Antwoorden op kamervragen van Dibi over onderwijs en zorg voor kinderen die nog in een justitiële jeugdinrichting (JJI) zitten maar wachten op en plek in de jeugdzorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

26 januari 2009

JZ-K-U-2904517

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van Justitie, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dibi (GroenLinks) over onderwijs en zorg voor kinderen die nog in een justitiële jeugdinrichting (JJI) zitten maar wachten op een plek in de jeugdzorg (2080908390).

Hoogachtend,
de minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van de uitspraak van de Nationale Ombudsman dat er nog teveel jongeren in een justitiële jeugdinrichting (JJI) verblijven en wachten op een plek in de jeugdzorg?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat jongeren die in een JJI wachten op een plek in de jeugdzorg niet horen te vallen onder het regime aldaar, maar de juiste zorg en onderwijs moeten krijgen die ze nodig hebben? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dat regelen?

Antwoord 2

Uiteraard is het van belang dat jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdzorg de zorg en het onderwijs krijgen die zij nodig hebben. Dat staat echter los van het feit dat de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen van toepassing is in de JJI’s.

Jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdzorg die in een JJI verblijven vallen onder de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van Justitie. In het overgangsrecht bij de wijziging van de Wet op de jeugdzorg voor de gesloten jeugdzorg is bepaald dat de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen van toepassing is op jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdzorg die nog in een JJI geplaatst worden. Zoals ook aangegeven in de memorie van toelichting is dit van belang om te voorkomen dat binnen een JJI twee verschillende rechtspositieregelingen van toepassing zijn.

De jeugdigen in de JJI’s kunnen in een opvang- of een behandelinrichting geplaatst worden. Op 1 januari 2009 zaten er 392 jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdzorg op een opvangplek, 452 op een behandelplek en 11 jeugdigen verbleven, onder verantwoordelijkheid van een JJI, via het Scholings- en Trainingsprogramma buiten de JJI.
Als een jeugdige in een opvanginrichting geplaatst wordt, wordt hij ook onmiddellijk aangemeld bij een behandelplek in een JJI of in de gesloten jeugdzorg. Als een jeugdige op een behandelplek in een JJI komt, dan kan de daar gestarte behandeling op de behandelplek worden afgerond.

In de opvanginrichtingen staat de opvoeding van de jeugdige centraal. Inrichtingen werken daarbij bijvoorbeeld met het sociaal competentiemodel. De tijd in een opvanginrichting kan daarnaast benut worden om een diagnose voor de benodigde behandeling te stellen. Als de jeugdige dan op een behandelplek komt, dan kan daar gelijk gestart worden met de juiste behandeling. Door tijdens het verblijf in een JJI tijdelijk de (her)opvoeding en, waar nodig, de behandeling van de jeugdigen op zich te nemen, moet worden bereikt dat het gedrag van de jeugdigen verbetert en zij goed zijn voorbereid op hun terugkeer naar de vrije maatschappij.
In een behandelinrichting zijn daarnaast gedragsinterventies beschikbaar. Voor gespecialiseerde zorg bij bijvoorbeeld psychische problematiek werken de inrichtingen samen met onder andere GGZ-instellingen in de regio.

Recent is door de Staatssecretaris van Justitie een groot aantal verbetermaatregelen ingezet om de kwaliteit in de JJI’s verder te verbeteren. Zo is voor alle JJI’s een nieuwe basismethodiek ontwikkeld waarmee een goede, eenduidige en methodische aanpak vanaf het begin van het verblijf wordt aangeboden. Deze uniforme aanpak vergemakkelijkt de inzet van gedragsinterventies. De methodiek beschrijft meerdere verblijfsfasen. Per fase is uitgewerkt welk programma de jeugdige krijgt aangeboden en welke instrumenten worden afgenomen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de informatie die wordt verkregen uit het netwerkberaad met de betrokken ketenpartners. In 2009 wordt deze basismethodiek in alle JJI’s geïmplementeerd.
Jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdzorg in de JJI’s profiteren hiervan op gelijke wijze als de strafrechtelijke jeugdigen.

Overigens gaan alle jeugdigen zowel in de gesloten jeugdzorg, als in de JJI’s, ook op de opvangplekken, na een intake naar school. Over het algemeen is dat een aan de instelling gekoppelde school voor speciaal onderwijs voor jeugdigen met gedragsproblemen.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de JJI’s die jongeren huisvesten die wachten op een plek in de jeugdzorg aanspraak moeten kunnen maken op het Dwang- en Drangbudget dat wordt beheerd door de brancheorganisatie GGZ Nederland, zodat zij projecten kunnen opzetten waarmee dwangmiddelen worden verminderd voor deze jongeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dat mogelijk maken en bent u van plan het bestaande budget daarvoor te verhogen?

