Mogelijke korting aanvullend pensioen op zijn vroegst begin 2012

Pensioenfondsen die niet kunnen ontkomen aan het korten op pensioenen en pensioenrechten om hun financiële buffer te herstellen, moeten die korting op zijn vroegst op 1 januari 2012 doorvoeren in plaats van 1 augustus 2010. In principe hoeven de pensioenfondsen in het kader van hun herstel de komende drie jaar niet te korten op het aanvullend pensioen.

Het opschorten van de datum waarop voor het eerst gekort moet worden als daaraan niet valt te ontkomen, is een onderdeel van het akkoord dat het kabinet met de sociale partners heeft gesloten om de gevolgen van de kredietcrisis op te vangen.

Minister Donner zal de regeling voor de herstelplannen die op 6 maart 2009 in de Staatscourant is gepubliceerd aanpassen aan de uitkomst van het overleg.

Uit de brief die minister Donner over het akkoord met de sociale partners naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, blijkt dat de minister en De Nederlandsche Bank (DNB) medio 2010 met de Stichting van de Arbeid (werkgevers- en werknemersorganisaties) en de organisaties van pensioenfondsen gaat overleggen of het uitstel van het moment van korting dan nog verantwoord is. De Nederlandsche Bank houdt toezicht op de pensioenfondsen.

Pensioenfondsen die hun financiële buffer zodanig hebben zien slinken dat de dekking van hun pensioenverplichtingen minder dan 105% bedraagt, hebben van minister Donner vijf in plaats van de wettelijke drie jaar de tijd gekregen om hun dekking weer op of boven 105% te brengen. De fondsen met onderdekking moeten bij DNB een plan indienen waarin ze aangeven hoe ze binnen die termijn weer financieel gezond denken te worden.

Op 28 mei 2009 is in de Staatscourant (nr 96) het besluit gepubliceerd: Wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met aanpassing van de regeling voor verlenging van de termijn voor het kortetermijnherstelplan