Toespraak minister-president bij jaarcongres VNO-NCW

'Ons succes richting 2020 staat of valt met één eigenschap: het vermogen tot veranderen'. Dat zei de minister-president op het congres van VNO-NCW over 'Nederland in 2020'.

De tekst van de toespraak vindt u hieronder:

Meneer Wientjes, dames en heren,

In 1993 publiceerde Paul Kennedy een boek over de toekomst. Het heette "Preparing for the twenty-first century". Een prachtig boek. Maar wie het nu leest, valt vooral één ding op: het woord 'internet' komt er niet in voor.

Dit voorbeeld zou iedereen die zich waagt aan een duiding van de toekomst enigszins bescheiden moeten maken.

'Nederland in 2020'. Wat kan er in twaalf jaar gebeuren? Veel. Dat zien we als we 1996 vergelijken met nu.

Eén enkele dag kan het aanzien van de wereld ingrijpend veranderen. Zoals we hebben ervaren op 11 september 2001.

Ook ondernemerschap verandert ons leven op een manier die lastig is te voorspellen. In 1996 reden we nog van A naar B met behulp van een gerafelde wegenatlas en een beduimeld stratenboek.

Het probleem met toekomstvoorspellingen is dat we vaak voortredeneren vanuit wat we nú weten en kunnen. In plaats van rekening te houden met het nu nog ondenkbare.

Stel dat over twaalf jaar hoogleraren en studenten van de TU Delft samen met researchers van DAF, Philips en TomTom een allereerste experiment uitvoeren met een zwevende auto op zonnecellen. Met het overhalen van een pienter pookje verheft het voertuig zich een meter boven de grond. Ziet u het voor zich? Dat zou alle discussies over de A4, de filebestrijding en het onderhoud aan de Van Brienenoordbrug opeens in een heel ander licht kunnen plaatsen.

Mijn ambitie is dat Nederland in 2020 hoort bij de meest dynamische en concurrerende landen ter wereld. Een land dat overal de aandacht trekt als een plek waar mensen dúrven en doen. Waar bedrijfsleven, werknemers en overheid plezier hebben in het vinden en verkennen van nieuwe wegen.

Nederland pioniersland.

Ons succes richting 2020 staat of valt met één eigenschap: het vermogen tot veranderen. En we hebben in wezen maar één valkuil: verstarring. Er is juist lef nodig.

Immers: Nederland is een van de meest open economieën ter wereld. En die wereld staat niet stil. Gezaghebbende prognoses vertellen ons het volgende:

  • In 2020 leven we met 8 miljard mensen op aarde. In Europa, Rusland en China is het aandeel ouderen in de bevolking flink gegroeid, met als gevolg: schaarste op de arbeidsmarkt.
  • In 2020 telt de wereld ruim een miljard welvarende consumenten méér dan nu. En die wonen allemaal in opkomende economieën.
  • In 2020 ondervinden de bewoners van laaggelegen delta's sterker dan nu de gevolgen van klimaatverandering en leeft een derde van de wereldbevolking in gebieden met een gebrek aan zoet water.
  • In 2020 is de druk op de markten voor grondstoffen en energie enorm gegroeid.

Wat is nu het belangrijkste als we ons oriënteren op Nederland in 2020? De kern is dat we het hebben over onze houding, onze mentaliteit. Wanneer het vermogen tot veranderen de sleutel is voor onze toekomst, hebben we het in eerste instantie immers veel meer over een denkwijze dan over concrete arrangementen en structuren. Structuren die we nu voor een belangrijk deel nog niet kennen en kunnen kennen.

In mijn visie heeft een toekomstgerichte mentaliteit vier aspecten. Een 'klaver vier'. Die mentaliteit is:

  • innovatief;
  • groen;
  • verantwoordelijk;
  • en ondernemend.

Als eerste een innovatieve mentaliteit.

Zien China en India ons staan in 2020?

De vraag is niet: staan zij op ons netvlies? Maar: staan wij op hún netvlies.

Rond 1820 was het gezamenlijke aandeel van China en India in de wereldeconomie bijna 50%. In 1982 zaten ze samen op 7% En inmiddels zitten ze weer op 22%. Het gaat keihard.

In zo'n omgeving moet we ons afvragen wat onze troeven zijn. Waar Nederland ontzettend goed in is, is het verbinden van kennis en context. Gevoel voor de markt, gevoel voor de klant. Het bijeenbrengen van kennis uit verschillende disciplines. En daarmee steeds weer met kwaliteit inspelen op de behoeften elders. Dat laat onze watersector zien. Dat laat onze voedingssector zien. Ons design en onze architectuur.

