Antwoorden op kamervragen van Langkamp en Leijten over het faillissement van de Stichting Zwerfjongeren Limburg

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2879612

17 november 2008

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Langkamp en Leijten (beiden SP) over het faillissement van de Stichting Zwerfjongeren Limburg (2080900150), mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht ”Personeel Stichting Limburg ontslagen”?

Antwoord 1

Ik heb met bezorgdheid kennisgenomen van dit bericht en bij de verantwoordelijke partijen direct navraag gedaan naar de gevolgen hiervan voor de zorg aan zwerfjongeren.

Vraag 2

Kunt u garanderen dat geen van de 161 zwerfjongeren tussen wal en schip zullen vallen? Zo ja, hoe? Zo neen, waarom niet?

Vraag 3

Wat is uw reactie op het feit dat deze jongeren minder begeleiding zullen krijgen? Is dit een gevolg van de wijzigingen in de aanspraken binnen de AWBZ? Vindt u het wenselijk dat juist deze kwetsbare groep begeleiding zal ontberen?

Antwoord op vraag 2 en 3

Uit berichten van de Koraal Groep, informatie van het zorgkantoor, informatie van betrokken centrumgemeenten en het verslag van de curator over het faillissement concludeer ik dat deze jongeren worden opgevangen en begeleiding krijgen. Koraal Groep heeft voor de cliënten van SZL een zorggarantie uitgesproken.
De ontstane situatie is geenszins een gevolg van wijzigingen in aanspraken binnen de AWBZ (vanaf 2009).

Vraag 4

Hoe oordeelt u over de berichten dat het voormalige bestuur geen verantwoording over de middelen kon geven, en dat zelfs tegen de voormalig financieel directeur en een voormalige bestuurder juridische stappen zijn gezet?

Antwoord 4

Deze zaken lopen nog. Hierin meng ik mij niet.

Vraag 5

Bent u bereid te onderzoeken welke verantwoordelijkheid de voormalige raad van toezicht heeft genomen om de verantwoording inzichtelijker te maken? Is het mogelijk de leden van de voormalige raad van toezicht verantwoordelijk te stellen voor het wanbeleid? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kunt u ons daarover informeren?

Antwoord 5

Nu sprake is van een faillissement is het de taak van de curator om de failliete boedel te beoordelen en daarbij ook in ogenschouw te nemen of de verantwoordelijke beslissingsbevoegde personen naar behoren hebben gefunctioneerd. Daarbij kan de vraag naar aansprakelijkstelling ook aan de orde komen. Direct belanghebbenden kunnen in voorkomende gevallen voormalige bestuurders of leden van de raad van toezicht aansprakelijk stellen. Ik meng mij niet in de uitvoering van de taak door de curator.

De betrokken centrumgemeenten beraden zich nog op het doen van nader onderzoek naar de omstandigheden met betrekking tot het faillissement van de Stichting Zwerfjongeren Limburg.

Vraag 6

Bent u van mening dat een zorgkantoor sneller moet ingrijpen als blijkt dat er zaken niet goed lopen in een zorginstelling? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat gaat u ondernemen?

Antwoord 6

Het is de taak van het zorgkantoor om de continuïteit van de zorgverlening aan cliënten te waarborgen. In het verlengde daarvan moet een zorgkantoor signalen met betrekking tot problemen bij een zorgaanbieder die de continuiteit van zorgverlening bedreigen, serieus nemen en mag ook verwacht worden dat het maatregelen treft.