200 jaar Prix de Rome

Koninklijke Hoogheid, dames en heren,

  • We schrijven 1807. Lodewijk Napoleon is koning van Nederland, of zoals hij zichzelf in een toespraak zou hebben genoemd: 'Konijn van Olland', al kan ik niet instaan voor de historische juistheid van dat feit. Maar het staat vast dat vijf jonge Hollandse kunstenaars tijdens zijn bewind met Koninklijke steun naar Parijs gaan.
  • De vijf - volgens de reglementen moesten het steeds een beeldhouwer, een graveur, een architect en minstens twee historieschilders zijn - gaan daar in de leer bij Jacques Louis David, de belangrijkste historieschilder van dat moment. Vervolgens gaan de leerlingen verder, met de postkoets over de Alpen, naar Rome.
  • Daar bezoeken ze de Villa Medici. Ze logeren in het klooster van de Trinita dei Monti, bij de Spaanse trappen. Ze worden opgenomen in een groep van Duitse en Italiaanse kunstenaars. Artists in residence avant la lettre.
  • Hun maaltijden nemen ze in het 'Caffe Tedesco'. Tedesco is Italiaans voor Duits, voor de Duitse taal - maar voor het gemak noemt men elke noorderling 'tedesco'. Dit alles gebeurde in 1807, het eerste jaar in de rijke geschiedenis van de Prix de Rome, inmiddels de oudste Nederlandse staatsprijs.
  • Die Koninklijke steun was vastgelegd in een decreet van 19 bepalingen die nauwgezet omschreven wat de kunstenaars tijdens hun reis moesten doen. Ook hun leermeesters moesten de vorderingen van de uitverkoren pupillen consciëntieus beschrijven. Een soort leerlingvolgsysteem, ook dit weer avant la lettre. De Prix de Rome was zijn tijd in een heleboel opzichten ver vooruit!
  • De Koninklijke steun bestond ook uit een toelage van 100 gulden in de maand, plus reisgeld. Dat is buitengewoon royaal als je bedenkt dat de directeur van de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in 1817 een vergelijkbaar jaarsalaris kreeg. Gezien zijn positie moet dat in de buurt van de toenmalige Balkenendenorm hebben gezeten. Ik kan me voorstellen dat de kunstenaars daar graag voor tekenden!
  • 200 jaar later kunnen we vaststellen dat de Prix de Rome de geschiedenis van de kunsten weerspiegelt. We zien een bont palet van stijlen en stromingen, van juryleden die de voorkeur gaven aan vooruitgang en van anderen die hier juist van gruwden.
  • We zien de kunstenaars en hun inspiratiebronnen - van het oude Rome tot het moderne Manhattan, we zien ook hun houding tegenover de staat weerspiegeld.
  • De Prix de Rome is bovendien een graadmeter van de politieke waardering voor kunst. Koning Lodewijk Napoleon gedroeg zich nog als een ware mecenas, maar in de jaren zeventig van de vorige eeuw wilde de overheid liever van Prix de Rome af, omdat zo'n prijs 'ouderwets' of 'elitair' zou zijn. Zo ver is het gelukkig niet gekomen. Om het met de Koninklijke Stalmeester, de beroemde creatie van Wim Sonneveld te zeggen "Tradities moeten er zijn, zeg ik altijd maar. Er is al genoeg waardevols naar de sodemieter gegaan."
  • Ik sta hier als minister van cultuur, laat ik daarom iets zeggen over het belang dat de overheid tegenwoordig toekent aan een prijs als de Prix de Rome.
  • Wij willen talent de ruimte geven en hun werk zichtbaar maken voor publiek. Een belangrijk thema in het cultuurbeleid is excellentie, daarom geven we extra aandacht en ondersteuning aan bijzondere talenten. Uitstekende prestaties moeten beloond worden - en daarvoor zijn kunstprijzen een beproefd middel.
  • Naast excellentie vinden we ook internationalisering van groot belang. Het is heel bijzonder dat de Prix de Rome hier als een Nederlandse staatsprijs aan voldoet. Ook buitenlandse kunstenaars mogen meedoen - als ze maar in Nederland wonen en werken. Het werk wordt ook nog eens beoordeeld door een internationale jury.
  • De Prix de Rome prikkelt jonge kunstenaars die aan het begin van hun carrière staan. Het zijn er te veel om op te noemen, maar laat ik toch één voorbeeld noemen omdat ik daarvoor dicht bij dit Rotterdamse huis kan blijven: de landschapsarchitect Adriaan Geuze. In 1990 won hij als dertigjarige de Prix de Rome. Daarna ontwierp hij het Schouwburgplein in Rotterdam, het Manhattan aan de Maas. En nu tekent hij voor een nieuw park op Governer's Island in New York… het Rotterdam aan de Hudson.
  • Met de Prix de Rome krijgt jong artistiek talent ondersteuning van de overheid. Maar Emanuel Boekman, van 1931 tot 1940 wethouder van onderwijs en kunstzaken in Amsterdam, waarschuwde toen al: "Door het steunen van de kunst verwerft de overheid niet het recht haar in een bepaalde richting te stuwen of haar een deel van haar vrijheid te ontnemen". Wijze woorden van deze legendarische sociaal-democraat, die we nog altijd ter harte mogen nemen.
  • De kunsten zijn vrij, maar die vrijheid betekent niet dat de politiek zich verre moet houden van de kunsten. De politiek moet inhoudelijk op afstand van de kunsten staan, maar zij moet voorkomen dat gepaste afstand leidt tot veronachtzaming.
  • Om die veronachtzaming tegen te gaan, is het belangrijk dat er goede kunst is en dat die goede kunst ook wordt getoond. Kunstprijzen als de Prix de Rome spelen daarin een voorname rol: door de persoon van de kunstenaar voor het voetlicht te brengen en door excellente kunst te tonen en te belonen. Met kunstprijzen laten we zien dat we kunstenaars waarderen, belangrijk vinden en hun werk willen laten zien.
  • Ik feliciteer de Prix de Rome dan ook met dit jubileum. Mooi dat de jarige trakteert met een prachtige tentoonstelling '200 jaar Prix de Rome' in deze Kunsthal. Op naar de volgende 200 jaar!