Stand van zaken Actieplan Professionalisering

De Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG

24 december 2008

JZ/GJ-2898904

Geachte voorzitter,

Tijdens het Themadebat Jeugdzorg op 29 januari 2008 heeft uw Kamer mij gevraagd naar een stand van zaken rond het Actieplan Professionalisering Jeugdzorg. Ik heb u toegezegd u voor het einde van het jaar hierover te informeren. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

In juli 2007 heb ik mijn goedkeuring gegeven aan het Actieplan Professionalisering Jeugdzorg, dat inmiddels ook de activiteiten van de justitiële jeugdzorg omvat. In dit actieplan wordt gewerkt aan de volgende programmadoelen:

  • Verheldering beroepenstructuur: wat moeten jeugdzorgmedewerkers kennen en kunnen.

  • Versterking van beroepsverenigingen.

  • Inrichten en versterken van beroepsregisters voor jeugdzorgmedewerkers.

  • Ontwikkeling van beroepscodes en tuchtrechtsystemen en advies over structurele instelling van een Landelijk Kwaliteitscollege Tuchtrecht voor professionals in de jeugdzorg.

  • Optimaliseren inzet onderwijssector bij professionalisering en verbetering aansluiting initiële opleidingen bij de beroepspraktijk.

Deze doelen vormen een samenhangend geheel, waarmee de beroepen in de jeugdzorg op een hoger niveau worden getild. Dat wil zeggen: verbetering van identiteit en imago van de jeugdzorgbranche en haar werkers, uitbreiding van kennis en vaardigheden van de professionals, kwaliteitsborging en kwaliteitsbewaking. Het geheel wordt zodanig georganiseerd, dat de jeugdzorgbranche zichzelf kan gaan reguleren op het gebied van professionialisering en kwaliteit.

Op 14 oktober jl. heeft de Stuurgroep Actieplan Professionalisering Jeugdzorg, onder voorzitterschap van Ella Kalsbeek, mij bericht over de voortgang van het actieplan (zie bijlage).
Het eerste projectjaar is voorspoedig verlopen. De projecten zijn nu goed op gang en leveren binnenkort eerste tastbare producten af.
De mijns inziens belangrijkste stap voorwaarts die de veldpartijen hebben gemaakt is hun overeenstemming over wettelijke erkenning en verplichting tot beroepsregistratie, waarmee de eisen met betrekking tot deskundigheid en integriteit van beroepsbeoefenaren worden geborgd. Evenals de minister en de staatssecretaris van Justitie, onderschrijf ik deze stap die de veldpartijen willen zetten. Een wettelijk verplichte beroepsregistratie is de hoeksteen van het professionaliseringsproces, wanneer scholing en nascholing (deskundigheid) via herregistratie verplicht worden gesteld en het hanteren van een beroepscode en onderwerping aan het tuchtrecht (integriteit) voorwaarden zijn voor registratie. Op dit moment is de stuurgroep doende een definitief voorstel op te stellen voor de vormgeving van de verplichte registratie.

Ook de voortgang op de overige trajecten uit het actieplan geeft mij vertrouwen. Het bestaande scala aan beroepsprofielen in de jeugdzorg wordt teruggebracht tot een overzichtelijk geheel met twee profielen en enkele specialisaties. De ledenwerving voor de beroepsverenigingen is thans in volle gang en zal een steun in de rug krijgen dankzij de wettelijk verplichte beroepsregistratie. Het tuchtrecht is het sluitstuk van het professionaliseringsproces, dat goed moet aansluiten op de te definiëren beroepen. Hierbij zal worden gelet op gedrag (de ethische code) als ‘the state of the art’ van de beroepsuitoefening. Ontwikkeling op dit terrein vindt plaats in een tijdelijk Kwaliteitscollege Tuchtrecht, dat is geïnstalleerd en al meerdere malen bijeen is gekomen.

Ten slotte constateer ik een enthousiaste samenwerking in het professionaliseringsproces van beroepen in de jeugdzorg, waarmee ik alle participerende partijen in dit professionaliseringsproces in het algemeen, en de voorzitter Ella Kalsbeek in het bijzonder, wil complimenteren.

Hoogachtend,
de Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet