Van Uhm roept vrouwen op tot krijgsmachtambassadeur

Commandant der Strijdkrachten (CDS) generaal Peter van Uhm deed vandaag een beroep op het vrouwelijke Defensiepersoneel om als ambassadeur van de krijgsmacht op te treden, “want”, zo zei hij, “Defensie is in de maatschappij nog altijd een beetje onbekend. Daar weet men vaak niet wat voor een bijzondere organisatie het is.”

Van Uhm richtte zijn verzoek tot de vrouwelijke militairen en burgers tijdens een lunchbijeenkomst in de Prinses Julianakazerne in Den Haag, die hier voor de tweede keer werd gehouden om zo aandacht te besteden aan de Internationale Vrouwendag die overmorgen, 8 maart, staat gepland. De directeur Personeelsbeleid Defensie, Agnes Miedema zei tijdens haar welkomstwoord te hopen dat de lunch uitgroeit tot een jaarlijks terugkerende traditie. Aan gebrek aan belangstelling zal het waarschijnlijk niet liggen. Met bijna tweehonderd dames was er bijna een verdubbeling ten opzichte van de bijeenkomst in 2008. De zaal zat tot de nok toe vol.

Wat projectleider Gender luitenant-kolonel Christianne Vermuë betreft, die samen met trainee Ilke Frankhuizen de bijeenkomst organiseerde, wordt het misschien tijd om over een locatie na te denken met meer capaciteit. In dat geval kan ook de CDS een eventueel verzoek of een boodschap aan meer vrouwen kwijt. “Het mooie van onze organisatie is dat er zoveel militairen bij werken waardoor de burgercollega’s iets van dit virus meekrijgen”, vervolgde Van Uhm doelend op het feit dat vrouwen in de rol van ambassadeur zeer goed weten waarover zij praten. “Wat veel mensen ‘buiten’ zich niet realiseren is dat wij een soort minimaatschappij zijn.”

Wapenrok
De generaal ging wel in op de extra’s binnen die minimaatschappij zoals uitzendingen. “Als je ervoor kiest militair te zijn, ben je dát op de eerste plaats”, zei hij er aan toevoegend dat iemands specialisme op de tweede plaats komt. Verder liet Van Uhm zijn gehoor weten dat je als organisatie moet zorgen dat mensen zich er senang voelen en er niet alleen aandacht moet zijn voor werk en privé, maar ook voor de combinatie werk en zorg. “Daar moeten we alles aan doen, zowel in het belang van die persoon als in het belang van de organisatie.”

De Belgische luitenant-kolonel Annicq Bergmans stelde als voorzitter van het Committee on Women in Nato Forces dat het voor vrouwen zowel bij de Belgische als de Nederlandse krijgsmacht al erg goed gaat in vergelijking met andere NAVO-landen. Waar in Nederland en België al sinds jaar en dag vrouwen een wapenrok dragen is dat elders minder vanzelfsprekend. In naties als Italië en Turkije staat de komst van vrouwen in uniform nog in de kinderschoenen of doet pas nu zijn intrede. Daar hebben ze echt nog een lange weg te gaan, zei ze.