Antwoorden op kamervragen over Amsterdamse Sinterklazen

Antwoorden op kamervragen van de leden Fritsma en Brinkman (beiden PVV) over het bericht dat Amsterdamse Sinterklazen zich uit veiligheidsoverwegingen moeten laten bijstaan door Marokkaanse Zwarte Pieten.

 

1. Vraag

Bent u bekend met het bericht “Marokkaanse Piet lijfwacht van Sint”? 1)

1. Antwoord

Ja.

2. Vraag

Deelt u de mening dat het volstrekt belachelijk is dat Sinterklazen in Amsterdam een escorte van Zwarte Pieten van Marokkaanse komaf nodig hebben “om al te grote treiterijen van de kant van Marokkaanse jeugd” te voorkomen? Zo neen, waarom niet?

3. Vraag

Deelt u tevens de mening dat de uiterst laffe Marokkaanse agressie tegen Sinterklazen niet door Marokkaanse Zwarte Pieten, maar door de politie dient te worden aangepakt? Zo neen, waarom niet?

Antwoord vragen 2 en 3

Ik ben van mening dat iedere agressie jegens Sinterklazen laf is. Een kinderfeest als Sinterklaas moet in een veilige en ontspannen omgeving kunnen plaatsvinden. De Marokkaans-Nederlandse Pieten waaraan u refereert helpen juist bij het waarborgen hiervan, omdat zij goed in staat zijn problemen met Marokkaans-Nederlandse jongens te voorkomen. De Amsterdamse Sinterklaascentrale heeft gekozen om eventuele agressie tegen te gaan door deze lastige Marokkaans-Nederlandse jongens corrigerend toe te spreken. Op deze manier wordt een goed voorbeeld gesteld. Overigens wijs ik u erop dat bij de Sinterklaasoptochten waaraan u refereert gemiddeld 1 tot 2 Marokkaanse-Nederlanders verkleed als Piet aanwezig waren, en dat het dus aan de realiteit voorbij gaat om te spreken van ‘een escorte van Zwarte Pieten van Marokkaanse komaf’.

4. Vraag

Bent u van mening dat het tijd wordt dat u zich ernstig zorgen gaat maken over de leiding van het politiekorps Amsterdam-Amstelland nu deze kennelijk weigert de slagkracht van dit korps op een doeltreffende wijze in te zetten tegen het straattuig? Zo neen, waarom niet?

4. Antwoord

Naar de informatie die ons bekend is hebben zich dit jaar met Sinterklaas geen incidenten voorgedaan. Van een gebrek aan inzet op doeltreffende wijze is dan ook geen sprake. Ik maak me dan ook geen zorgen over de leiding van politiekorps Amsterdam-Amstelland.

5. Vraag

Bent u er zich van bewust dat dit het zoveelste voorbeeld is van Marokkaans schorem dat kinderfeesten verstoort en Nederlandse tradities en gezelligheid kapot probeert te maken? Beseft u dat de Nederlandse bevolking dit zo langzamerhand spuugzat begint te worden?

6. Vraag

Wat gaat u er aan doen om er voor te zorgen dat Marokkaans tuig in Amsterdam en elders in Nederland niet langer de kans krijgt de boel zo te verzieken?

Antwoord vragen 5 en 6

De voorzitter van de Amsterdamse Sinterklaascentrale heeft in het verleden verscheidene incidenten meegemaakt met overlastgevend gedrag van Marokkaans-Nederlandse jeugd bij Sinterklaasoptochten. Door Marokkaanse-Nederlanders als Zwarte Piet in te zetten, hebben zich dit jaar echter geen incidenten voorgedaan. Uiteraard ben ik van mening dat problemen met Marokkaans-Nederlandse jongens niet alleen reactief bestreden moeten worden, maar dat ook de onderliggende oorzaken van deze problematiek moeten worden aangepakt. Daarop zal worden ingegaan in de beleidsbrief ‘Grenzen stellen en perspectief bieden’ die door de Ministers voor Wonen, Wijken en Integratie, Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties, Justitie en Jeugd & Gezin naar verwachting in januari naar de Tweede Kamer wordt verstuurd. Hierin wordt de aanpak uiteengezet om het overlastgevende en criminele gedrag van een deel van de Marokkaans-Nederlandse jeugd tegen te gaan.

7. Vraag

Kunt u een overzicht geven van alle gemeenten in Nederland waar vanaf 15 november 2008 politieoptreden of een meer dan normale politiebegeleiding bij Sinterklaasintochten of Sinterklaasvieringen noodzakelijk was in verband met treiterijen en agressie door straattuig? Zo neen, waarom niet?

7. Antwoord

Het is van belang een goed landelijk beeld te hebben van de problematiek. Een overzicht met politieoptreden bij Sinterklaasoptochten vind ik echter niet noodzakelijk. Naar mijn mening is het beter om te concentreren op de ontwikkelingen ten aanzien van jeugdgroepen. Om die reden heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties financiële middelen beschikbaar gesteld om het registratieproces van jeugdgroepen op lokaal niveau te verbeteren. Dit proces wordt versneld met het uiteindelijke doel om eind 2009 jaarlijks een landelijk beeld van de jeugdgroepen beschikbaar te hebben. Onderdelen van dit proces zijn het koppelen van de shortlistmethode aan de wijkscan en het versterken van de inventarisatie door het maken van een koppeling met harde feiten. Het inventarisatieproces wordt gedigitaliseerd en de regiokorpsen worden begeleid in het uniform uitvoeren van dit digitale proces zodat stapeling van de gegevens mogelijk wordt.