Convenant Bemiddeling in de thuiszorg bij AWBZ-erkende thuiszorginstellingen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

MEVA/ABA-2908575

28 januari 2009

Geachte voorzitter,

In een brief van 5 december deed de voorzitter van de vaste kamercommissie van VWS mij een verslag van een schriftelijk overleg toekomen als reactie op mijn brief aan de Kamer van 10 november 2008 (TK 2008-2009, 26631, nr. 281) over het ‘Convenant Bemiddeling in de thuiszorg bij AWBZ-erkende thuiszorginstellingen’. Daarin werden een zeventigtal vragen voorgelegd die de kamerfracties hadden ingediend over het convenant.

Tot mijn spijt moet ik u mededelen dat ik de vragen niet binnen de gebruikelijke termijn kan beantwoorden. Dat ligt enerzijds aan het feit dat er door de feestdagen in december en de spreiding over de weken ervan maar weinig werkdagen waren in die maand. Anderzijds ligt dat aan het feit dat Actiz het aangekondigde kort geding heeft doorgezet waardoor de zaak nu onder de rechter is. De beantwoording kan dan ook pas plaatsvinden nadat er een juridisch oordeel vaststaat, dat oordeel bestudeerd is op haar consequenties en daar een besluit over is genomen. Wanneer het oordeel juridisch vaststaat kan ik op dit moment niet zeggen want dat hangt ondermeer af van de vraag of beide dan wel één der partijen nog hoger beroep aantekent. Zodra dit mogelijk is, zal ik de beantwoording versturen.

Hoogachtend,
de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker