Kabinet verkent invulling hogere AOW-leeftijd

Het kabinet heeft ingestemd met een notitie die de mogelijke invulling verkent van de verhoging van de pensioenleeftijd waartoe het kabinet in het kader van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in principe heeft besloten. In de notitie schetst het kabinet de achtergronden van zijn keuze en de mogelijke varianten die er bestaan met betrekking tot verhoging, de invoering en een regeling voor zware beroepen.

In de notitie wordt geschetst hoe de verzorgingsstaat onder toenemende druk komt als gevolg van demografische ontwikkelingen als ontgroening (minder jongeren) en vergrijzing (meer ouderen). Op het hoogtepunt van de vergrijzing staan tegenover elke AOW- gerechtigde twee werkenden, dat waren er ooit zes. De huidige economische crisis maakt het noodzakelijk om nu te beslissen over maatregelen om de collectieve voorzieningen ook op lange termijn houdbaar te laten zijn.

De ministerraad heeft op voorstel van minister Donner en staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met toezending van de notitie aan de Tweede Kamer. Daarnaast is de notitie het startpunt voor een gesprek met de samenleving over de meest gewenste manier van verhoging. Een definitief besluit wordt na 1 oktober 2009 genomen. Tot die tijd kan ook de SER een advies over een alternatief geven.

Het kabinet verkent in de notitie de varianten die denkbaar zijn bij de verhoging van de AOW-leeftijd. Daarbij gaat het in het bijzonder om de mogelijkheid om de pensioenleeftijd te koppelen aan de levensverwachting of het arbeidsverleden dan wel een combinatie van de twee. Verder worden de verschillende varianten beschreven die denkbaar zijn bij de invoering. Dit varieert van een vaste verhoging per jaar over vijftien tot twintig jaren tot invoering met verschillende snelheden. Daarbij zouden ouderen boven een bepaalde leeftijd geheel geen effect ondervinden, terwijl mensen die een langere voorbereidingstijd hebben sneller die effecten ondervinden.

Een apart aspect waar de notitie op ingaat, is de positie van mensen die tegen hun pensioen oplopen en al vele jaren zware arbeid verrichten. Uitgangspunt daarbij is dat werkgevers en werknemers verantwoordelijk zijn dat mensen niet voortijdig verslijten. Maar bij de verhoging van de AOW-leeftijd hebben met name ouderen niet de tijd gehad zich hierop voor te bereiden. Het kabinet heeft in het aanvullend beleidsakkoord toegezegd dat bij de verhoging van de AOW- leeftijd in het bijzonder ook gekeken zal worden naar mensen die jarenlang een zwaar beroep hebben uitgeoefend.

Tekst AOW-notitie en samenvatting

Vragen en antwoorden verhoging AOW-leeftijd