Rouvoet: ‘Jongerenwerkers verdienen steun van gemeenten’

Jongerenwerkers zijn een belangrijke schakel in het preventieve jeugdbeleid van gemeenten. Zij kunnen vroegtijdig problemen signaleren en verwijzen naar de juiste instantie, zodat jongeren hun leven weer snel op orde kunnen hebben. Maar jongerenwerkers kunnen vooral voorkomen dat jongeren afglijden.

Dit signaal gaf minister Rouvoet vandaag tijdens een bijeenkomst met verschillende jongerenwerkers ‘nieuwe stijl’ in de Haagse wijk Escamp. Daar ontving hij het Competentieprofiel Jongerenwerker uit handen van Johan Brongers van MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. Het nieuwe profiel moet leiden tot jongerenwerkers die aan de specifieke eisen van deze tijd voldoen.

Aansluitend ging de minister in gesprek met 7 jongerenwerkers uit heel Nederland. Hij hoorde met veel interesse hun verhalen aan over het vertrouwen dat zij jongeren met problemen kunnen geven, hen kunnen stimuleren om (weer) naar school te gaan, activiteiten te gaan doen of een verzoening met de ouders tot stand brengen. ‘Jongerenwerkers doen echt enorm belangrijk werk’, concludeerde de minister.

Rol gemeenten

Jongerenwerk valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit betekent dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het lokale, preventieve jeugdbeleid. Minister Rouvoet betreurt het dat er nog steeds gemeenten zijn die het jongerenwerk te weinig prioriteit geven. ‘Daarom wil ik graag met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om tafel om de positie van het jongerenwerk op de agenda te zetten.’

De minister onderschrijft het belang van goed opgeleide jongerenwerkers: ‘Zij kunnen de tolk zijn van jongeren door hun behoeften te vertalen naar andere professionals en buurtbewoners. Jongerenwerkers zijn zelf vaak jongeren. Ze spreken hun taal, ze kennen de cultuur van jongeren van binnenuit waardoor ze snel een vertrouwenspositie hebben. Dat is een enorme kracht!’

Opleidingen

Minister Rouvoet vindt het belangrijk dat opleidingen dit competentieprofiel opnemen in hun leeraanbod. ‘Ik hoop dat er ook oog komt voor de beperkte doorgroeimogelijkheden voor jongerenwerkers. Nu zeggen ervaren, bekwame mensen hun baan op omdat zij niet kunnen doorgroeien. Er is daardoor een groot verloop onder jongerenwerkers.’