Onderwijsveld positief over niveaus voor rekenen en taal

Docenten, schoolleiders en bestuurders in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs zijn positief over de invoering van referentieniveaus voor taal en rekenen.

Dit staat in de adviezen van de vertegenwoordigers van de verschillende onderwijssectoren die vandaag zijn aangeboden aan de staatssecretarissen Dijksma en Van Bijsterveldt. In de referentieniveaus wordt voor het hele onderwijs vastgelegd wat leerlingen van 12, 16 en 18 jaar moeten kunnen op het gebied van taal en rekenen. Hierdoor kunnen scholen veel gerichter werken aan het verbeteren van leerprestaties van leerlingen en weten de onderwijssectoren van elkaar waar de leerlingen staan. Bovendien bevorderen de vastgelegde referentieniveaus de doorstroom van leerlingen van de ene naar de andere onderwijssoort.

Eerder dit jaar adviseerde de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen ("commissie Meijerink") referentieniveaus voor taal en rekenen in te stellen die de basis moeten vormen voor alle leermiddelen, toetsen en examens. De staatssecretarissen hebben het onderwijsveld gevraagd hun mening over de referentieniveaus te geven. Die zien het als een goed instrument om voor taal en rekenen in het hele onderwijs te verbeteren. Wel pleiten ze voor een zorgvuldige invoering en een voorzichtige aanpak van die leerlingen die niet zonder meer in staat zijn de minimumniveaus te behalen.

De bewindspersonen sturen begin 2009 een brief aan de Tweede Kamer waarin zij reageren op de adviezen van het onderwijsveld en aangeven hoe de verdere invoering van de referentieniveaus zal verlopen. Vanaf augustus 2010 zijn de referentieniveaus voor alle sectoren wettelijk verplicht. In de periode tot augustus 2010 vinden er pilots plaats gericht op het verbeteren van de overgang tussen de verschillende onderwijssectoren. Ook zullen er extra voortgangstoetsen voor het vo en mbo worden ontwikkeld en zullen alle scholen worden ondersteund bij de inrichting van hun onderwijs en de professionalisering van docenten.

Het verbeteren van het taal- en rekenniveau is een van de topprioriteiten van de bewindspersonen van het ministerie van Onderwijs en het onderwijsveld. De komende drie jaar wordt in totaal ruim euro 115 miljoen geïnvesteerd om het reken- en taalniveau van leerlingen te verhogen en de referentieniveaus in te voeren. Daar bovenop komt voor het mbo vanaf 2011 jaarlijks euro 50 miljoen extra voor het verbeteren van taal en rekenen beschikbaar. In samenwerking met onder meer de mbo-raad wordt een speciaal Deltaplan taal en rekenen ontwikkeld dat in het voorjaar van 2009 gereed is.