Antwoord 3

Het project dwang en drang is specifiek opgezet voor de GGZ. Aanspraak op dit budget is voor de JJI’s dan ook niet aan de orde.
Doel van het project was om tot eind 2008 de separaties in Nederland met 10% per jaar te verminderen, naar aanleiding van de constatering dat separatie van patiënten in de GGZ in vergelijking met andere landen relatief veel voorkwam. Totaal zijn 42 lidinstellingen in de GGZ actief met het verminderen van dwang in de psychiatrie: specifiek het separeren en fixeren van cliënten. GGZ Nederland heeft de taak alle projecten te monitoren en te begeleiden. Het project is één jaar verlengd om de resultaten van de losse projecten landelijk te borgen.

Vraag 4

Bent u van plan om JJI’s zo te herschikken zodat er aparte afdelingen komen voor zorgjongeren, zoals dat ook bij het Poortje in Groningen is gebeurd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe en wanneer gaat u dat voor elkaar krijgen? Wat is het extra budget dat hiervoor wordt uitgegeven?

Antwoord 4

Op dit moment worden jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdzorg en met een strafrechtelijke titel in de JJI’s al zoveel mogelijk in gescheiden groepen geplaatst. Aan de vraag van de heer Dibi wordt in de praktijk dan ook al invulling gegeven. Hiervoor is geen extra budget benodigd.
Overigens is de locatie van Het Poortje in Groningen per 1 januari 2008 aangewezen als gesloten jeugdzorginstelling. Daar verblijven geen jongeren met een strafrechtelijke titel meer.

Vraag 5

Bent u bijvoorbeeld ook van plan om vakspecialisten en behandelaren uit de jeugdzorg te laten opereren in de JJI’s zodat zorgjongeren de behandeling krijgen die ze nodig hebben? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe en wanneer gaat u dat voor elkaar krijgen? Wat is het extra budget dat hiervoor wordt uitgegeven?

Antwoord 5

De behandelaars binnen de JJI’s zijn voldoende toegerust om jeugdigen te behandelen. Bovendien wordt indien er behoefte is aan specialistische zorg gezamenlijk met de GGZ-partners in de regio bezien hoe de jongere door de GGZ kan worden behandeld.
Een belangrijk punt in de verbetermaatregelen van Justitie voor de JJI’s is de verhoging van de kwaliteit en deskundigheid van personeel. Dit zal zeker ten goede komen aan de kwaliteit van de zorg aan de jongeren.

Vraag 6

Hoe gaat u ervoor zorgen dat deze jongeren het niveau aan onderwijs krijgen waar ze recht op hebben?

Antwoord 6

Zoals ook aangegeven in antwoord op vraag 2 gaan alle jeugdigen zowel in de gesloten jeugdzorg, als in de JJI’s, ook op de opvangplekken, na een intake naar school.
Over het algemeen is dat een aan de instelling gekoppelde school voor speciaal onderwijs voor jeugdigen met gedragsproblemen. Als een jeugdige in aanmerking komt voor een andere vorm van onderwijs, bijvoorbeeld op een reguliere middelbare school, dan wordt door de instelling bekeken wat hiertoe de mogelijkheden zijn.
De scholen staan onder toezicht van de Inspectie van het Onderwijs. De kwaliteit is daarmee geborgd.

Vraag 7

Deelt u de mening dat er zorgvuldige besluiten moeten worden genomen over visitatie? Deelt u voorts de mening dat in de praktijk te weinig gebruik wordt gemaakt van de uitzonderingsregel bij visitatie terwijl dat wel toegestaan is? Bent u bereid ervoor te zorgen dat visitatie niet standaard wordt toegepast bij jongeren die in een JJI wachten op een plek in de jeugdzorg?

Antwoord 7

Jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdzorg in de JJI’s vallen onder het regime van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen.
In 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie een circulaire voor visiteren en fouilleren goedgekeurd die het mogelijk maakt om bij kwetsbare jongeren uitzonderingen te maken op de voorgeschreven controles.
Indien er sprake is van een kwetsbare jeugdige (dat kan zowel een jeugdige met een machtiging gesloten jeugdzorg, als een jeugdige met een strafrechtelijke titel zijn) zal in het desbetreffende individuele geval - ter beoordeling van de inrichtingsdirecteur - mogelijk geen visitatie plaatsvinden. Een besluit hierover moet uiteraard zorgvuldig tot stand komen. Eventuele veiligheidsrisico's zullen dan zoveel mogelijk op andere wijze worden weggenomen, zoals via extra toezicht.

De Wet op de jeugdzorg kent de mogelijkheid van visitatie niet. Onderzoek aan lichaam en kleding is mogelijk als beperkende maatregel. Deze moet dan, net als de andere beperkende maatregelen, opgenomen zijn in het hulpverleningsplan van de jeugdige. Onderzoek in het lichaam is echter niet mogelijk in de gesloten jeugdzorg.