Het Europees landbouwbeleid na 2013

Op de Landbouw- en Visserijraad van 18 tot en met 20 november 2008 werd een akkoord bereikt over de evaluatie van het Europees landbouwbeleid. Tijdens de daaropvolgende raad (28 november 2008) werd verder vooruit gekeken, naar de toekomst van het Europees landbouwbeleid na 2013. Ook kwam het programma voor de minstbedeelden aan bod.

Toekomst Europees landbouwbeleid na 2013

Tijdens de informele Landbouwraad in september in Annecy zijn de Europese ministers van landbouw de discussie begonnen over de toekomst van het Europees landbouwbeleid. Een overgrote meerderheid van de lidstaten pleitte voor behoud van het Europees landbouwbeleid, ook na 2013.

Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) benadrukte in haar bijdrage dat de discussie in dit stadium vooral gericht moet zijn op de uitdagingen waar het Europees landbouwbeleid van de toekomst voor staat. En nog niet op de instrumenten en het budget. Die benadering staat nu ook centraal in de conclusies van het Franse voorzitterschap.

Verder gaf Verburg aan blij te zijn dat een aantal voor Nederland belangrijke punten een plaats hebben gekregen in de voorzitterschapsconclusies, zoals innovatie, verduurzaming, maatschappelijke diensten en dierenwelzijn. Tijdens deze laatste raad is Verburg er ook in geslaagd om de ontwikkeling van duurzame landbouw in ontwikkelingslanden op te laten nemen in de tekst.

Het voorzitterschap heeft nog geprobeerd om te komen tot raadsconclusies waar de lidstaten het unaniem over eens zouden zijn. Dat is niet gelukt. Dat kwam onder meer omdat Nederland problemen had met een passage in de tekst waarin wordt gesproken over eerlijkere concurrentieverhoudingen. Diverse lidstaten wilden met deze passage tot uiting brengen dat er een herverdeling van Europese landbouwmiddelen binnen de EU moet plaatsvinden. Nederland wil echter niet vooruitlopen op discussies over de toekomstige verdeling van middelen (de zogenoemde budget review).

Voedsel voor de minstbedeelden

De Landbouwraad heeft daarnaast gediscussieerd over voortzetting en uitbreiding van de regeling voor de minstbedeelden. Het onderwerp zal in de eerste helft van 2009 opnieuw op de agenda komen, onder voorzitterschap van Tsjechië. Nederland heeft nooit van dit programma gebruikt gemaakt en ook nu zijn de Nederlandse bezwaren niet weggenomen. Verburg vindt dat het hier om sociaal beleid gaat en beschouwt dit als een zaak van de lidstaten zelf. Daarnaast vindt zij dat dit niet uit de landbouwbegroting gefinancierd moet worden. Ze twijfelt aan de juridische grondslag van het voorstel. Ook is zij bang dat het tot te veel bureaucratie leidt. Tot slot stelt zij dat een binnenlands programma voor voedselhulp geen onderdeel zou moeten zijn van het gemoderniseerde Europese landbouwbeleid waar Nederland naar streeft. Een blokkerende minderheid van lidstaten steunde dit standpunt.