Toespraak bij het Agrovak openingscongres

Toespraak door DG Burger, namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij het Agrovak openingscongres op 9 december 2008 in Den Bosch.

Hartelijk dank. Minister Verburg had met veel plezier de uitnodiging aangenomen. Maar zij kan er tot haar grote spijt niet bij zijn. Ik zal in haar plaats haar bijdrage uitspreken.

Een paar weken geleden bezocht minister Verburg China. Een groot en interessant land. Optimistisch ook, in economische zin. Ook daar kreeg zij een goed teken. Er werd de delegatie verteld dat u topondernemer bent in de agrarische sector daar. Dus ik bevind mij in prima gezelschap. U bent de beste van de wereld. Top of the bill.

De beste ondernemer van vandaag is niet automatisch de beste ondernemer van morgen. We hebben een 24-uurs global economy. Alles beweegt, steeds meer zelfs. Dan kun je niet stil blijven staan, zelfs als sterke Nederlandse sector niet. Ik ga daar straks wel bij stil staan. Maar niet zonder óók de richting aan te geven. De stap die de minister graag samen met u zet is die van innovatie.

Innovatie kan verbreding inhouden. Het kan ook - en hier staat het al in- een beweging naar groter zijn. Al zijn er in ons land wel grenzen. Maar u stopt daar niet. Feitelijk zegt u: 'dit is een nieuw begin. Wij willen investeren. Om koplopers te blijven'. Creatieve en innovatieve technieken kunnen u daarbij ondersteunen. Of u het nu in een luchtwasser zoekt, of in een andere samenstelling van het voer.

Breder of groter. Dat zijn ook ontwikkelingen die raken aan het systeem dat per april 2015 wordt afgeschaft: de melkquotering. Minister Verburg heeft in Brussel langdurig gepleit voor een zachte landing voor de Nederlandse melkveehouderij. Het was niet gemakkelijk, maar het is niet voor niets geweest. Melkveehouders kunnen in 2009 opnieuw een quotumstijging van 2,5 procent tegemoet zien. Daarnaast staan op de Europese agenda nu ook de Nederlandse thema's: innovatie, verduurzaming, maatschappelijke diensten en dierenwelzijn.

Er zijn in de hele sector veel plekken waar kleine, stapsgewijze innovaties ontstaan. Bijvoorbeeld in de kenniskringen in de veehouderij. Ondernemers en wetenschappers analyseren daarin bedrijfsproblemen. Samen zoeken ze naar toepassingen. Dat is nuttig en nodig, zeker in het agrarische bedrijf van de toekomst.

Maar minister Verburg hoopt en verwacht meer. Zij wil dat we in de toekomst met elkaar doorbraken realiseren. Ondernemers en afnemers zitten er om te springen. In de openbare ruimte, op milieugebied, in het vervoer, bij het bestrijden van gewasziekten, bij het houden van gezonde dieren die goed in hun vel zitten. Wij denken dat hier niet alleen een bedrijfseconomische, maar ook een maatschappelijke uitdaging ligt. Ook de samenleving profiteert ervan als kennis praktisch toepasbaar is.

Ik zal bij deze opening een aantal kansrijke innovaties benoemen, die ook onderdeel uit maken van de Innovatieagenda van het kabinet.

Waarbij ik ook gezegd wil hebben, dat dit niet vanzelf gaat. Want innoveren is willen. Het vereist vaardigheid om dat emissieplafond, waar u tegen aan loopt, om te draaien in een bedrijfskans. Of om van energiegebruik naar energieaanbod te gaan. Maar het is uiteindelijk de irritatie in de oester die tot de parel leidt.

