Reactie RIVM/UM-onderzoek

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

21 april 2009

CZ/CGG-2926155

Geachte voorzitter,

Bij brief van 7 april jongstleden verzocht de algemene commissie voor Jeugd en Gezin mij voor het algemeen overleg over eetstoornissen op 21 april aanstaande, te reageren op het RIVM/UM-onderzoek inzake de waarschuwing voor anorexia-sites.

In het onderzoek is gekeken of waarschuwingsteksten, die automatisch op het scherm verschijnen voordat bezoekers op internet doorklikken naar zogenaamde pro-anorexia websites, effect hebben.

De pro-anorexia beweging bestaat al een aantal jaar en uit zich voornamelijk via websites en blogs, waarin anorexia als levensstijl wordt gepromoot. De internetters wisselen foto’s, tips en trucs uit om zich uit te hongeren en een extreem mager lichaam te bereiken. Het aantal pro-anorexia websites is de afgelopen jaren fors gestegen. Dit vind ik uiteraard een zorgelijke ontwikkeling. Temeer ook omdat in het buitenland aanwijzingen zijn dat deze websites een negatief effect hebben op bezoekers (het onderzoek hiernaar in Nederland loopt nog).

Het onderzoek van het RIVM/UM is twee jaar geleden van start gegaan en ik heb dit sindsdien met veel interesse gevolgd. Het plaatsen van waarschuwingsteksten blijkt inderdaad effect te hebben. Eenderde van de bezoekers van pro-anorexia websites besloot na het lezen van een automatische waarschuwingstekst niet naar de onderliggende site door te klikken. Het betrof hier wel voornamelijk de “toevallige” bezoekers. Bijvoorbeeld de bezoekers die nieuwsgierig zijn geworden na alle aandacht hiervoor in de media. De echte aanhangers van de pro-anorexia beweging laten zich hierdoor helaas niet afschrikken.

Het kabinet staat op dit moment geen juridisch instrumentarium ter beschikking om de waarschuwingsteksten te verplichten. Het wettelijk regelen van deze verplichting is complex omdat het raakt aan de beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting, zoals neergelegd in het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en onze Grondwet. Ik vind de kwestie echter ernstig genoeg en de resultaten van het RIVM-onderzoek voldoende veelbelovend om (de grenzen van) de juridische mogelijkheden te verkennen om providers aan te zetten tot het voeren van waarschuwingsteksten of hen daartoe te verplichten.

Los van dit onderzoek nog het volgende. Een aantal jaar geleden heeft de toenmalige minister van VWS een moreel appèl gedaan op providers om de eigen verantwoordelijkheid te nemen. Ik wil dit moreel appèl op de providers herhalen. Providers hebben naar mijn mening een eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid en ik wil hierover met ze in gesprek gaan, hangende de verkenning naar de juridische mogelijkheden tot verplichting van de waarschuwingsteksten. Deze verantwoordelijkheid is door één van de grootste providers van Nederland al genomen (dit is punt.nl). Daar prijs ik deze provider voor en ik hoop dat andere providers het voorbeeld zullen volgen.

Hoogachtend,

de Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet