Kamervragen van het lid Vos over de stijging van de verkoop van uitvaartpolissen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Datum 24 april 2009
Ons Kenmerk: FM09-673
Betreft Kamervragen van het lid Vos over de stijging van de verkoop van uitvaartpolissen

Geachte voorzitter,


Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen gesteld door het lid Vos over de stijging van de verkoop van uitvaartpolissen.


Hoogachtend,
de minister van Financiën,

Wouter Bos



1
Bent u bekend met de berichtgeving over de toegenomen verkoopcijfers van uitvaartpolissen?

Ja

2
Is het u tevens bekend dat de winstmarges op uitvaartpolissen tot 50% kunnen oplopen, zeker nu mensen steeds langer leven?

Een dergelijk percentage is mij niet bekend maar lijkt me erg hoog. Ik kan me voorstellen dat er een verband bestaat tussen de looptijd van de polis en de winstmarge. Daar staat tegenover dat de verzekeraar het risico neemt dat hij op de ene polis minder kan verdienen dan op de andere. Ik heb van de AFM vernomen dat zij in algemene zin bekend zijn dat vaak sprake is van hoge winstmarges op uitvaartpolissen en dat zeer hoge provisies worden betaald bij de verkoop van uitvaartpolissen. De AFM beschikt echter niet over exacte marktcijfers of percentages.

3
Vindt u het gerechtvaardigd dat mensen die binnen een jaar van een uitvaartpolis af willen soms tot duizenden euro’s boete moeten betalen?

Het is gebruikelijk dat bij het openbreken van een lange termijn contract een vergoeding in rekening wordt gebracht. Een dergelijke vergoeding dient ter compensatie van misgelopen inkomsten, gemaakte kosten en eventuele verstrekte cadeaus. Deze vergoeding dient in een redelijke verhouding te staan tot de gederfde inkomsten. De genoemde bedragen lijken me niet redelijk om een uitvaartpolis af te kopen.

4
Deelt u de mening dat de verkoop van uitvaartpolissen ook onder het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) zouden moeten vallen? Zo nee, waarom niet?

De verkoop van uitvaartpolissen valt onder de reikwijdte van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en het Bgfo. De consument dient op grond van de wet goed geïnformeerd te worden over het product zodat hij de uitvaartpolis kan beoordelen en weloverwogen een keuze kan maken. De consument mag ook niet worden misleid. Op deze regels wordt door de AFM toezicht gehouden. De regels inzake advies, provisies en provisiebetaling zijn echter niet van toepassing op uitvaartpolissen. In de Vrijstellingsregeling Wft is bepaald dat de adviesregels niet gelden voor eenvoudige producten die een beperkte financiële waarde vertegenwoordigen. Een uitvaartpolis wordt evenals bijvoorbeeld een inboedelverzekering als een eenvoudig en weinig impactvol product aangemerkt, waarvan de gemiddelde consument de aard, de gevolgen en risico’s zelfstandig goed kan overzien. De regels voor provisies en provisiebetaling gelden op dit moment alleen voor complexe producten en hypotheken. De reden hiervoor is dat dit soort producten een grote financiële waarde vertegenwoordigen. Zoals ik eerder aan uw kamer heb toegezegd zal ik de reikwijdte van de provisieregels uiterlijk in de eerste helft van 2010 evalueren. In dat kader zal worden bekeken of uitvaartpolissen onder de reikwijdte van de provisieregels moeten worden gebracht.

5
Wat vindt u van het idee om voor de verkoop van uitvaartpolissen een rekenmodel op te nemen waarmee consumenten kunnen zien hoeveel het zelf sparen voor een uitvaart scheelt bij kort of lang leven?

Het voert mij te ver om voor deze specifieke productcategorie een nieuw wettelijk rekenmodel in te voeren. Een dergelijke maatregel gaat met veel nalevingskosten voor de sector gepaard en lijkt me niet proportioneel in verhouding tot de doelstelling. De wettelijke informatieverplichtingen bieden reeds transparantie ten aanzien van de kosten van een uitvaartpolis. De consument zou zelf een berekening kunnen maken of het verstandiger is om voor een uitvaart te gaan sparen. Indien de sector zelf een rekenmodel zou willen ontwikkelen en introduceren lijkt me dat op het eerste gezicht niet op bezwaren te stuiten.

6
Deelt u de mening dat de recente stijging in verkoopactiviteiten een nader onderzoek van de AFM rechtvaardigt, zeker als de verkoopactiviteiten zich richten op inwoners van zogeheten ‘Vogelaarwijken’? Zo nee, waarom niet?

Ieder signaal of klacht kan voor de AFM reden zijn om een onderzoek in te stellen. De AFM stelt in dat verband haar eigen prioriteiten en maakt daartoe een eigen afweging. Uit navraag blijkt dat de AFM veel klachten en signalen over uitvaartverzekeringen heeft ontvangen. Zij doet momenteel onderzoek. Dit onderzoek heeft uitsluitend betrekking op de productinformatie die wordt verstrekt voorafgaand aan en bij het sluiten van een uitvaartpolis. De AFM bekijkt in het kader van dit onderzoek onder andere of de consument er wel op wordt gewezen dat bij tussentijdse beëindiging van de polis, de cadeaus moeten worden terugbetaald.