  • Ik begin bij een sector met een hoog innovatief imago, de glastuinbouw. Dat imago is van recente datum. Nog maar tien jaar geleden had de consument een heel ander beeld. Toen leek de kas voornamelijk energiegebruiker. Nu zie ik al kassen die huishoudens van energie kunnen voorzien. Er is zelfs een tuinder die aardwarmte van 1800 meter diep benut om de kas mee te verwarmen. Dat is vooruitkijken, dat is lef.
  • Vergelijkbaar, maar van een iets andere orde is de precisielandbouw. Het akkerbouwbedrijf met de slimme tractor. Tractoren die met GPS op de centimeter werken. Heel veel handelingen kunnen daarmee worden geautomatiseerd. Al herkennen de apparaten er nog niet iedere plant mee. Een machine opdragen welk onkruid hij moet verwijderen of welke vrucht hij moet plukken, is nog lastig. Maar dat gaat komen. Ook dat is een kwestie van uitdagingen en kansen zien.
  • U kent minister Verburg ook- neem ik maar even aan- als voorstander van biologische plaagbestrijding in de tuinbouw. Er zijn mooie projecten aan het ontstaan, zeker nu de professor vaker de wei (of de kas) in gaat. Professor en boer vinden samen uit of het ook rendabel kan. De kennis is er, maar vaak blijft het op de toepassing hangen. Al is de onderzoeksvraag ook niet onbelangrijk. De allerbeste oplossing is nog altijd die, waar ooit de juiste vraag aan vooraf ging. Zoals de vraag of je het bodemleven kunt benutten om nematoden -aaltjes- in aardappels onschadelijk te maken.
  • In de veehouderij en de gezondheidszorg houdt antibioticaresistentie ons in beweging. Minister Verburg heeft daar zoals u weet een Task Force voor ingesteld. Die zoekt uit wat verantwoord is en welke afspraken we nodig hebben. De innovatieve ondernemers onder ons, en onderzoekers, richten zich op de uitdaging zelf. Antibioticaresistentie als stimulans om naar alternatieven te zoeken. Zoals bacteriën of virussen die bacteriën bestrijden.
  • We zien in dit domein meer dilemma's, die om een oplossing vragen. Nieuwe dierziekten. De kern van het Q-koorts gebied ligt niet ver van hier en blauwtong breidt zich uit. Er ligt dus een extra druk op de ontwikkelaars en toekomstige gebruikers van het vaccin. Het zal sneller ontwikkeld moeten worden. Bovendien moet het tijdsverloop tussen signalering van een ziekte en de beschikbaarheid van een vaccin korter worden.
  • De landbouw levert grondstoffen, maar ook producten. Maïs voor dieselolie bijvoorbeeld. Toch zullen we in ons land niet zo snel veel hectares energiegewassen verbouwen. Onze grond is schaars, dus duur. Ik denk dat we met de zogeheten tweede generatietechnologie duizend bloemen kunnen laten bloeien. En er kunnen bijproducten op de markt komen. Geneesmiddelen uit bloembollen. Eiwit uit gras. Plastic van plantaardige pulp om maar eens iets te noemen.
  • Veel interesse is er ook voor de grootschalige proefprojecten mineralenconcentraat waarvoor de minister ruimte heeft bepleit bij de Europese Commissie. Die ruimte heeft de minister gekregen en zodoende kan voor de komende twee jaar onderzoek worden gedaan naar de productie van een kunstmestvervanger na verwerking van dierlijke mest. Het moet uiteindelijk leiden tot een betere benutting van de mineralen uit de mest.

Maar of het nu gaat om tweede generatietechnologie of de productie van kunstmestvervangers, zonder samenwerking komt u er niet. Zonder een ketenbenadering blijft u de duurzaamheidstrend niet voor. Veehouders bijvoorbeeld, zullen met stallenbouwers en de industrie creatief moeten blijven. Wij steunen u daarin. De duurzame veehouderij is minister Verburgs' ambitie voor de komende 15 jaar.

Als we de ontwikkelingen in samenhang bekijken, kun je concluderen dat er in de landbouw een enorm innovatiepotentieel is. We ondersteunen dat waar nodig. Omdat we daarmee óók een duurzame toekomst voor ons en voor de generaties na ons creëren.

Met duurzame toepassingen ontstaat een andere arbeidsmarkt met nieuwe beroepen. Een agrarisch onderwijs waar bijvoorbeeld ook managementonderwijs wordt gegeven, omdat de productie grootschaliger wordt. Daarom steken we veel energie in het koppelen van het groene onderwijs aan uw sector. Daarbinnen is praktijkonderwijs, de stagiair op uw bedrijf, dé groeikern.

Minister Verburg hoopt van harte dat u ruimte wilt maken voor stagiairs. Als investering voor u, voor de sector en voor de jongeren zelf.

Dames en heren,

Ik begon met een verwijzing naar het succes van de landbouw in de wereld.

Dat succes heeft u als ondernemers aan uzelf te danken en dat geeft ons veel vertrouwen. Succesvolle ondernemers hebben altijd iets speciaals. Het zijn mensen met lef, die mogelijkheden zien. En dan niet alleen de mogelijkheden van één bedrijf en één omgeving. Misschien ziet u vandaag die kans, die niemand anders zag. Misschien bent u straks simpelweg beter in het uitvoeren van uw plannen. Wat het ook is, ik verwacht geen stilstand. Al moet die proefopstelling honderd keer veranderd worden.

Dit kabinet steunt u daar in. Samen werken we er aan dat u zich in de toekomst definitief tot de voorhoede rekent. Daar is onze minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij voorbaat trots op.

Dank u wel.