Zorg aan (chronisch) zieke kinderen door specialistische dagverblijven

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2400 EA DEN HAAG

2 december 2008

DLZ-CB-U-2893719

Op 11 november jl. heeft u mij een brief doen toekomen met het verzoek om te reageren op een door de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangenomen petitie van Kombino Specialistische Kindzorg. Kombino richt zich op het leveren van integrale zorg aan zogenoemde multi-problem gezinnen en is een samenwerkingsverband van verpleegkundig kinderdagverblijven. De petitie bevat een oproep tot behoud van specialistische zorgverlening voor chronische zieke en gehandicapte kinderen.

Deze integrale zorg wordt gefinancierd vanuit de WMO, de jeugdzorg, de AWBZ en de Zvw. In deze petitie is aangegeven dat de bekostiging uit deze bronnen niet voldoende op elkaar aansluit om de integrale zorg adequaat mogelijk te maken. In de petitie wordt met name gewezen op de wijze van indicatiestelling door het CIZ. De petitie stelt dat als gevolg van het onvoldoende op elkaar aansluiten van deze financieringsbronnen de zorgverlening in het gedrang zal komen. Hierdoor kan het functioneren van het gezin onder druk kan komen te staan met gevolgen zoals ziekenhuisopnames, huiselijk geweld en schade aan het kind als gevolg van ontoereikende preventieve zorgverlening.

Eerder dit jaar hebben de Kamerleden Van Gerven, Leijten en Langkamp vragen gesteld over het behoud van de zorg aan chronisch zieke kinderen in gespecialiseerde kinderdagverblijven. In deze vragen werd onder meer aandacht gevraagd voor het gespecialiseerde kinderdagverblijf Kidion. Deze vragen heb ik op 29 september jl. beantwoord. Mijn reactie op deze petitie sluit aan op de beantwoording van deze vragen (DLZ-K-U-2872901).

De zorg aan deze cliëntengroep is noodzakelijke zorg en moet geleverd worden. Dat de bekostiging van deze zorg plaats vindt via zowel de WMO, de jeugdzorg, de AWBZ en de Zvw mag niet leiden tot discontinuïteit in de zorgverlening. Tegelijkertijd is de afgelopen periode duidelijk geworden dat het vraagstuk van afstemming van bekostigingsregimes en de indicatiestelling soms complex is waarvoor niet altijd eenvoudige oplossingen bestaan. Enkele voorbeelden zijn recente berichtgeving over gespecialiseerde verpleegkundigen die aangeven thuis geen injecties aan patiënten te mogen geven en signalen van onder meer de NVZ en Actiz dat bekostiging van de ziekenhuisverplaatste zorg door scherpere indicatiestelling onvoldoende is vormgegeven.

Het is zaak deze signalen te verzamelen, te analyseren en op grond daarvan de systemen qua aanspraak en bekostiging/declaratie dusdanig te harmoniseren dat de noodzakelijke zorg aan cliënten geborgd is. Nog dit jaar zal VWS daartoe met alle relevante partijen in overleg treden om een ‘spoorboekje’ vast te stellen waarin de verschillende stappen en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd.

Tegelijkertijd is gebleken dat de zorg aan de in de petitie van Kombino genoemde cliënten daarop niet kan wachten. In de reeds genoemde beantwoording van kamervragen heb ik aangegeven dat ik met partijen in overleg ben om te bezien op welke wijze de zorg aan deze groep patiënten/cliënten kan worden gecontinueerd.

Uit de bespreking met ZN blijkt het volgende. ZN heeft aangegeven dat de zorgverzekeraars ook van mening zijn dat het hierbij om noodzakelijk zorg gaat en dat de leden van ZN zeker zullen stellen dat deze zorg gecontinueerd zal worden. Verder werken de leden van ZN aan een afbakening van de aard van de zorg en de cliëntengroep waarvoor men bereid is tot oplossingen te komen. Deze afbakening verwacht ik de komende weken en kan houvast bieden bij de vormgeving van het hiervoor genoemde ‘spoorboekje’.

Voor de korte termijn is de zorg voor de cliënten die zijn genoemd in de petitie van Kombino geborgd. Voor een langere termijn oplossing zal ik met de betrokken partijen tot een ‘spoorboekje’ komen. Ik zal te zijner tijd u hierover informeren.

Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker