Brief aan de Tweede Kamer over Jaarverslag Bureau BIBOB 2007
Geachte voorzitter,
Hierbij bied ik u mede namens mijn ambtsgenoot van Justitie het jaarverslag van het Bureau BIBOB over het jaar 2007 aan. Op 26 november jl. hebben wij uw Kamer een brief gezonden over de uitkomsten van het onderzoek naar de uitbreiding van de reikwijdte en verbeteringen in de toepassing van de wet BIBOB1. Het bleek niet mogelijk u het jaarverslag te doen toekomen met die brief.
Uit het jaarverslag blijkt dat er in 2007 263 adviezen zijn aangevraagd en 197 adviezen zijn uitgebracht. Ten opzichte van 2006 is het aantal adviesaanvragen in 2007 met ruim 51% gestegen. In 74% van de uitgebrachte adviezen bleek dat er sprake was van een ernstige mate van gevaar of van enige mate van gevaar van facilitering.
Er zijn meerdere verklaringen voor het verschil in het aantal aanvragen en uitgebrachte adviezen. Zo is er sprake van terugtrekking van een aantal aanvragers uit de procedure en onvolledigheid van een aantal verzoeken. Het grootste gedeelte wordt verklaard doordat een aantal onderzoeken nog niet was afgerond voor 31 december 2007.
In 2007 waren 236 bestuursorganen met BIBOB-beleid bij het bureau geregistreerd.
Op basis van de huidige cijfers is het aantal adviesaanvragen in 2008 gestabiliseerd. Wel is het aantal uitgebrachte adviezen substantieel gestegen en derhalve de voorraad adviesaanvragen sterk gereduceerd. De genomen maatregelen (met name de personele uitbreiding) hebben het gewenste effect gesorteerd. Het jaarverslag over 2008 zullen mijn ambtsgenoot van Justitie en ik u zo spoedig mogelijk doen toekomen.
In het programma versterking aanpak georganiseerde misdaad vormt de bestuurlijke en preventieve aanpak van georganiseerde misdaad één van de pijlers. In het actieprogramma bestuurlijke aanpak georganiseerde misdaad is dit nader geconcretiseerd. De komende tijd zal in het licht van de beleidsdoelstelling om in het jaar 2011 te komen tot 500 adviesaanvragen, mede door de start van de Regionale Informatie en Expertisecentra (RIEC's), ingezet worden op een intensivering van de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit waaronder het gebruik van de Wet BIBOB.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Mevrouw Dr. G. ter Horst