Reactie op petitie van LFB en zwartboek van CG-raad, ANBO en FNV aangaande functioneren van contractvervoer (w.o. Regiotaxi)

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-CB-U-2863490

31 oktober 2008

Op verzoek van uw Kamer doen wij u onze reactie toekomen op de petitie die u heeft ontvangen van de Landelijke Federatie Belangenverenigingen (LFB) aangaande het functioneren van Regiotaxi’s en Valys. Tevens geven wij een reactie op het zwartboek opgesteld door de Chronische zieken en Gehandicapten Raad Nederland (CG-raad), ANBO en FNV Bondgenoten over het functioneren van het contractvervoer in den brede. Ten slotte gaan we in op het “Masterplan verbetering contractvervoer taxi: Chauffeurs en gebruikers verdienen beter!” van FNV Bondgenoten.

Petitie LFB
We hebben aandachtig kennis genomen van het onderzoek van de LFB en constateren met hen dat kwalitatief goed taxivervoer van belang is voor de participatie van mensen. Dit geldt zeker voor mensen met een beperking. Met goede vervoersvoorzieningen kunnen zij actiever participeren in de samenleving. Uit het onderzoek komt naar voren dat de helft (18 personen) van de geïnterviewden gebruik maakt van Regiotaxi en - in een enkel geval – van Valys. Een aantal van hen heeft klachten over dit vervoer. Wij zien deze klachten, hoewel het aantal waarnemingen beperkt is, als een serieus signaal. Het beeld dat dit onderzoek van de LFB oplevert, namelijk dat er met name klachten zijn over de stiptheid van de ritten, wordt bevestigd in het zwartboek dat is opgesteld door CG-raad, ANBO en FNV Bondgenoten.

Zwartboek en Masterplan FNV Bondgenoten
Het zwartboek is opgesteld mede naar aanleiding van het ‘taxivisie’-traject waarin gebruikersorganisaties, werknemersorganisaties, zorgverzekeraars, vervoerders en ministeries hebben geparticipeerd. De opstellers van het zwartboek geven terecht aan dat contractvervoer gericht is op een kwetsbare groep en dat kwalitatief goed en betrouwbaar contractvervoer van belang is.

In het zwartboek wordt middels een verzameling van circa 600 klachten een weinig rooskleurig beeld van de kwaliteit van het contractvervoer geschetst. De klachten van zowel chauffeurs als passagiers hebben betrekking op een langere periode en beslaan diverse vormen van contractvervoer (zoals seniorenvervoer, leerlingenvervoer, gehandicaptenvervoer, ziekenvervoer en regiovervoer). Chauffeurs zouden graag zien dat de arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden worden verbeterd, terwijl passagiers met name aandacht vragen voor het te laat arriveren van het vervoer. Hoewel het aantal klachten wel gezien moet worden in relatie tot het grote aantal ritten in het contractvervoer, zijn de verhalen vaak triest. Met name de ernst van de klachten is aanleiding om te bezien hoe verbeteringen kunnen worden gerealiseerd.

In het Masterplan –dat is bijgevoegd bij het zwartboek- doet de FNV een aantal waardevolle suggesties om de kwaliteit van het contractvervoer verder te verbeteren. Zo benadrukt zij het belang van aandacht voor kwaliteit bij aanbestedingen en het maken van goede afspraken hierover. Verder geeft ze aan dat het aanbestedingsproces verder geprofessionaliseerd dient te worden en er meer aandacht dient te komen voor monitoring. Ten slotte pleit de FNV voor een versterking van de positie en arbeidsvoorwaarden van werknemers.

Verantwoordelijkheidsverdeling
Het contractvervoer is grotendeels gedecentraliseerd en valt met name onder de verantwoordelijkheid van OV-autoriteiten, (samenwerkende) gemeenten en zorgverzekeraars. Een aantal gemeenten koopt het Wmo-vervoer in bij de Regiotaxi.

Aan welke eisen het contractvervoer dient te voldoen, staat in de met de vervoerder gesloten overeenkomst, welke tot stand is gekomen na een Europese aanbestedingsprocedure. De door de LFB en in het zwartboek aangehaalde ervaringen rond slechte ritplanningen en het te laat komen van taxi’s, dienen dan ook primair opgelost te worden in de contractuele relatie tussen opdrachtgever en vervoerder (opdrachtnemer). Opdrachtgevers kunnen in hun contract bijvoorbeeld eisen stellen aan opdrachtnemers over ritboekingen en op tijd rijden. Deze eisen dienen vervolgens wel nageleefd te worden. Arbeidspositie en arbeidsvoorwaarden zijn primair een zaak van werkgevers en werknemers, waarbij de overheid uiteraard wel kaders stelt.

Toekomstvisie taxibeleid
Het functioneren van het contractvervoer kan en moet beter. Wij zijn dan ook content met de ‘Toekomstvisie Taxibeleid’ (31521, nr. 1) die u op 26 juni 2008 is aangeboden. In deze taxivisie, die zowel over straattaxivervoer als contractvervoer gaat, komt het beeld naar voren dat er bij het contractvervoer te weinig aandacht uitgaat naar het monitoren van en afrekenen op contractuele afspraken over kwaliteit. Gezien de ernst van de klachten is er reden om te bezien hoe we met een gezamenlijke inzet van alle partijen een verbetering kunnen bereiken. Vertegenwoordigers van de taxibranche, reizigersorganisaties, vakbonden, gemeenten, zorgverzekeraars en rijksoverheid hebben gezamenlijk een analyse gemaakt van het functioneren van het contractvervoer en oplossingsrichtingen geformuleerd om te komen tot kwalitatief beter contractvervoer. De komende tijd zal vorm en inhoud worden gegeven aan een gezamenlijke implementatieagenda voor verbetering van het contractvervoer. De in het zwartboek geconstateerde problemen en oplossingsrichtingen komen grotendeels met de analyse overeen. In die zin worden de aangedragen oplossingsrichtingen meegenomen bij het opstellen van de implementatieagenda. Uw Kamer zal dit najaar nader over de imlementatieagenda worden geïnformeerd.

Wij beschouwen de petitie en het zwartboek als belangrijke signalen uit de praktijk die ons sterken in onze overtuiging dat verbetering van het contractvervoer nodig is. Met de nu ingezette koers willen wij die verbetering, samen met alle betrokken partijen, realiseren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
dr. A. Klink

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
J.C. Huizinga-Heringa

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Wekzijn en Sport
dr. J. Bussemaker

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
S.A.M. Dijksma