Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Wolbert en Bouchibti over recente klachten over Jeugdopvang Another World te Papenvoort

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2913210

8 april 2009

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u mede namens de Minister voor Jeugd en Gezin de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Wolbert en Bouchibti (PvdA) over recente klachten over Jeugdopvang Another World te Papenvoort (2080913050).

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de berichtgeving over de klachten die de gemeente Aa en Hunze ontvangt over de Jeugdopvang Another World?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoeveel van de 250 kinderen die bij Jeugdopvang Another World zijn opgevangen zijn door Bureau Jeugdzorg Drenthe aangemeld?

Antwoord 2

Er zijn geen kinderen door Bureau Jeugdzorg (BJz) bij Another World aangemeld. Bureau Jeugdzorg is verantwoordelijk voor de provinciale jeugdzorg en indiceert voor Awbz-zorg aan kinderen met psychiatrische problematiek. Another World biedt geen provinciaal gefinancierde jeugdzorg en is geen Awbz toegelaten instelling. Alleen wanneer een kind onder toezicht is gesteld (OTS). dient de gezinsvoogd van het Bureau Jeugdzorg toe te zien dat ouders met een Pgb kwalitatief goede zorg inkopen. Om deze reden zijn er geen kinderen met een OTS bij BJZ Drenthe ondergebracht bij Another World.

Vraag 3

In hoeverre kunnen verwijzende instellingen weten naar wie ze verwijzen? Bent u van mening dat bij een gebrek aan een keurmerk het Bureau Jeugdzorg zich eerst zelf van de kwaliteit van zorg van de betreffende aanbieder zou moeten verzekeren?

Antwoord 3

De Inspectie jeugdzorg houdt toezicht op de jeugdzorg. Op de website van de Inspectie jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg kunnen cliënten met een indicatie voor Awbz-zorg en verwijzende instanties zien of er instellingen zijn die zorg van voldoende kwaliteit leveren.

Vraag 4

Hebben de gesprekken met de Inspectie over de knelpunten en verbeterpunten op het gebied van toezicht bij kleinschalige initiatieven al plaatsgevonden? Zo ja, wat zijn de uitkomsten daarvan? Zo nee, wanneer kan de Kamer deze aanbevelingen tegemoet zien?

Antwoord 4

Nee, deze gesprekken zijn gepland. In dit verband is het volgende van belang.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg houdt toezicht op AWBZ-gefinancierde zorg. Alle kleinschalige initiatieven die een Wtzi-toelating hebben, vallen onder het reguliere toezicht. Initiatieven die met een pgb worden bekostigd niet. De pgb-houder is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de ingekochte zorg. Als echter bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg meldingen binnen komen dat de zorg tekort schiet, dan kan de Inspectie voor de Gezondheidszorg ook bij pgb-gefinancierde initiatieven in actie komen.

Vraag 5

In hoeverre vindt substitutie plaats van AWBZ-budget naar Jeugdzorg plaats, gelet op het feit dat in provinciaal gefinancierde Jeugdzorg het pgb niet bestaat?

Antwoord 5

Deze kinderen hebben allen een indicatie voor AWBZ-zorg. Het CIZ en de bureaus Jeugdzorg gaan samenwerken volgens de principes van het Kader integraal indiceren.
Het voorstel van de Taskforce Linschoten om de indicatiestelling voor de AWBZ te uniformeren wordt meegenomen.

Vraag 6

Deelt u de mening dat wegens het feit dat er geen inspectiemogelijkheden zijn, er haast is geboden om een keurmerk op korte termijn te ontwikkelen om zo incidenten zoals bij Jeugdopvang Another World in de toekomst te voorkomen?

Antwoord 6

Voor 1 mei zal ik de Kamer berichten over de ontwikkeling van een keurmerk voor commerciële zorgaanbieders (n.a.v. de motie Wolbert, TK30597, nr 54).