hierbij van cruciale betekenis.
  • Onze ambities op het gebied van duurzame energie liegen er niet om.
  • We willen voldoen aan de klimaatdoelstellingen van de Europese Unie. In 2020 moet 20 procent van onze energiegebruik afkomstig zijn uit hernieuwbare bronnen. Zon, wind en water, voornamelijk. Daarnaast streven we naar een energiebesparing van 2% per jaar, gerekend vanaf 2010. Onze CO2-uitstoot willen we in 2020 met 30% hebben teruggebracht. Dat is een hoger percentage dan de EU voorschrijft. Nederland is ambitieus!
  • Een duurzame energiehuishouding draait niet alleen om windmolens en zonnepanelen en vele andere prachtige nieuwe producten. Dat is maar één kant van het verhaal. Energiebesparing is minstens zo belangrijk. Want wat je niet gebruikt hoe je ook niet op te wekken. De Nederlandse industrie loopt voorop in energiebesparing. Daar ben ik trots op!
  • Een mooi voorbeeld van anders tegen je proces aankijken is 'procesintensificatie'. Hierbij worden grote chemische fabrieken opnieuw ontworpen, maar dan op veel kleinere schaal. Ze worden daardoor flexibeler, beter beheersbaar én dus zuiniger met energie. Ook kunnen we in deze omgevormde fabrieken nieuwe producten maken. Ik heb hier dit voorjaar 7 miljoen voor gereserveerd (vanuit de Innovatieagenda Energie). Het gaat er nu om dat universiteiten en industrie goed samenwerken om deze technologie in de praktijk te brengen.

Energiebesparing

  • Energiebesparing staat inmiddels hoog op de agenda.
  • De grote en middelgrote industrie - samen verantwoordelijk voor zo'n 80 procent van het industriële energieverbruik - hebben afspraken gemaakt met de overheid. Het MKB kent een eigen Energiecentrum, gericht op duurzaamheid.
  • Wat de grotere spelers betreft: benchmarkconvenanten en Meerjarenafspraken blijken tot uitstekende resultaten te leiden.
  • Bedrijven die zich hebben gecommitteerd aan de Meerjarenafspraken blijken de afgelopen jaren 2% boven hun efficiency targets uit te komen.
  • Het succes van de Meerjarenplannen is vooral gebaseerd op samenwerking tussen bedrijven. Een substantiële besparing op energie, bijvoorbeeld, kan alleen worden bereikt binnen productieketens, in productieprocessen. Bedrijven ontwerpen dan ook gezamenlijk zogenoemde 'routekaarten', op weg naar een energiebesparing van maar liefst 50% in 2030!
  • Vernieuwend opereren, nieuwe processen ontwikkelen, dat kan alleen als je nieuwe kennis ontwikkelt. Innovatie dus. Ik zou daar het woordje 'open' aan willen toevoegen.

Economische waarde van octrooien

  • 'Open innovatie' betekent samenwerken en delen. Kennis delen.
  • Dat betekent ook handelen in kennis, kennis vermarkten. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Daar is een mentaliteitsverandering voor nodig.
  • Kennis is veelal vastgelegd in octrooien. Die medaille heeft twee kanten. Octrooien zien we vaak nog alleen als een instrument om onszelf af te schermen van anderen. Defensief dus. Maar octrooien zijn ook een instrument van samenwerking. Zij leggen een stukje kennis vast, dat kan vervolgens worden doorverkocht via licenties. Of naast een ander stukje kennis van een ander worden gelegd. Daarop kun je dan weer samen verder bouwen.
  • Ik wil hier speciaal aandacht vragen voor de positie van Nederlandse bedrijven in het buitenland. We moeten meer oog krijgen voor de economische waarde van octrooien. In het buitenland zijn volop nieuwe markten aan te boren. Niet per se door zelf actief te worden in die markten, maar door licenties af te geven. Dat is ook business!
  • Op het gebied van zonne- en windenergie doet Nederland het goed in Europa. Wanneer we het aantal octrooi aanvragen op dit terrein als graadmeter nemen, zien we dat Nederland op het gebied van zonne-energie op een vierde plaats staat in Europa; voor windenergie is dat een zevende plaats. We zijn een kennisintensief land. Laten we ons daar meer bewust van zijn. Kennis vermarkten via licenties betekent kansen verzilveren!
  • Zoals ik al zei: octrooien bieden ook inzicht in de kennis die al voorradig is, zodat we daar weer op voort kunnen bouwen. Om meer van elkaars kennis te kunnen profiteren, moeten we alleen wel transparanter gaan werken. Dat betekent dat we sneller een overzicht moeten krijgen van bestaande octrooien. Bedrijven die samen willen werken in kennis, moeten eerst te weten kunnen komen welke kennis al gepatenteerd is.
  • Zoeken in de octrooidatabank (http://www.espacenet.nl/) - waarin zo'n 60 miljoen octrooien via internet toegankelijk zijn - levert in een vroeg stadium van innovatie trajecten waardevolle informatie. Later in het innovatieproces kan diezelfde databank gebruikt worden om deeloplossingen te vinden, en uiteindelijk om te bekijken in hoeverre de innovatie nieuw is en dus eventueel octrooieerbaar.

Bron van informatie en inspiratie

  • Als je samenwerkt is het belangrijk van te voren duidelijke afspraken te maken over het gebruik en eigendom van nieuw ontwikkelde kennis! Kortom, octrooien zijn niet alleen een vorm van bescherming maar vooral een bron van informatie en inspiratie!
  • Het open innovatiemodel is de toekomst voor bedrijven. Maar het werkt alleen bij een goed werkend octrooibestel. Die levert de smeerolie voor nauwere samenwerking, tussen bedrijven onderling, maar ook tussen bedrijven en kennisinstellingen.
  • Ondernemers die willen investeren in duurzame innovaties zijn sowieso gebaat bij een modernisering van het octrooisysteem.
  • Daar werken we hard aan. In 2008 hebben we onze nationale octrooiwet al gemoderniseerd. In Europa duurt het wat langer. Maar we trekken hard aan een Gemeenschapsoctrooi en uniforme rechtspraak. Dat is niet alleen efficiënter en goedkoper, maar heeft ook alles te maken met transparantie. Weten waar je aan toe bent.
  • Werken aan duurzaamheid betekent werken aan 'open innovatie'. Dat doe je per definitie samen.
  • De Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel staat voor mij in de eerste plaats voor sociale waarden. Precies die sociale waarden die nodig zijn om 'open innovatie' tot een succes te maken: maatschappelijke betrokkenheid, vernieuwingszin, de bereidheid te delen. Samen zorgen dat je beter wordt dan je al bent.
  • Samen zorgen dat je beter wordt dan je al bent. Dat is de uitdaging die duurzame energie ons stelt. Dat is waar de betekenis van duurzame energie verder reikt dan business alleen.

Dank u wel.