Antwoord op Kamervragen over bezuinigingen bij de Europese Unie

Minister-president Balkenende heeft vragen beantwoord van Tweede Kamerlid Verdonk (Verdonk) over bezuinigingen bij de Europese Unie.

Antwoorden van de minister-president op vragen van het lid Verdonk (Verdonk) over bezuinigingen bij de Europese Unie, ingezonden 8 mei 2009, nr. 2009Z08563.

1.

Bent u bekend met het artikel over de bezuinigingsvoorstellen van uw CDA-collega Van de Camp? 1)

Antwoord

Ja.

2.

Hoe beoordeelt u deze bezuinigingsvoorstellen en de voorstellen om een einde te maken aan het verhuiscircus naar Straatsburg van het Europees Parlement? Hoe verhouden deze voorstellen zich tot het beleid van uw kabinet? Hoe verhouden deze voorstellen zich tot het Europees verkiezingsprogramma van het CDA?

Antwoord

Uit het zevenpuntenplan van de heer Van de Camp blijkt een kritische blik op de vraag welke Europese uitgaven noodzakelijk zijn en waar hervormingen mogelijk zijn. Ook het kabinet kijkt zorgvuldig naar EU-uitgaven, zowel bij de vaststelling van de jaarlijkse EU-begroting, bij beoordeling van de afzonderlijke Commissievoorstellen en EU wet- en regelgeving, als bij de discussie over de EU-begroting na 2013 (de begrotingsherziening).

De begrotingsherziening biedt goede aanknopingspunten voor hervorming van EU-uitgaven. De Europese Commissie is voornemens om eind 2009 een witboek te publiceren over de begrotingsherziening. Het kabinet heeft zijn visie op de EU-begroting na 2013 vastgelegd in de brief aan de Kamer van 14 april 2008, over de Nederlandse prioriteiten voor een moderne EU-begroting. Nederland staat fundamentele hervormingen en modernisering voor van de EU-uitgaven en de financiering daarvan. Een toekomstbestendige EU-begroting moet uitdagingen adresseren als globalisering, klimaatverandering en energiezekerheid. Gepleit wordt voor hervorming van het structuur- en cohesiebeleid, voor verdere hervorming van het landbouwbeleid en voor het versterken van nieuwe prioriteiten, zoals klimaat, energie en concurrentiekracht.

Naast beleidshervormingen is Nederland ook voorstander van betere verantwoording van EU-uitgaven. Nederland geeft jaarlijks een Nationale Verklaring af over de besteding van EU-middelen in gedeeld beheer (landbouw en structuurfondsen) in Nederland, en stimuleert andere lidstaten om vergelijkbare initiatieven te nemen. Ook pleit Nederland voor vereenvoudiging van Europese subsidieregels.

Verder houdt het kabinet de Nederlandse nettopositie nauwlettend in het oog. Bij het akkoord over de financiële perspectieven voor 2007-2013 heeft Nederland een korting op de EU-afdrachten van gemiddeld euro 1 miljard per jaar bedongen voor deze periode, teneinde de Nederlandse nettopositie meer in lijn te brengen met die van andere lidstaten met een vergelijkbare welvaartspositie.

Voor de administratieve uitgaven en het Europees Parlement, zie het antwoord op de volgende vraag.

De vraag hoe de kabinetsinzet zich verhoudt tot het Europees verkiezingsprogramma van het CDA laat ik buiten beschouwing. Van de zijde van het kabinet worden geen uitspraken gedaan over de verhouding van het kabinetsbeleid tot verkiezingsprogramma's van politieke partijen.

3.

Erkent u in uw rol als premier de noodzaak om flink te bezuinigen bij de Europese Unie, te snijden in het ambtenarenbestand en een einde te maken aan genoemd verhuiscircus? Zo nee, waarom niet?

4.

Kunt u aangeven of u de heer Van de Camp openlijk gaat steunen in zijn voorstellen in Europa? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Wat betreft de administratieve uitgaven van de EU pleit Nederland al jaren voor een zuinige opstelling, met enig succes. De Europese Commissie heeft toegezegd haar stafomvang niet uit te breiden tot eind 2013. Overigens is het aantal ambtenaren bij de EU-instellingen niet extreem hoog vergeleken met nationale overheden.

Wat betreft de meerdere vergaderlocaties van het Europees Parlement, deel ik de mening van de heer Van de Camp dat het efficiënter zou zijn als het EP op één locatie gehuisvest zou zijn. Het EP heeft opnieuw om een onderzoek gevraagd van de kosten van het hebben van meerdere vergaderlocaties. De onderzoeken die in eerdere jaren zijn gedaan hebben wel tot enige besparingen geleid, maar niet tot afschaffing van de vergaderlocatie in Straatsburg. Helaas is er bij andere lidstaten niet voldoende animo om de tweede locatie op te heffen. Het kabinet heeft de Tweede Kamer in reactie op de motie Ten Broeke (21501-20, nr. 420) toegezegd de kwestie te bepleiten wanneer de mogelijkheid zich daartoe voordoet.

1) Elsevier, 6 mei 2009: "Rel binnen CDA over 'verkiezingsretoriek' Van de Camp"

www.elsevier.nl/web/10233078/Nieuws/Europese-Unie/Rel-binnen-CDA-over-verkiezingsretoriek-Van-de-Camp.htm