We moeten een omslag in denken maken. Innovatie is niet "punt 4 op de agenda". Innovatie is een manier van denken en werken. Een stijl van leven.

Hoe gaan we met innovatie onze vergrijzing te lijf? Interessante vraag. Maar nog interessanter is: hoe gaan we met innovatie de vergrijzing in China te lijf? Als wij in 2020 een rol spelen bij het beantwoorden van die vraag, dan zit Nederland gebeiteld.

Het tweede blad aan ons klaver vier: Een groene mentaliteit.

Fossiele energiebronnen, grondstoffen, voedsel, ruimte, water, schone lucht; ze worden allemaal steeds schaarser. Schaarste is uw specialiteit als ondernemers. Economie is immers de omgang met schaarse middelen. Wie economisch denkt, weet: de toekomst is groen.

In 2020 is Nederland het land dat het best heeft ingespeeld op die ontwikkeling.

Mag ik u een toekomstbeeld geven? Nederland is in 2020 het eerste afvalloze land ter wereld. Daarmee bedoel ik dat we in dit land niets meer verspillen.

Een irreëel idee? Waarom? We zijn al een behoorlijk eind op weg. Nederland loopt voorop in hergebruik. Aan 80% van ons afval geven we een nuttige bestemming. En daarmee trekken we internationaal steeds sterker de aandacht.

Zoals dat kleine bedrijfje uit Sneek. "Cell Geluidsisolatie". Dat ontwikkelde een nieuw product voor het isoleren van vloeren en wanden. Gemaakt op basis van afval. Oud papier en karton blijken veel betere geluidsabsorbeerders dan kunststof. De belangstelling in binnen- en buitenland is groot. Nu telt het bedrijf nog tien werknemers. Maar in 2020 - wie weet - is de directeur van dit bedrijf wellicht een vooraanstaand lid van het algemeen bestuur van VNO-NCW.

Een ander beeld: in 2020 hebben alle nieuwe kantoren in Nederland een minimaal energiegebruik. Als we dat in de tuinbouwsector kunnen met duurzame kassen, dan moet het toch zeker ook in de zakelijke dienstverlening kunnen?

Het kabinet geeft schaarste een prijs. De lasten op milieubelastende activiteiten stijgen. Dat doen we bewust, om efficiency, innovatie en duurzaamheid te belonen en te bevorderen. Bovendien maken we zo ruimte om de lasten op arbeid, investeringen en scholing juist te verlagen. Precies wat nodig is in het licht van de toekomst.

Daarnaast geven we via ons inkoopbeleid als 'launching customer' een prikkel aan innovatie en duurzaamheid.

Het derde element: een verantwoordelijke mentaliteit.

Verantwoordelijkheid nemen voor de omgeving waarin je opereert is de basis van goed en succesvol ondernemerschap. Niet alleen kijken naar de winst op korte termijn, ook kijken naar de langere termijn en naar de sociale gevolgen van activiteiten. Nationaal en internationaal.

Neem bijvoorbeeld de actieve betrokkenheid van bedrijven als TNT en DSM bij het World Food Programme van de Verenigde Naties. Zij manifesteren zich daarmee op hun terrein als een verantwoordelijke partner en tegelijkertijd als een onderneming met hart voor mensen. Dat pakt over de hele linie positief uit.

In 2020 loopt Nederland voorop in corporate social responsibility.

Ik kom toe aan mijn vierde element. Misschien wel het belangrijkste: een ondernemende mentaliteit.

Wat is de kern van ondernemerschap? De kern is: inspelen op kansen. Dat betekent per definitie: durven veranderen.

Kansen zijn bijzonder wispelturig. Ze verschijnen op onverwachte plekken. Blijven zich soms jarenlang manifesteren. En verdwijnen dan weer op de meest ongelegen momenten.

Het vermogen tot veranderen is essentieel voor de toekomst van ieder bedrijf. Maar het belang ervan is dieper en breder. Het vermogen tot veranderen is essentieel voor de vooruitzichten van ieder mens. En voor de toekomst van onze samenleving als geheel.

Daarom is Nederland in 2020 een land dat zijn zekerheid niet zoekt in structuren, arrangementen en constructies die in beton zijn gegoten. De tand des tijds tast dat beton onherroepelijk aan. Met alle brokken van dien.

