Cramer tevreden met advies Verheijen

Minister Cramer van Ruimte en Milieu is verheugd over het advies van de commissie-Verheijen. Deze deed in opdracht van minister Cramer en staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat onderzoek naar een veilige en verantwoorde toepassing van grond en baggerspecie in zandwinputten. Aanleiding hiertoe was maatschappelijke onrust vanwege vermeende misstanden bij enkele putten. De bewindslieden zijn erg te spreken over de snelheid en gedegenheid waarmee dit advies over deze complexe materie tot stand is gekomen.

Kern van het advies is dat lokale omstandigheden doorslaggevend zijn voor het al dan niet toepassen van licht verontreinigde grond en baggerspecie in zandwinputten. Deze materialen worden gebruikt om de zeer diepe en koude putten geschikt en veilig te maken voor recreatie. Enerzijds, aldus de commissie, vergt het besluit tot veriondieping een zorgvuldige en democratische afweging. Anderzijds moet per put worden gekeken of de lokale omstandigheden aanleiding geven tot aanvullende maatregelen.

De commissie maakt een fundamenteel onderscheid tussen buiten- en binnendijkse zandwinputten. Bij buitendijkse putten (Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken) is sprake van verondieping van putten met slib uit hetzelfde bodem- en watersysteem. De commissie acht het daarom verantwoord om de huidige praktijk voort te zetten, maar wel met extra aandacht voor de kritische functies van het grondwater (natuur, drinkwater). Voor wat betreft de binnendijkse zandwinputten stelt de commissie, dat per put moet worden bekeken of aanvullende maatregelen nodig zijn. Dit betekent een belangrijke aanvulling op en daarmee een verbetering van het bestaande beleid en uitvoering.

Cramer zal het advies volgende week dinsdag tijdens een Algemeen Overleg bespreken met de Tweede Kamer. Daarna zal het Rijk in overleg treden met zowel decentrale overheden als met het bedrijfsleven. Met gemeenten, provincies en waterschappen zal bekeken worden op welke wijze vorm kan worden gegeven aan de aanbevelingen van de commissie. Met het bedrijfsleven zal worden nagegaan wat de eventuele bedrijfsmatige effecten hiervan zouden kunnen zijn.

Download