Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Koser Kaya F. over de richtlijn vroegsignalering psychosociale problemen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

28 april 2009

PG-K-U-2919704

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Koser Kaya F. (D66) over de richtlijn vroegsignalering psychosociale problemen (2009Z04383).

Hoogachtend,
de minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet

Vraag 1

Kunt u inzicht geven in de signaleringsinstrumenten die worden gebruikt door schoolartsen om kinderen te screenen op ‘psychosociale problemen’?

Antwoord 1

Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het gebruik van vragenlijsten op zich de signalering van psychosociale problemen aanzienlijk verbetert. Daarom is in de JGZ-richtlijn ‘Vroegsignalering psychosociale problemen’ het advies opgenomen om in ieder geval een vragenlijst te gebruiken voor de signalering van psychosociale problemen. In de richtlijn is aangegeven welke vragenlijsten hiervoor in aanmerking komen. De vragenlijsten moeten bewezen effectief zijn of er moet op dit moment onderzoek naar plaatsvinden.

Vraag 2

In hoeverre bent u van mening dat samenkomst van gegevens van het consultatiebureau, antwoorden op desbetreffende vragen van de schoolarts en gebruik van sociologische statistiek leidt tot een correcte weergave van een risicoprofiel?

Antwoord 2

Het doel van de richtlijn is niet het opstellen van een risicoprofiel, maar het vroeg en tijdig signaleren van psychosociale problemen bij een kind en zorgwekkende opvoedingssituaties. Een professional moet eventuele risicofactoren altijd in de context van het individuele kind beoordelen. Dit betekent dat (naast het gebruik van vragenlijsten als hulpmiddel) observatie en de dialoog tussen de professional en het kind/jongere en/of diens ouders voorop staan.

Vraag 3

Wie hebben toegang tot de gegevens van de schoolarts?

Antwoord 3

Een schoolarts is lid van het team van de jeugdgezondheidszorg. De jeugdgezondheidszorg legt van ieder kind een medisch dossier aan. Op basis van de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) heeft alleen het team van de jeugdgezondheidszorg toegang tot dit dossier (zie ook het antwoord op vraag 4).

Vraag 4

Hebben ouders inzicht in de gegevens van de schoolarts, en moeten ouders toestemming geven voordat deze gegevens met andere instanties worden gedeeld?

Antwoord 4

Ouders hebben recht op inzage in de gegevens. Hiertoe kunnen ze een verzoek indienen bij de behandelend professional.

De professionals in de jeugdgezondheidszorg hebben een beroepsgeheim. In de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) is vastgelegd welke personen mogen delen in het beroepsgeheim. Dit gaat om medische hulpverleners die rechtstreeks bij de behandeling betrokken zijn. Voor de jeugdgezondheidszorg zijn dat de jgz-artsen, de jgz-verpleegkundigen en eventuele andere leden van het multi-disciplinaire team. Jgz-professionals mogen zonder toestemming van hun cliënten geen informatie over hen verstrekken aan personen die niet rechtstreeks bij de behandeling betrokken zijn.

Vraag 5

Wat is het gevolg voor ouders die het vragenformulier niet invullen?

Antwoord 5

Wanneer kinderen, jongeren en ouders gebruik maken van het aanbod van de jeugdgezondheidszorg is dit altijd op basis van vrijwilligheid. Wanneer ouders een vragenlijst niet invullen, heeft dit geen gevolgen.

Vraag 6

In hoeverre is de terminologie, gebruikt door ouders bij de invulling van de vragenformulieren, objectief meetbaar?

Antwoord 6

Een professional moet de scores op een vragenlijst altijd in de context van het individuele kind beoordelen. Dit betekent dat wanneer de professional iets signaleert, hij dit altijd bespreekt met het kind, de jongere en/of diens ouders. Vervolgens spreekt hij eventuele vervolgstappen met hen af.

Vraag 7

Hoe zorgt u ervoor dat het vragenformulier door ouders naar waarheid wordt ingevuld?

Antwoord 7

Het is aan professionals om ouders te motiveren de vragenlijsten naar waarheid in te vullen. Dit kan onder meer door hen goede informatie te verstrekken over het waarom van de vragenlijsten.

Vraag 8

Wat is de reden dat het Elektronisch Kinddossier – inclusief opgemaakt risicoprofiel – vernietigd wordt als men de leeftijd van 29 jaar bereikt? Waarom is gekozen voor deze leeftijd?

Antwoord 8

Het Elektronisch Kinddossier is een medisch dossier. De wettelijke bewaartermijn van een medisch dossier is 15 jaar en is vastgelegd in de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst. Na afloop van de bewaartermijn moet het dossier vernietigd worden.
Het aanbod van de jeugdgezondheidszorg eindigt wanneer de jongere de leeftijd van 19 jaar heeft bereikt. Het medisch dossier (zowel de papieren versie als de elektronische) wordt daarom vernietigd wanneer de jongere de leeftijd van 34 jaar bereikt.

Vraag 9

Wat betekent code rood in de praktijk?

Antwoord 9

Code rood is niet een gebruikelijke term in de jeugdgezondheidszorg.

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), ingezonden 6 maart 2009 (vraagnummer 2009Z04072)