Wij ontlenen onze kracht juist aan onze beweeglijkheid. Aan ons vermogen tot ontwikkeling.

En dat heeft belangrijke implicaties voor het overheidsbeleid.

In 2020 blijft er geen talent meer onbenut in Nederland. We helpen mensen het beste uit zichzelf te halen. Zonder voldoende goed gekwalificeerde mensen, valt de basis onder onze groei weg. Het is alle hens aan dek.

In 2020 is de Wajong geen fuik meer waarin jongeren gevangen raken. Maar een kansenzone waarin ontplooiing en participatie centraal staan. En daar moeten we dus nu mee beginnen.

In 2020 heeft heel Nederland schik in scholing. Het is onaanvaardbaar dat van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs en het mbo, 28% voortijdig uitvalt. In vergelijking met de Scandinavische landen en het Verenigd Koninkrijk volgen bij ons weinig volwassenen een cursus of opleiding. Die cultuur zal in 2020 drastisch zijn veranderd.

In 2020 heeft Nederland flexibiliteit omarmd. Werktijden zijn variabel; telewerken is vanzelfsprekend. Dat helpt mensen met zorgtaken en ouderen de drempel naar de arbeidsmarkt over.

In 2020 vechten ondernemers om het zilveren talent van ouderen. Feit is dat momenteel meer dan de helft van de 55-plussers niet werkt. In 2020 voelen ouderen zich zó welkom en gewaardeerd op de arbeidsmarkt dat ze met plezier doorwerken tot in ieder geval hun 65ste.

De overheid moet dynamiek mogelijk maken. 2020 begint nu. Met beslissingen die we nu nemen. De OESO noemt Nederland een voorloper bij de vermindering van administratieve lasten. Dat zie ik veel meer als een aansporing om met volle kracht daarmee dóór te gaan dan als een aanleiding tot tevredenheid.

Natuurlijk heb ik goede nota genomen van uw roep om minder regels en snellere procedures. Nederland zal nooit een tweede Shanghai worden. We leven in een democratische rechtsstaat en dat willen we zo houden. Maar we moeten ons wel heel goed realiseren dat onze welvaart en een belangrijk deel van ons welzijn afhangen van dynamiek en groei. En bij dynamiek hoort: daadkrachtige besluitvorming en tempo.

Aan dat tempo ontbreekt het maar al te vaak bij infrastructurele projecten die voor de toekomst van ons land van belang zijn. De wegen des polders zijn drassig, vol met kuilen en kronkelingen. We hebben de neiging eindeloos varianten te blijven bedenken en bezig te blijven met onderzoeken, studies en onderlinge schermutselingen. Het betere wordt zo de vijand van het goede.

We zijn doorgeschoten in onze procedures. Procedures zijn instrumenten geworden ten dienste van handhaving van de status quo. We moeten onze besluitvorming redden uit de greep van de verstarring.

Ik kijk reikhalzend uit naar de ideeën van de commissie-Elverding die dit voorjaar met concrete adviezen komt. Het wordt tijd voor onconventionele methoden om Nederland weer in beweging te krijgen. Tempo en kwaliteit zijn geen tegenpolen. Integendeel: tempo is een aspect van kwaliteit. Nederland uit de kramp. Dat is onze opdracht richting 2020.

Dames en heren,

In november vorig jaar was ik in Rusland, samen met een grote bedrijvenmissie onder leiding van Bernard Wientjes. Naast het uitgebreide gesprek dat ik met president Poetin had, trokken de president, zijn ministers en de top van het Russische bedrijfsleven ruim de tijd uit voor ondernemend Nederland. Waarom? Niet omdat Tsaar Peter de Grote destijds zo goed heeft leren boten bouwen in Zaandam. Maar omdat wij creatief en constructief meedenken over Rusland op weg naar 2020.

We zijn altijd een land van dominee en koopman geweest. Die combinatie heeft ons sterk gemaakt en zal ons ook in de toekomst kracht geven. Ons vermogen tot verandering wordt gevoed door een mentaliteit die innovatief is, groen, verantwoordelijk en ondernemend.

Laten we de koopman in onszelf blijven koesteren! Dan weet Nederland pioniersland ook in 2020 deuren te openen. Dan bruist ons land in 2020 van dynamiek en creativiteit.

De toekomst wenkt.

Dank u wel.

De minister-president in gesprek met VNO-NCW-voorzitter Bernhard Wientjes tijdens het congres over 'Nederland in 2020'. © RVD

De minister-president tijdens zijn toespraak over 'Nederland in 2020' © RVD