Dekking van de nationale depositogarantiestelsels

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 DE Den Haag

Ons kenmerk: FM/2009/ M 679

Uw brief (kenmerk): 2009D13523

Betreft: Dekking van de nationale depositogarantiestelsels

Geachte voorzitter,

De vaste commissie voor Financiën heeft mij verzocht om tijdig voor het algemeen overleg van 31 maart 2009 de Kamer een overzicht toe te sturen met een specificatie van de door het Nederlandse depositogarantiestelsel (dgs) gegarandeerde middelen, uitgesplitst naar spaargelden in Nederland en spaargelden in het buitenland.

Tot mijn spijt moet ik u meedelen dat ik op dit moment niet aan dit verzoek kan voldoen. Zoals ik eerder heb toegezegd zal ik u het overzicht toezenden, zodra dit beschikbaar is. Dit zal in ieder geval voor het zomerreces zijn.

Ik begrijp de wens van de Kamer om zo snel mogelijk een overzicht te krijgen van de omvang van de onder het dgs gegarandeerde middelen en onderschrijf de noodzaak van het verkrijgen van deze informatie. Echter, het verzamelen van de benodigde gegevens is zeer ingewikkeld voor de meeste banken en levert daarmee niet te verwaarlozen kosten op voor de banken.

De omvang van de gegarandeerde deposito’s wisselt voortdurend. Deze bedragen vormen geen onderdeel van de reguliere rapportages van de banken aan DNB, met als gevolg dat hun administraties niet zijn ingericht op het aanleveren van deze gegevens.

De exacte reikwijdte van de regeling betekent bovendien dat het voor banken moeilijk is om vast te stellen welke tegoeden vallen onder het dgs. Zo is het lastig om te identificeren welke deposito’s behoren aan ‘kleine’ zakelijke klanten die een verkorte balans mogen voeren. Dit betreft een vrij grote groep cliënten waarvoor door banken individueel moet worden vastgesteld of hun deposito’s onder het dgs vallen. Ook zou, om de voor dgs-dekking in aanmerking komende middelen te bepalen, rekening moeten worden gehouden met het feit dat cliënten meerdere of en/of-rekeningen aanhouden en met derderekeningen die bijvoorbeeld door notarissen worden aangehouden.

Naar aanleiding van de betalingsonmacht van Icesave is DNB reeds in overleg met de banken over het aanleveren van de relevante gegevens, nu deze nodig zijn om de exacte verdeelsleutel onder de Nederlandse banken vast te stellen. Deze data zullen worden ook gebruikt voor het overzicht waar u mij om vraagt.

Recente ontwikkelingen laten zien dat het in de toekomst essentieel wordt om sneller inzicht te kunnen hebben in welke deposito’s vallen onder het dgs. Per 31 december 2010 moet het dgs binnen twintig werkdagen kunnen uitkeren, ingevolge de recente wijziging van de Europese richtlijn 94/19/EC. Hiervoor is het noodzakelijk dat de uitvoerder van het dgs, in Nederland DNB, op zeer korte termijn kan vaststellen welke deposito’s van de failliete bank onder het dgs vallen, en aan wie deze behoren. Ik ga er vanuit dat DNB en Nederlandse Vereniging van Banken zullen overleggen over hoe de banken hun administratiesystemen hiervoor kunnen aanpassen.

Hoogachtend,

De minister van Financiën

Wouter Bos